Positioneren en profileren

  • Code

    T.56106

  • Aantal ECTS credits

    5

Voor deze individuele toets reflecteert de student op drie praktijksituaties (micro-meso-macroniveau) waarin de student zichzelf positioneert en profileert met betrekking tot de kerntaken van het beroep en de gekozen praktijkplek in die situaties. De beschrijving voor de te kiezen situaties staat in het werkboek praktijkleren. De reflectie moet voldoen aan niveau 3 –4 van NARRA. De toets is een onderdeel van het afstudeerdossier en wordt beoordeeld door twee examinatoren.

Toetsvorm Werkstuk/Report/Bericht (W)

Toetscriteria

1DO1 Je bent in staat om aan te geven hoe jouw (kern) waarden van invloed zijn op de uitvoering van de kerntaken van het beroep Social Work. 

2DL1 Je bent je bewust van je eigen rol als sociaal werker in het bevorderen van het sociaal functioneren binnen de primaire leefomgeving en kunt deze bewust en verantwoord inzetten.

4DL1 Je bent je bewust van je eigen rol als sociaal werker in het bevorderen van het sociaal functioneren binnen gemeenschappen en kan deze bewust en verantwoord inzetten.

8DL1 Je bent je bewust van de bijdrage die jij kunt hebben binnen de professie sociaal werk.

10DO2 Je bent in staat om op basis van je eigen analyse te komen tot een gewogen oordeel m.b.t een sociaal vraagstuk en de (sociale) factoren die daarbij in het geding zijn. 

10DO3 Je bent in staat om met behulp van professionele richtlijnen je positie als sociaal werker te beargumenteren en te legitimeren gericht op duurzaamheid.

10DL1 Je bent je bewust dat jouw eigen sociale waarden en zingeving kunnen afwijken van de sociale waarden en zingeving van die van anderen en wat hiervan de gevolgen zijn.