Werkcollege Investeren en Financieren

  • Code

    L.31230

  • Studiebelastingsuren

    30

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    1

Wat is een onderneming? Wat komt er allemaal kijken bij het starten van een onderneming? Wat is het doel en bestaansrecht van de organisatie (strategie, verdienmodel) en hoe organiseer je dat (juridische vorm van de onderneming, financiering (activa aantrekken en financieren), investeringen. Zowel de interne kant van organiseren als de oriëntatie op de omgeving komen in dit kwartiel aan de orde. 

Competenties

  • SFIB ADFC BT1. De (financiële) administratie van een organisatie te voeren.
  • SFIB ADFC BT3. Het management te voorzien van financiële en niet financiële stuurinformatie ten behoeve van het besturen en doen functioneren van organisaties en het afleggen van verantwoording hierover.
  • SFIB ADFC1: Samenwerken
  • SFIB ADFC2: Methodisch handelen
  • SFIB ADFC3: Probleemoplossend vermogen
  • SFIB ADFC4: Lerend vermogen
  • SFIB ADFC5: Communiceren

Leerdoelen

  1. De student kan vanuit de missie, visie en strategie een activalijst opstellen. 
  2. De student kan de opbrengsten en kosten beschrijven (verkopen, inkopen, personeel, afschrijvingen). 
  3. De student kan een (prognose) balans, W&V overzicht en kasstroomoverzicht maken. 
  4. De student kan kasstromen berekenen (die van belang zijn voor investeringsselectie). 
  5. De student kan begrippen onderscheiden bij werkkapitaalbeheer. 
  6. De student kan rekenen met posten in het werkkapitaal en kan financiële gevolgen onderscheiden en berekenen bij keuzes in het werkkapitaal. 
  7. De student kan verschillende methoden, (die voor investeringsselectie) beschikbaar zijn, toepassen: TVP, NCW, IR GB. 
  8. De student kan de huidige en toekomstige waarde berekenen van kasstromen. 
  9. De student kan de uitkomsten van verschillende investeringsselectiemethoden interpreteren. 
  10. De student vertaalt de grondbeginselen van (ondernemings)financiering in een ondernemingsplan. 
  11. Studenten kennen de grondbeginselen van (ondernemings)financiering. 
  12. De student kan de karakteristieken van de verschillende vormen van eigen en vreemd vermogen herkennen/definiëren. 
  13. Student kan zich in een korte pitch vanuit zijn rol als startende ondernemer richten op potentiele investeerders en deze daarbij overtuigen. 

Werkvorm

Code Naam
T.56929 Investering (AD)
WC Werkcollege
ZS Zelfstudie