• Code

    T.52611

  • Aantal ECTS credits

    5

De HBO-Rechten professional past op praktijksituaties de beginselen van het algemeen vermogensrecht toe.

Toetsvorm Digitaal/Digital (D)

Toetscriteria

  1. Je onderscheidt algemene en bijzondere verbintenissen en kent de wijzen van ontstaan, overgang en tenietgaan.
  2. Je beoordeelt of sprake is van een (on)toerekenbare tekortkoming in de nakoming van verbintenissen en geeft aan in hoeverre recht bestaat op schadevergoeding.
  3. Je beoordeelt of voldaan is aan de vereisten voor het ontstaan van verbintenissen uit de wet en geeft aan in hoeverre recht bestaat op (schade)vergoeding. 
  4. Je past relevante goederenrechtelijke begrippen (relatieve en absolute rechten, roerende en onroerende zaken, vorderingsrechten, bezit, houderschap en eigendom) correct toe op gegeven praktijksituaties.
  5. Je past de normale en bijzondere wijzen van eigendomsverkrijging correct toe op gegeven praktijksituaties en beoordeelt op basis van de vereisten of eigendom rechtmatig is verkregen en wat de mogelijkheden zijn bij de verkrijging van een beschikkingsonbevoegde.
  6. Je beoordeelt welk (beperkt, zekerheids- of genots)recht voor een gegeven praktijksituatie voor vestiging in aanmerking komt en of het recht rechtsgeldig is gevestigd. 
  7. Je past de verhaalsuitoefening van een beperkt gerechtigde met een zekerheidsrecht correct toe op een gegeven praktijksituatie en je onderscheidt zekerheidsrechten van voorrechten en beoordeelt voor een gegeven situatie de rangorde van verhaal.