• Code

    T.49574

  • Aantal ECTS credits

    3

In dit  eerste kwartiel ligt de focus van de praktijkopdracht op een onderdeel van de stad: de wijk. Voor wijkmanagers en politici is het interessant en belangrijk om gevoel te houden met wat er speelt in de wijken en dorpen binnen de gemeente op het gebied van leefbaarheid. De opdrachtgevers vragen jullie om een wijkanalyse te maken en op basis hiervan een advies te geven over wat de gemeente zou moeten doen of laten om de leefbaarheid in de wijk te vergroten. Denk bv aan maatregelen die te maken hebben met het onderhoud van de woningen en het groen, de sociale samenhang, het voorzieningenniveau en maatregelen die te maken hebben met een gezonde en duurzame, toekomstbestendige wijk. 

In de wijkanalyse staan de mensen in de wijk centraal, maar het is belangrijk dat je ook kijkt naar de fysieke omgeving. Juist op wijkniveau komen mensen en omgeving samen. Wat gaat er goed in de wijk en wat kan nog beter?  Waar liggen ontwikkelingskansen en uitdagingen.  De informatie verzamel je door eigen waarneming (rondlopen in de wijk, foto's van de wijk) deskresearch (literatuuronderzoek), interviews (of enquête) met bewoners en gesprekken met deskundigen. Je analyseert de opgehaalde informatie en verwerkt alles tot een goed leesbaar adviesrapport en vervolgens tot een zogenaamd 'initiefvoorstel' voor de gemeenteraad. De module zal worden afgesloten met een debat in de raadszaal van de gemeente (soort gemeenteraadsvergadering) waarbij je als projectgroep gaat  proberen je initiatiefvoorstel onderdeel te laten uitmaken van het 'raadsprogramma' op het gebied van leefbaarheid. 

Bij de integrale opdracht staat het verzamelen en analyseren van de informatie en het reflecteren hierop centraal. 

Werkwijze:

Je werkt met een aantal studiegenoten aan de opdracht. Je krijgt een wijk toegewezen en gedurende het kwartiel verzamel je informatie en analyseer je de informatie. Op basis van de verzamelde informatie en literatuur kom je tot een uitdaging of uitdagingen voor de wijk en oplossingsrichtingen hiervoor, vertaald naar een initiatiefvoorstel.  Iedere week heb je 2 uur les, vervolgens ga je met de weekopdracht aan de slag en aan het eind van de dag is er een klassikale bespreking. Je bent dus de hele dag met de praktijkopdracht bezig. Tijdens de lessen ontwikkel je vaardigheden: hoe werk je effectief en efficient in een projectgroep, hoe kun je kritisch gegevens verzamelen, vergelijken en analyseren, hoe schrijf je een professioneel adviesrapport en hoe ben je overtuigend in een debat. 

Toetsing:

Je werkt met je groep aan de opdrachten. Wekelijks  krijg je een (huiswerk)opdracht, die eind van de werkdag of in de volgende les besproken wordt. De gemaakte opdrachten moet je dus altijd bij je hebben tijdens de les. Iedere opdracht is een deelproduct en samen leiden ze tot het eindproduct. Eind week 9 lever je via Blackboard de drie deelopdrachten in: adviesrapport (wijkanalyse met advies) / het initiatiefvoorstel / individuele reflectie.

Aan het eind van het kwartiel levert de groep het volledige product in voor een cijfer.  De beoordeling van dit product gaat met behulp van het Beoordelingsformulier Integrale opdracht 1.1 Urban Studies.  

In de Modulehandleiding Leefbaarheid in de wijk en hieronder kun je per week zien wat er op het programma staat en welke voorbereiding en deelproducten er van je worden verwacht.

Toetsvorm Werkstuk/Report/Bericht (W)

Toetscriteria

Beoordelingscriteria:

Randvoorwaardelijk

  1. De lay-out is functioneel (draagt bij aan de toegankelijkheid en leesbaarheid van het verslag) en is consequent doorgevoerd. Jullie verwijzen volgens de APA verwezen naar bronnen. Het verslag heeft een inhoudsopgave en een bronnenlijst. Er staan maximaal 10 spelfouten in het document waarvan maximaal 1 fout per pagina.

 Adviesrapport (groepsproduct)  - leerdoel 1 en 2.

       Beoordelingscriteria 1,2,3,4,5. 

  1. De opdracht bevat uiteindelijk minimaal 16  foto’s inclusief tekstuele onderbouwing. De foto’s worden gekoppeld aan verschillende leefbaarheidsthema’s (bereikbaarheid/verkeer, voorzieningenniveau, veiligheid, openbare ruimte, woningen, uitstraling buurt, demografie en overig. Ga op zoek naar  kwaliteiten van de wijk en naar verbeterpunten.
  2. De deskresearch heeft valide en bruikbare informatie opgeleverd op de bovenstaande thema’s, aangevuld met thema’s op het gebied van ‘sociale/ economische  aspecten’.
  3. De interviewopzet en enquête moeten een logische volgorde hebben en aanvullend zijn t.a.v. de deskresearch. Van de interviews met de deskundigen maken jullie een leesbaar interviewverslag met duidelijke conclusies over de  mening van de geïnterviewde deskundige over de kwaliteit van leefbaarheid  (m.b.t. de  eerder genoemde verschillende thema’s en vooral ook over “niet direct zichtbare thema’s als sociale cohesie, problematiek achter de voordeur) in de wijk en de kansen ter verbetering daarvan. Ook van de interviews/enquête bij bewoners maken jullie een verslag met daarin duidelijk de resultaten gevolgd door conclusies m.b.t. leefbaarheid in de wijk.  Doe ook een uitspraak over de representativiteit van de respondenten.
  4. De resultaten van 1, 2 en 3 verwerken jullie in een datamatrix. Jullie trekken heldere conclusies op basis van de gegevens uit de datamatrix. In de wijk- /buurtanalyse worden daarmee de inzichten en  conclusies van de foto-analyse, deskresearch en interviews met deskundigen met elkaar vergeleken en verwerkt tot een samenhangende tekst over de leefbaarheid in de buurt/ wijk. Het is duidelijk waarop de conclusies zijn gebaseerd (onderbouwing vanuit gehanteerde onderzoeksmethodes) . De resultaten worden op passende wijze geïllustreerd met figuren en quotes. Zorg voor een overzichtelijke, leesbare wijkanalyse  waarin de kwaliteiten en de verbeterpunten m.b.t. leefbaarheid duidelijk zichtbaar worden en  de breedte van het begrip leefbaarheid (fysiek, sociaal, economisch) besproken wordt.
  5. Op basis van de analyse van de leefbaarheid van de wijk geven jullie een bruikbaar advies aan de opdrachtgever. Daarbij hebben jullie bruikbare instrumenten gekozen/ontwikkeld om de leefbaarheid in de wijk te verbeteren . Die keuze is helder beargumenteerd. Jullie hebben aangegeven welke actoren betrokken worden bij de verbetering van de leefbaarheid van de buurt en welke rol deze actoren spelen. Ga ook in op de in de les behandelde 5 uitvoerbaarheidsaspecten.

        Initiatiefvoorstel en gemeenteraadsvergadering (groepsproduct) – leerdoel 3

  1. Het initiatiefvoorstel met oplossingsrichtingen is helder verwoord Argumentatie is helder . Naast het initiatiefvoorstel wordt in een bijgevoegde toelichting aangegeven wat de invloed van de politieke kleur is geweest op de keuze van de oplossingsrichting .
  2. De begeleidend docent beoordeelt jullie voorbereiding en inzet tijdens de fictieve gemeenteraad en let daarbij in het bijzonder op debattering (argumentatie en debatvaardigheden) en coalitievorming (zoektocht naar samenwerking en overeenkomst om aanname voorstel te realiseren) en de redenen voor de daarin gemaakte keuzes.

   Reflectie projectmatig werken en samenwerken (individueel product) – leerdoel 4
 

  1. Reflectie op je eigen functioneren in het project: welke procesmatige  en inhoudelijke bijdrage heb je aan het project geleverd, hoe verliep de samenwerking en wat was jouw rol daarin, waar liggen je kwaliteiten en waar je valkuilen, welke leerdoelen heb je voor de volgende IO. Maak gebruik van aangereikte theorie en tussentijdse evaluatie.  Niet beschrijvend maar evaluerend.