S22 Ervaring in een relevante praktijkomgeving

Toetscriteria

1. Een adequaat beeld van het functioneren van een organisatie, haar omgeving en de primaire en ondersteunende processen. 
 - de branche/sector waar de organisatie deel van uitmaakt;
- de organisatie waar de we kennen geen stage! plaatsvindt (organogram met toelichting, hiërarchisch processchema en hiërarchisch doelstellingenschema);
- de afdeling binnen de organisatie waarbinnen hij werkzaam is;
- de belangrijkste ontwikkelingen binnen de branche/sector;
- de belangrijkste ontwikkelingen binnen het bedrijf/de instelling;
- het verband tussen de ontwikkelingen in de externe omgeving en de ontwikkelingen in de organisatie.
2. Levert een bijdrage aan de kwaliteit van de organisatie: de verbetering interne processen, diensten en producten.
3. Maakt gebruik van de expertise die in de organisatie aanwezig is en stemt af.
4. Houdt rekening met de organisatiecultuur en de regels die gelden.
5. Is loyaal aan de organisatie en gaat zorgvuldig om met haar belangen, alsook met vertrouwelijke informatie.
6. Is (in gepaste mate) kritisch ten aanzien van zijn eigen functioneren en de bereikte resultaten (producten).
7. Is er zich ervan bewust wanneer er knelpunten in de taakuitvoering zijn.
8. Is bereid om zijn houding en functioneren bespreekbaar te maken, en staat open voor feedback.
9. Kan zijn eigen ontwikkelingsbehoeften benoemen en daardoor opleidingswensen vaststellen.
10. Leert van ervaringen en past zijn gedrag aan naar aanleiding van feedback.