“Help mij het zelf te doen!”
Begin 1900 schrijft Maria Montessori haar eerste boek 'De Methode'. In 1948 wordt daar de ondertitel 'de ontdekking van het kind' aan toegevoegd. De Methode wordt de leidraad voor een onderwijsmodel waarin opvoeding een nadrukkelijke rol speelt. Meer dan honderd jaar later, in de 21ste eeuw, is haar gedachtengoed over de hele wereld verspreid. Overal zie je montessorischolen voor primair en voorgezet onderwijs. Hoe kan dit? Hoe is het mogelijk dat haar visie levend blijft en bestand lijkt tegen alle veranderingen in de tijd?
Eerste vrouwelijke arts
Maria Montessori is op 31 augustus 1870 geboren in Italië. Na haar middelbare schooltijd kiest ze, tegen de gewoonte van de tijd in, aanvankelijk voor de studie tot ingenieur. Later kiest ze voor een medicijnenstudie. Ze is daarmee één van de eerste vrouwelijke medicijnenstudenten van Italië en in 1896 de eerste vrouwelijke arts.
'Idiote kinderen'
In Rome komt Maria Montessori in contact met 'idiote' kinderen. Ze ontdekt dat deze kinderen helemaal niet 'idioot' zijn maar dat ze zich, volstrekt verstoken van enig speelgoed of leermiddel, nooit hebben kunnen ontwikkelen. Ze trekt zich het lot van deze kinderen erg aan. Door nauwkeurige observaties en proefnemingen komt Maria Montessori tot een opvoedingsmethode waardoor gehandicapte kinderen even goede leerresultaten bereiken als andere kinderen. Hierna past zij haar methode toe op alle kinderen.
Casa dei Bambini
In de sloppenwijken van Rome stichtte Maria Montessori haar eerste schooltje: 'Casa dei bambini'. De resultaten waren spectaculair. Haar methode werd wereldbekend en in vele landen toegepast. Haar inzicht in en begrip voor kinderen, en haar ideeën om hen te helpen bij hun ontwikkeling tot gezonde, evenwichtige en kritische volwassenen zijn ook vandaag nog actueel en zinvol.
Zelfopvoeding
In 1952 overlijdt Maria Montessori, een paar maanden voor haar 82ste verjaardag. Ze ligt begraven in Noordwijk. De kern van haar methode wordt meestal samengevat in de uitspraak: 'Help mij het zelf te doen'. Alle opvoeding is in principe zelfopvoeding. Uitgangspunt is dat een kind een natuurlijke, noodzakelijke drang tot zelfontplooiing heeft. Opvoeding en onderwijs moeten onderkennen wat de behoeften van een kind op een gegeven moment zijn en daarop inspelen, door de juiste omgeving en materialen te bieden.