Gebouwgebonden Installatietechniek (GGIT)

De inzet van fossiele brandstoffen wordt vanwege schaarste en milieu-impact sterk gereduceerd, terwijl klimaatverandering en gebruikers van gebouwen hoge eisen aan comfort en binnenklimaat stellen. Deze minor geeft studenten inzicht in hoe op innovatieve wijze gebouwgebonden installaties helpen om beide opgaven te verwezenlijken. Je leert hoe je als toekomstige professional een bijdrage kan leveren aan de sector verantwoordelijk voor deze installaties. Er zal weliswaar theorie moeten worden toegelicht en bestudeerd, maar binnen de minor willen we je in nauwe samenwerking met installatiebedrijven in Overijssel ook graag met één been in de praktijk laten staan.  

De motivatie om de minor Gebouwgebonden installatietechniek aan te bieden, kent verschillende invalshoeken, te weten: 

• Het belang om de internationale erkende Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties te behalen. Deze minor zal weliswaar niet aan alle zeventien duurzame doelen een bijdrage kunnen leveren, maar A) de samenwerking tussen onderwijs, onderwijs en ondernemers in de installatie-sector biedt interessante mogelijkheden tot kruisbestuiving en B) correct ontworpen en geplaatste installaties in gebouwen dragen bij aan een lager fossielbrandstofgebruik, een lagere CO2-emissie en een gezonder binnenklimaat. 

• De wens en noodzaak vanuit het werkveld. De installatiesector ervaart een tekort aan personeel en wil graag studenten vanuit verschillende richtingen de mogelijkheid bieden zich te verdiepen in dit mooie en relevante vakgebied. Saxion werkt nauw samen met de regionale installatiesector, waardoor deze minor dicht bij het werkveld zal staan. 

• Mogelijkheid tot uitdragen ontwikkelingen binnen het installatietechnische onderzoeksveld vanuit lectoraten. Binnen Saxion zijn verschillende lectoraten, waaronder Sustainable Building Technology (SBT), Sustainable Energy Systems (SES) en Sustainable Areas and Soil Transitions (SAST), begaan met onderzoeksprojecten om de energietransitie vooruit te helpen en om gebouwen energiezuiniger en comfortabeler te maken. Binnen deze minor brengen we onderzoek, onderwijs en ondernemers bij elkaar. 

De minor is één geheel van 30 EC op basis van een portfolio principe, maar kent daarbinnen twee onderdelen. Het eerste onderdeel legt de nadruk op het aanreiken van informatie, kennis, handvatten en de kennismaking met gebouwgebonden installaties. Het tweede onderdeel betreft een praktijkopdracht vanuit en in samenwerking met installatiebedrijven, waaraan door de studenten in groepsverband wordt gewerkt.  

Binnen de minor gebouwgebonden installatietechniek wordt het onderwijs op verschillende manieren vormgegeven.  

Er is een redelijk theoretische leerlijn, waarin technologieën voor de energietransitie in de gebouwde omgeving worden behandeld. 

Een tweede leerlijn bestaat meer uit practica bij de aangesloten installatiebedrijven, waarbij aan de hand van technische richtlijnen, standaarden en normen het echte installatiewerk door de studenten wordt ervaren. In werkplaatsen leren de studenten gas-, elektra- en waterleidingen kennen en bijvoorbeeld door bouwlocaties en bestaande installaties te bezoeken, systemen te ontwerpen en luchtkokers te plaatsen. 

Tot slot, is er natuurlijk het tweede onderdeel met de stevige projectopdracht voor groepen van drie tot vier studenten. De opdrachten zijn afkomstig van de aangesloten installatiebedrijven. Deze bedrijven bieden de studenten ook een projectruimte aan om aan de opdracht te kunnen werken. Deze is er intern een medewerker beschikbaar als aanspreekpunt voor de studenten qua huishoudelijke en inhoudelijke zaken. 

Voltijd studenten bouwkunde, civiele techniek, industrieel productontwerp, werktuigbouwkunde, elektrotechniek, technische natuurkunde of technische informatica 

De minor is één geheel van 30 EC op basis van een portfolio principe met maar één eindcijfer gebaseerd op de twee hoofdonderdelen. 

Voor het eerste onderdeel zullen de studenten individueel een cijfer krijgen. In een toets worden rekenvaardigheid, begrippenkennis en theoretische kennis getest, zodat alle studenten de te gebruiken berekeningsmethoden, termen en definities paraat hebben. Door aanwezigheid en actieve participatie bij de onderwijsbijeenkomsten (hoorcolleges, werkcolleges en practica) kan een deelcijfer worden verkregen, zodat reeds tussentijds een actieve werkhouding kan worden gestimuleerd en aan het eind worden gewaardeerd. 

Het cijfer voor het tweede onderdeel zal anders tot stand komen. De studenten zullen in groepsverband op basis van onderzoek een artikel schrijven als antwoord op het door de installatiebedrijven aangeleverde vraagstuk. Een groepscijfer zal tot stand komen, waarin het artikel, maar ook de procesgang, onderzoeksmethode en de onderbouwing om tot het artikel te komen, worden beoordeeld. De studenten zal worden gevraagd om voor de inleverdeadline van het artikel reeds een presentatie te geven, zodat eventuele vragen en feedback naar aanleiding van de presentatie nog kan worden gebruikt om het artikel te verbeteren.