Jeroen Linssen houdt zijn rede: ‘symbiose tussen mens en AI’
De vorige keer dat we Jeroen Linssen spraken, was hij net benoemd tot lector Ambient intelligence. Vandaag is het tijd voor zijn lectorale rede, waarin hij het heeft over de symbiose tussen menselijke intelligentie en machine-intelligentie. Jeroen gelooft niet dat ‘de cyborgs eraan komen’, maar wel dat we bewuste keuzes moeten maken: “…mens en technologie gaan steeds meer naar elkaar toegroeien. Ik zou graag zien dat dat op een verantwoorde manier gebeurt.”
Veel van waar Jeroen Linssen zich mee bezighoudt, heeft te maken met kunstmatige intelligentie. We ontmoeten elkaar in het Epy Drost-gebouw, in een kamer waar af en toe een mechanisch geluidje klinkt vanuit het plafond. Voor het gemak gaan we er maar vanuit dat het de klimaatbeheersing is. Maar dat het snel gaat met AI is zeker. “Er gebeurt heel veel,” beaamt Jeroen, “maar ik denk dat de bubbel misschien wel een beetje op barsten staat. Bij bepaalde bedrijven zie je dat de groei en de omzet de pan uit rijzen, waarbij nog moet blijken of alle beloftes worden ingelost.”
Technologie gaat sneller dan het morele en sociale inzicht.
Of AI in het licht van die onstuimige groei altijd voor de juiste doeleinden wordt ingezet, is ook nog maar de vraag. “Je hoort nu wel wat andere geluiden,” zegt Jeroen. “Van mensen die zich afvragen wat je er nou écht mee kan. Een hele hoop, dat is zeker, maar is het ook allemaal verantwoord?” Het klinkt bijna alsof ‘de reflecterende mens’ een inhaalslag aan het maken is. Jeroen: “Technologie gaat sneller dan het morele en sociale inzicht. Dat is iets wat zelfs fanatieke technologie-collega’s onderstrepen.”
Early investigator
Anders dan je misschien zou verwachten, is Jeroen niet iemand die altijd als eerste de nieuwste technologieën oppakt. “Ik ben een late adopter,” zegt hij. “Misschien komt dat door een aangeboren gevoel van wantrouwen. Ik denk dan: leuk dat het kan, maar welke factoren zitten hier nog meer achter? Tegelijkertijd ben ik wel een early investigator. Ik wil snel dingen uitvinden, weten wat iets voorstelt en hoe het werkt.”
De onderzoeker staat bij Jeroen dus op de eerste plaats. Tijdens ons gesprek kijkt hij op een beschouwende manier naar technologische ontwikkelingen. Hoewel hij ziet dat het momenteel vaak de big tech-bedrijven zijn die profiteren van AI, gelooft hij dat er nog veel zinvolle toepassingen voor ons in het verschiet liggen. Bijvoorbeeld voor de zorgsector. Hoe die toepassingen eruit zullen zien? Jeroen: “In mijn lectorale rede vertel ik dat we volgens mij meer richting symbiotische AI moeten gaan. Dan doel ik op een symbiose tussen AI en de mens, oftewel de menselijke intelligentie en machine-intelligentie. Ik denk dat we op dat vlak nog grote stappen kunnen zetten, om sneller tot goede inzichten te komen. Snapt de computer wat ik bedoel? En andersom?”
We moetens ons realiseren dat we nu al volop samenleven met technologie. Tot op zekere hoogte zijn we allemaal afhankelijk van technologie, dus die symbiose is er al.
Cyborgs
De stappen waar Jeroen op doelt zullen impact hebben op ons privéleven, maar vooral ook op ons professionele leven. “Met de vergrijzing zie je nu behoorlijke personeelstekorten,” zegt hij. “Op de korte, maar ook op de middellange termijn. Hoe kun je mensen dan effectiever inzetten in hun werkzame leven? Ik ga geen voorspellingen doen wanneer er precies wat gaat gebeuren, maar mens en technologie gaan steeds meer naar elkaar toegroeien. Ik zou graag zien dat dat op een verantwoorde manier gebeurt. Waarbij je je telkens afvraagt of de technologie een middel of een doel is, en wat je er überhaupt mee wilt bereiken.”
Nog even over die symbiose: klinkt dat niet een beetje eng? Er verschijnt een grote glimlach op Jeroens gezicht. “En dan komen de cyborgs,” zegt hij grappend. “Het is vooral ook een kwestie van bewustwording. We moetens ons realiseren dat we nu al volop samenleven met technologie. Tot op zekere hoogte zijn we allemaal afhankelijk van technologie, dus die symbiose is er al. Het gaat mij niet om alledaagse voorbeelden, zoals de manier waarop we digitaal betalen; het gaat mij meer om de symbiose van de samenleving met het digitale. Bij die symbiose is het de vraag waar de intelligentie precies zit. Nu zit die intelligentie vooral nog bij mensen, maar of de balans naar de andere kant gaat doorslaan durf ik niet te zeggen. We moeten ons ervan bewust zijn en de juiste keuzes maken. Wat dragen we wel en niet over aan een autonome intelligentie?”
De laatste kennis
Voor een bewuste kijk op technologische ontwikkelingen is actuele kennis nodig. Vorig jaar startte in Deventer een nieuwe IT-master, waarmee Jeroen “heel tevreden” is. Het gaat goed met de aanwas van nieuwe studenten voor de master, die mensen moet scholen op het gebied van software engineering. Sijpelt de kennis vanuit onderzoek eigenlijk snel genoeg door naar het onderwijs, gelet op alle ontwikkelingen waarover we spreken? “Dat gaat per definitie niet snel genoeg,” zegt Jeroen. “Alleen al wanneer je kijkt naar AI-modellen die continu worden verbeterd. Je kan wel proberen om dat bij te gaan benen, maar voordat je zoiets hebt geïntegreerd in je curriculum ben je zo weer een jaar verder.”
Bij het doorgeven van kennis is het samen aan projecten werken volgens Jeroen belangrijker. “Daarin proberen we te ondersteunen. De ‘grote bewegingen’ belanden daardoor zeker wel in het onderwijs. In Apeldoorn is in september de bachelor Applied Data Science & Artificial Intelligence gestart. Twee van onze onderzoekers zitten daar in het docententeam, en ik ben er ook bij betrokken geweest. Vanaf dag één heb ik aangegeven dat het slim is om zowel voor het onderwijs als ons onderzoek dezelfde methode voor het beoefenen van data science te gebruiken. Die methode komt nu heel concreet terug in het onderwijs; studenten kunnen zo met de juiste standaard aan de slag gaan.”
Wij moeten snappen wat er gebeurt in die machine. Andersom moet die machine ook snappen wat wij willen of nodig hebben. Dát is wat nodig is voor die symbiose.
Verantwoordelijkheid
Terug naar ‘de symbiose’ en Jeroens lectorale rede, waarin hij onder andere aangeeft dat we verantwoorder met AI moeten omgaan. Daarbij gelooft hij in een soort co-evolutie: “We moeten wederzijds begrip hebben. Wij moeten snappen wat er gebeurt in die machine. Andersom moet die machine ook snappen wat wij willen of nodig hebben. Dát is wat nodig is voor die symbiose. Je hebt goede communicatie nodig als je samen wilt groeien. Daarachter schuilt een grote verantwoordelijkheid, zeker voor mensen.”
Gelukkig wordt die verantwoordelijkheid langzamerhand steeds breder gedragen. “Ook vanuit de Europese Unie,” zegt Jeroen. “Dan heb je het over responsible AI. Waarbij je transparant en eerlijk bent tegenover mensen.” En hoe neem je het bedrijfsleven mee bij die open, meer ethische kijk op AI? “Dan moet je deels aan regulering denken,” zegt Jeroen. “Wat dat betreft mogen we blij zijn dat we hier wonen. Maar als je het hebt over wat er wordt geïnvesteerd in onderzoek… Wat wordt er geïnvesteerd in AI? Je ziet dat wat de academische wereld doet niet in verhouding staat tot wat de techreuzen doen. Luister eens, denk ik dan soms, we zijn met zoveel mensen. Dan leg ik de verantwoordelijkheid toch ook een beetje bij de burger. We hebben allemaal een stem, en kunnen invloed uitoefenen op wat we wel en niet willen.”
Intelligent gedachtegoed
Genoeg ontwikkelingen waarmee een lector Ambient intelligence zich bezig kan houden. Over ontwikkelingen gesproken: op 17 oktober opent het nieuwe Data+AI Lab bij Saxion Deventer, als samenwerking tussen de lectoraten Ambient intelligence en Smart Cities. Wat zijn daar precies de plannen? “Dé plek zijn voor data en AI bij Saxion,” zegt Jeroen. “We starten een soort kennisbank voor het werken met data en AI. Voor het onderzoek – en sowieso voor het onderwijs – is het idee dat er best practices klaarstaan in het lab; bruikbare methodes en tools. Maar we willen ook het bedrijfsleven en andere organisaties betrekken, om te kijken hoe we samen beter en verantwoord met data kunnen omgaan. Samen met het lectoraat Smart Cities willen we ons gedachtegoed verder gaan delen.”
Bij alle ontwikkelingen wordt Jeroen gedreven door de vraag wat intelligentie in essentie voorstelt. Denkend aan zijn lectorale rede filosofeert hij: “Maken we in de toekomst nog wel een onderscheid tussen menselijke en kunstmatige intelligentie, of gaan we echt helemaal in elkaar overvloeien? We weten het niet, en misschien maakt het uiteindelijk ook niet uit.”
Fotografie: Thomas Busschers
Meer weten over de inhoud van Jeroens rede?
Beluister dan aflevering zes van het tiende seizoen van de podcast Dataloog: Als 'alles' slim wordt. Tussen patroon en persoon.
In deze aflevering gaat Jeroen Linssen samen met zijn collage-lector Wouter Teeuw verder in gesprek over de samenwerking tussen mens en machine.