In studentenhuis De Paap is het altijd gezellig: ‘Mogen echt in onze handjes knijpen’
Kroegentochten, sireneborrels en kampeersessies: je zou bijna denken dat ze in het studentenhuis De Paap nog nooit van corona hebben gehoord. Toch zijn het voor de Deventer studenten, die officieel tot één huishouden behoren en elkaar inmiddels door en door kennen, juist manieren om de verbinding te houden en de crisis even te vergeten. “Soms zit je niet lekker in je vel, dan is het belangrijk dat je dat met elkaar kunt bespreken.”
“Sorry, de verbinding is niet zo goed,” excuseert Integrale Veiligheidskunde-student Dorien Onstenk (tweede van rechts op de foto) zich, zittend naast huisgenoot Matthias Valk (uiterst links), aan het begin van het videogesprek. “We zitten hier overdag met z’n twaalven op de wifi, dus dat zal het wel zijn.” Ook dat is een van de gevolgen van de corona-uitbraak: studenten zitten overdag thuis en moeten bijna allemaal tegelijk een videoverbinding leggen, met medestudenten of met de collegezaal. Maar dat is uiteraard niet het ergste van de hele crisis. Matthias: “We kunnen niet uitgaan, geen spontane dingen doen. Eerder gingen we vaak met z’n allen naar Amsterdam of Groningen om een avondje te stappen, maar dat kan natuurlijk niet meer.” Dorien: “Lekker gek doen, nieuwe mensen ontmoeten. Dat is ook een beetje wat de studentenstad Deventer kenmerkt: je kan hier in de kroeg iedereen aanspreken. Dat levert altijd weer nieuwe verhalen op.”
Goede band
Maar nu zijn ze veroordeeld tot elkaar, de twaalf huisgenoten van studentenhuis De Paap in Deventer. Ze kennen elkaar van binnen en buiten en hebben alles inmiddels wel besproken. “We vonden het eerst allemaal heel vervelend, maar de laatste tijd besef ik wel dat we geluk hebben dat we met z’n twaalven zijn en dat we zo’n goede band hebben”, vertelt Dorien. “Als je overdag even wil wandelen, is er altijd wel iemand die wil en elke avond eten we samen en drinken we een biertje. Je vindt hier elk moment van de dag gezelligheid.” Matthias: “Maar ook voor belangrijke dingen kunnen we bij elkaar aankloppen. Als je even je zegje wil doen, maakt iedereen daar tijd voor.”
Dat is volgens Dorien ook de kracht van het studentenhuis. “We zijn heel open naar elkaar en stellen ons kwetsbaar op. Of dat extra belangrijk is in deze tijd? Ik denk het wel. Soms zit je met dingen in je hoofd of zit je niet lekker in je vel, dan is het belangrijk dat je dat met elkaar kunt bespreken.” Matthias: “We zien onze ouders en onze vrienden buiten het huis nauwelijks meer. Omdat je geen andere uitlaatklep meer hebt, kun je het nergens anders meer kwijt dan bij elkaar.”
‘Kroegentocht’
En dus zijn ze blij dat ze in een studentenhuis wonen. “Echt heel fijn,” aldus Dorien. “Je bent officieel ook één huishouden, dus afstand houden hoeft niet en heeft ook geen zin. We delen elke wc, douche en keuken met zes personen en raken ook dezelfde deurknoppen aan. Ik ben ook vooral blij dat ik in dít studentenhuis woon. In andere huizen wonen ze bijvoorbeeld met z’n vieren en als er dan een of twee mensen naar hun ouders gaan, ben je nog maar met z’n tweeën. In dit huis zijn altijd wel mensen en is het altijd gezellig.”
Op een gegeven moment komen die muren van je studentenkamer van 14 vierkante meter echt op je af. Dan is het fijn dat je in een huis vol gezelligheid woont.
Die gezelligheid creëren de studenten overigens vooral zelf. Zo organiseerden ze een ‘kroegentocht’ in hun eigen huis. “Dat hebben we zelfs twee keer gedaan. Dan deden we in elke kamer een hapje en een drankje die paste binnen het thema van die kamer. Zo zorgde de één voor tequila en Mexicaanse wraps, dronken we op de volgende kamer wodka en organiseerde weer een andere kamer een ‘tentfeest’. En ik moet zeggen: na twaalf kamers lagen we er behoorlijk af”, lacht Dorien. “Het is leuk om even een keer iets anders te doen.”
“We hebben ook enkele keren gekampeerd bij mensen thuis”, voegt Matthias toe. “Zo hebben we met het hele huis bij m’n ouders in de achtertuin geslapen. Één grote tent en dan de hele nacht feesten. Ook hebben we elke eerste maandag van de maand een ‘sireneborrel’, die elke keer door twee anderen wordt georganiseerd.” Dorien: “We hebben het geluk dat we een eigen bar hebben beneden, maar tegenwoordig schuiven we ook gerust de woonkamertafel aan de kant om lekker te dansen. Dat is toch wat het meest gemist wordt, vooral door de vrouwen. De mannen vinden het wel prima om gewoon lekker te zitten en een biertje te drinken.”
In de handjes knijpen
Je moet het ze nageven: aan creativiteit ontbreekt het niet. “Je moet er toch wat van maken”, vertelt Dorien. “Die kroegentocht hebben we wel overdag georganiseerd, zodat de buurt er niet te veel last van heeft. Daar moet je ook aan denken.” Mensen van buiten het huis zien ze nauwelijks. “Persoonlijk zie ik mijn ouders niet heel veel”, aldus Matthias. “Ze wonen ver weg en ik vind het ook niet verantwoordelijk, ze zijn inmiddels ook wat ouder. Heel af en toe spreek ik nog met vrienden af.” Dorien: “Maar we hebben wel afgesproken dat als de één vrienden over de vloer heeft, anderen dat een andere keer doen.”
Beiden beseffen hoe belangrijk het is dat ze deze sociale contacten nog hebben, tijdens deze coronacrisis. “Zonder die contacten ligt een depressie wel echt op de loer”, aldus Matthias. “Ik zat twee weken geleden wel even in een dipje”, biecht Dorien op. “Op een gegeven moment komen die muren van je studentenkamer van 14 vierkante meter echt op je af. Dan is het fijn dat je in een huis vol gezelligheid woont. Ik hoop dat het snel over is. We hebben laatst al gekeken of we nog ergens festivalkaartjes kunnen kopen. Dat is het enige waar we dan nog naar uit kunnen kijken.” Matthias: “Ik ben bang dat we hier heel 2021 nog wel aan vast zitten.”
“Maar uiteindelijk denk ik wel dat wij het een stuk beter hebben dan de gemiddelde student in deze tijd”, besluit hij. “Als je nu in een studiootje zit, word je gek. Dat zou ik niet trekken.” Dorien: “Ja, we mogen echt wel in onze handjes knijpen met wat we hier hebben.”