- Code
T.56107
- Aantal ECTS credits
15
Dit betreft een individuele (mondelinge) procestoets waarin de student laat zien in staat te zijn professioneel te handelen in de beroepspraktijk van de gekozen specialisatie als SW-er.
PIhP 1 (middenevaluatie) is formatief en bedoeld voor het monitoren van de voortgang en PIhP 2 (eindevaluatie) is summatief.
Zowel de middenevaluatie en supervisie worden afgesloten met een niet bindend studieadvies.
De student laat in de toets zien in staat te zijn kritisch te reflecteren op zijn eigen handelen en zijn eigen leerproces door middel van een onderzoekende houding. Communiceren, positioneren en profileren zijn hier onderdeel van. Hierin neemt de student mee hoe zijn eigen handelen ook wordt beïnvloed door ontwikkeling om zich heen en is hij/zij zich bewust hoe deze ontwikkelingen van invloed zijn op de uitoefening van het beroep en de eigen veerkracht. Deze toets is onderdeel van het afstudeerdossier en wordt beoordeeld door twee examinatoren.
| Toetsvorm | Mondeling/Oral/Mündlich (M) |
|---|
Toetscriteria
3DL3 Je bent je bewust van op welke wijze je eigen vraagstukken m.b.t. ethische waarden en mensenrechten van invloed zijn op je methodisch handelen en hoe je op basis van dit rolbewustzijn een bijdrage kunt leveren aan het bevorderen van het welzijn van netwerken.
8DO1 Je beargumenteert middels kritische reflectie en in dialoog hoe de ontwikkelingen in het beroep en in de samenleving die jij hebt gesignaleerd van invloed zijn op jouw eigen professioneel handelen en overtuigingen.
8DL5 Je bent je bewust van je lerende houding en hoe je deze ook na het afronden van de opleiding wil blijven benutten.
8DL2 Je bent je bewust van je (professionele) onzekerheden en kunt deze bewust als leerpunten- en kansen benutten.
8DL3 Je kunt in de volle breedte van werk en privé en op eigen kracht je energiebalans in het oog houden en je bent in staat hier adequaat zorg voor te dragen.
8DC2 Je bent in staat om met anderen te communiceren over je eigen leerproces m.b.t je professioneel handelen en de keuzes die je hierin maakt.
10DC1 Je gaat de dialoog aan over jouw normatieve professionaliteit (morele vraagstukken en zingeving) via passende communicatiekanalen en verschillende communicatiemiddelen met relevante belanghebbenden.
6DL3 Je bent in staat om op basis van rolbewustzijn binnen het interdisciplinaire samenwerkingsproces je eigen rol waar nodig aan te passen en verder te ontwikkelen.
5DL1 Je bent je bewust van je eigen rol, m.b.t. besluiten en professionele belangen t.a.v. indiceren, toeleiden van middelen.