Hoe kunnen we met behulp van data het beheer van weidevogelpopulaties verbeteren?
Door veranderingen in landgebruik en klimaat, en daarmee samenhangende veranderingen in biotoop, voedselbeschikbaarheid en predatiedruk, blijven de aantallen weidevogels in Nederland dalen. Dit ondanks jarenlange inspanningen om ze te beschermen.
Bij het beheer van de huidige kleine weidevogelpopulaties ligt er veel nadruk op predatiedruk. Predatiedruk is niet alleen afhankelijk van het aantal predatoren en potentiële prooien in het broedseizoen, maar ook van terreinbeheer en het ruimtegebruik van de verschillende predatoren en prooien door het jaar heen. Daarom is het essentieel om continu gegevens te verzamelen over het voorkomen en het gedrag van de dieren in het veld, gecombineerd met gegevens over de kwaliteit van de biotoop en het beheer.
Deze vorm van integrale jaarrond beheermonitoring staat echter pas in de kinderschoenen.Op dit moment zijn er veel nieuwe technieken in ontwikkeling die kunnen bijdragen aan het verbeteren van de beheermonitoring, zoals wildlife-camera’s, drones, satellieten en citizen science. Helaas zijn de data die hiermee worden verzameld versnipperd over verschillende databases en is een integrale en betrouwbare beoordelingssystematiek van deze data momenteel niet voorhanden. Daardoor worden de mogelijkheden van dit soort data op dit moment nog onderschat en onderbenut en blijven kansen voor de verbetering van de bescherming van weidevogels liggen.
Doel
Het doel van dit project is om een kennissysteem te ontwikkelen dat de beschikbare data uit meerdere bronnen integreert en toegankelijk maakt, zodat ze kunnen worden gebruikt bij het maken van keuzes die het duurzaam beheer van weidevogelgebieden ondersteunen. In biotoop- en populatiebeheer bijvoorbeeld. Het detectie- en analysesysteem wordt aan de hand van een iteratieve monitoring- en evaluatieserie opgesteld in een co-creatieproces met eindgebruikers, beheerders, dataverzamelaars en systeemontwikkelaars. Dit gebeurt in drie weidevogelgebieden. De volgorde van deze gebieden is gebaseerd op toenemende naïviteit met betrekking tot hoogtechnologische bronnen en toenemende complexiteit van de vraagstukken. Daarnaast wordt een sensorintensieve meting georganiseerd om verschillende databronnen aan elkaar te kalibreren.
Partners
Er zijn 12 partners betrokken, waarvan de Hogeschool Van Hall Larensteyn penvoerder is.
Looptijd
Het project startte september 2022 en heeft een looptijd van vier jaar.
Financiering
Het project heeft een omvang van 1 miljoen euro en wordt mede gefinancierd vanuit een RAAK-PRO subsidie.