De slimme woonwijk van de toekomst is bij uitstek een groene wijk
We kijken vaak naar waar je in een woonwijk groen kwijt kunt, maar laten we dat eens omdraaien: Dat je groen vooropzet en dat je kijkt waar je nog wegen nodig hebt”. Jasper Vollgraff is midden in de coronacrisis afgestudeerd bij de academie Bestuur Recht en Ruimte met de studierichting Stedenbouwkundig Ontwerpen met een onderzoek over de invloed van smart city-technologie op de openbare ruimte. “corona liet perfect zien wat ons in de toekomst te wachten kan staan.”
“De technologie raast verder,” stelt Jasper. “Je moet dat natuurlijk begeleiden op gebied van ethiek, beleid en regelgeving, maar afremmen of ontkennen is geen keus. Dus heb ik in mijn onderzoek niet alleen gekeken naar hoe je die technische ontwikkelingen in een woonwijk kunt implementeren, maar vooral naar wat de gevolgen zijn voor wonen in een wijk waar door technologie een nieuwe behoefte gaat ontstaan. Die nieuwe behoefte is hoogwaardig groen: natuur en recreatie om de hoek. Omdat je fijn wil wonen in die wijk waar je steeds meer tijd van de dag doorbrengt en waar je sociale leven zich steeds meer gaat afspelen.”
“De druk die daarmee op onze openbare ruimte komt te staan neemt dus enorm toe. Het is dus noodzaak serieus werk te maken van hoe je de openbare ruimte van een woonwijk daarop inricht.”
Steeds meer thuis
Corona is het bewijs van de juiste denkrichting van Vollgraff. “We werken steeds meer thuis en gaan in de pauze naar buiten om even de zinnen te verzetten. Op kantoor doe je dat met collega’s, maar die kom je nu niet tegen. Nu wil je een wandelrondje maken in een omgeving die fijn voelt. Door toename van technische mogelijkheden en omdat we daar door corona nu allemaal goed mee leren omgaan, wordt dat thuiswerken waarschijnlijk een blijvend fenomeen. Misschien nog niet komende jaren, maar de verandering zit er zeker aan te komen, kijk maar naar bedrijven die nu al aangeven na de Coronacrisis geen fysiek kantoor meer te hebben. De druk die daarmee op onze openbare ruimte komt te staan neemt dus enorm toe. Het is dus noodzaak serieus werk te maken van hoe je de openbare ruimte van een woonwijk daarop inricht.”
Groene Onderlegger
Jasper gebruikte Almelo De Riet als voorbeeld in zijn onderzoek. “Ik denk dat het daarmee de eerste volkswijk is waar de relatie met smart city is bekeken. Niet hoe het centrum van een grote succesvolle stad er uit gaat zien, maar hoe we straks gaan leven in een middelgrote volkswijk. Een wethouder van de gemeente Almelo, vroeg mij bij een interview heel terecht: ‘maar waar moeten we dan beginnen?’ Hij kan natuurlijk niet de hele wijk ineens op de schop gooien. Ik bepleit daarom – in vaktermen – de groene onderlegger. Dat bij iedere ontwikkeling voortaan eerst (denkbeeldig) het speelveld volledig groen wordt gemaakt. Daarna komt dan de discussie waar wegen en tegels moeten komen. Je verlegt dus de discussie van ‘waar is groen mogelijk’ naar ‘waar is verharding noodzakelijk’.
Als je vanuit die groene onderlegger filosofeert ga je vanzelf nadenken over de noodzaak van een auto voor de deur. Jasper bepleit mobiliteitshubs op strategische posities in de wijk. “Verzamelplaatsen waar je vanuit de wijk naar toe kunt lopen, fietsen, steppen, wat je maar wil, vanwaar je een deelauto of bus pakt als je verder weg moet, je bestelde pakketjes ophaalt en je afval heen brengt. Op deze manier hoeven al die bezorgdienst-busjes en vuilniswagens niet langer de wijk in. In de wijk zelf heb je dan alle rust ruimte en veiligheid om te recreëren, alsof je in een soort van recreatiepark woont. De mobiliteitshubs maken het tegelijkertijd wel goed mogelijk om met het OV of een vorm van deelvervoer grotere afstanden af te leggen.
Want dat is wel een andere kant van de digitaliserende wereld: we doen meer van uit huis, tegelijk wonen we ook verder van elkaar af en gaan we ook verder van huis af voor bijvoorbeeld het theater. “De tijd is wel definitief voorbij dat de hele familie in één en dezelfde straat of dan toch in elk geval in dezelfde wijk woont. Het is veel gewoner geworden dat je tante aan de andere kant van het land woont. Daar wil je ook goed naar toe kunnen. Vanuit die verkeershubs is dat heel goed mogelijk. Dus ín de wijk minder vervoer en buiten de wijk juist heel goed georganiseerd.”
Vier ontwerpprincipes
De groene onderlegger is een van de vier ontwerpprincipes die Jasper Vollgraff in zijn onderzoek heeft ontwikkeld. Deze onderlegger is ook meteen zijn aanbeveling waarmee je, bij wijzen van spreken, vandaag nog mee zou kunnen beginnen. Hoogwaardige mobiliteitshubs vormen zijn tweede principe.
De andere twee ontwerpprincipes verraden de liefde voor smart city die Vollgraff heeft.
- Een flexibele ondergrond, zodat je makkelijk de functie bovengronds kunt aanpassen. Denk daarbij aan bredere en multifunctionele kabelgoten in de grond waar je makkelijk nieuwe leidingen doorheen kunt trekken als er andere behoeftes ontstaan.
- Anticipeer op de mogelijke komst van een digitale stadsassistent. “Dat je bijvoorbeeld aan een lantaarnpaal kunt vragen wat de kortste weg is naar de supermarkt. Daar kun je de burger mee helpen en je kunt als gemeente daarmee ook sturen.”
“Juist die combi van smart city-ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor stedenbouwkundig ontwerpen, dat is een razend interessant terrein voor de tijd waarin we nu leven. Niet voor niets dat ik nu verbonden ben aan het lectoraat Smart Cities van Saxion.”