ARC2: Opgraven

  • Code

    L.23913

  • Studiebelastingsuren

    140

  • Taal

    nl-NL

  • Kwartiel van uitvoering

    2

Nederlandse archeologiebedrijven moeten een jaarlijkse interne audit uitvoeren. In deze module voer jij die audit uit voor één opgraving. In deze module leer je over de theoretische basis die je nodig hebt om een opgraving te kunnen voorbereiden, uitvoeren en evalueren. In jouw rol als auditor pas je deze opgedane kennis toe op een Nederlandse opgraving. Je kiest zelf het project, controleert of deze volgens de minimale eisen (KNA-conform) correct is uitgevoerd en vormt een mening over het project.

De lessen gaan over de KNA-protocollen voor land- en waterbodems. Je krijgt uitleg over de verschillende methoden en technieken die hier worden toegepast. Ook krijg je een inleiding in de beginselen van de geotechniek (bodemkunde, grondwater en beschoeiingsmethodes). Je leert hoe het komt dat een open opgravingsput niet altijd mogelijk is en welke opties er bestaan om hiermee om te gaan. Verder kijken we voorbij de grenzen van Nederland: je leert over buitenlands archeologisch onderzoek en hoe dat verschilt van de Nederlandse archeologie.

Competenties

  • BBT (BE) 1. Initiëren
  • BBT (BE) 2. Ontwerpen
  • BBT (BE) 3. Specificeren
  • BBT (BE) 5. Beheren
  • BBT (BE) 7. Onderzoeken
  • BBT (BE) 8. Communiceren
  • BBT (BE) 9. Professionaliseren

Leerdoelen

  1. De student kent de inhoud van het vigerende KNA-protocol Opgraven (land- en waterbodems). 
  2. De student weet hoe een archeologische opgraving technisch, procesmatig en inhoudelijk voorbereid en uitgevoerd wordt in land- en waterbodems.
  3. De student weet hoe een monsternamestrategie voor een opgraving kan worden opgesteld.
  4. De student kan archeologische resten herkennen en weet hoe opgravingsgegevens op verschillende manieren kunnen worden vastgelegd.
  5. De student weet hoe sporen en vondsten worden gewaardeerd en geselecteerd voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen.
  6. De student weet op welke wijze de onderzoeksresultaten KNA-conform worden geanalyseerd en gerapporteerd.
  7. De student kent de KNA-conforme aanleveringseisen voor analoog en digitaal deponeren en weet hoe het eigenaarschap daarvan is geregeld.
  8. De student kan het KNA-protocol Deponeren toepassen.
  9. De student heeft kennis van verschillen in opgravingsmethoden en -resultaten in Nederland.

Werkvorm

Code Naam
HC Hoorcollege
WC Werkcollege
ZS Zelfstudie
T.49938 ARC2: Opgraven