HiTex-project: ‘Je moet samenwerken om te kunnen innoveren’
T-shirts die jonge astmapatiëntjes helpen met ademen, wanden die inbrekers detecteren en vloerkleden die signaleren dat iemand op de grond ligt: de combinatie textiel en techniek kan levensreddende toepassingen opleveren. De komende vier jaar werken bedrijven, onderzoekers en studenten samen aan dit soort oplossingen tijdens het HiTex-project, waaraan onlangs een miljoen euro aan subsidie is toegekend.
Al vroeg in de twintigste eeuw werd textiel gecombineerd met elektronische elementen. Zoals in de elektrische deken, in de winter nog steeds geliefd bij velen. Tegenwoordig gaat men met zogeheten smart textiles nog een stap verder: deze reageren op hun omgeving, zoals zwembroeken die van kleur veranderen als ze nat worden en stoffen die van vorm veranderen onder invloed van licht of temperatuur. “Het is een heel breed begrip,” vertelt Eliza Bottenberg, projectleider van HiTex. “Heel veel wordt smart genoemd tegenwoordig, maar wat over het algemeen als smart textiles worden gezien: textiele producten die intrinsiek of door toevoeging van functionele elementen kunnen reageren op de omgeving.”
Toch ging tot dusver die toevoeging van functionele elementen vaak ten koste van het textiel. “Je kunt zo’n elektrische deken eigenlijk niet echt als deken gebruiken. Vaak is het een kwestie van wat stroomdraden die in een lap stof zijn verwerkt, waardoor het zijn textieleigenschappen verliest. Het ademt niet meer. Wij willen ervoor zorgen dat je het op een bepaalde manier kunt integreren, zodat het ook vanuit het textiel te produceren is. Dat je een textielproduct hebt dat zijn textiele eigenschappen heeft, maar óók die extra eigenschappen.”
Werkende, bruikbare producten
Om dat te bereiken is veel onderzoek nodig en dus start in november het project HiTex, waarvoor inmiddels een miljoen euro aan subsidie is toegekend. Veertien onderwijsinstellingen, textielbedrijven en elektronicabedrijven werken binnen dit project samen aan functionele, innovatieve textielen met een geïntegreerd elektronisch systeem: embedded textiles. “We doen dit in nauwe samenwerking met de bedrijven, zodat je zeker weet dat het resultaten oplevert waar het bedrijfsleven iets mee kan.” Voor hen is dit dan ook doorslaggevend in de samenwerking.
Het traject begint voor Eliza met bepalen waar de expertise ligt van Saxion en haar studenten. “Maar ook: wat willen onze partners? Welke technieken hebben wij tot onze beschikking en wat is de status van onderzoek op dit gebied? Diverse bedrijven hebben rondleidingen in onze labs gehad, dit was voor hen doorslaggevend om deel te nemen aan dit project.
Nadat je antwoord hebt op bovenstaande vragen en de juiste bedrijven willen meewerken, kun je materialen en technieken gaan selecteren, die we vervolgens samen laten komen in de prototypes.” Dit kunnen medische oplossingen zijn, maar ook wanden die indringers detecteren of tentdoeken die zonne-energie opvangen en dit omzetten naar verwarming of verlichting. “We moeten ervoor zorgen dat wat wij ontwikkelen een stap verder gaat. Dat we een werkend product opleveren dat écht bruikbaar is en alleen nog maar gefinetuned hoeft te worden door de bedrijven.”
Samenwerken om te innoveren
Eliza heeft goede ervaringen met werken met studenten, vooral vanwege hun frisse blik. Maar ook voor henzelf is het een mooie kans. “Multidisciplinair werken is de toekomst en ook onze Fashion & Textile Technologies-studenten moeten leren om in zulke groepen aan dit soort thema’s te werken. Buiten dat je wat van textiel moet weten, moet je ook kunnen samenwerken met andere disciplines om te kunnen innoveren. Veel grote bedrijven waar we nu mee samenwerken, verwachten dat ze mensen krijgen die verstand hebben van dit soort producten.”
Toewerken naar één eindproduct
En zo is het op meerdere vlakken een multidisciplinair project: de studenten komen van de meest uiteenlopende opleidingen, de lectoraten Ambient Intelligence en Applied Nanotechnology werken mee en het project kent een grote verscheidenheid aan partners. “We nemen de gehele waardeketen mee,” vertelt ze daarover. “Van grondstofproducenten en printspecialisten tot elektronicaintegrators en eindproductieleveranciers, om ervoor te zorgen dat wat je oplevert daadwerkelijk van toegevoegde waarde is.”
Maar daar ligt tegelijkertijd een grote uitdaging, want hoe laat je bijvoorbeeld een fashion designer samenwerken met een electrical engineer? “Door veel te communiceren en vooral veel samen te zitten. Je kan het niet even afdoen met een mailtje, want je weet niet wat er bij iemand in z’n hoofd omgaat. Je moet veel praten om ervoor te zorgen dat iedereen iets ontwikkelt dat samen kan gaan in een product, want je loopt al snel het risico dat iedereen zijn eigen ding gaat doen. Daar ben je wel druk mee: zorgen dat iedereen hetzelfde beeld heeft van waar we naartoe gaan,” aldus Eliza. “Ik doe al bijna tien jaar dit soort projecten en ik vind het superleuk, ook omdat ik steeds beter weet hoe ik om moet gaan met dit soort projectgroepen. Dat je met mensen met zulke verschillende achtergronden toewerkt naar één eindproduct is écht een uitdaging. En daar heb ik heel veel zin in.”