Onderzoek

Datavisualisatie: geen droge grafiek, maar een droge achtertuin

In de ogen van Mettina Veenstra, lector Smart Cities, worden we omringd door visualisaties. Klimaatverandering? Kijk maar hoe onze tuinen de afgelopen jaren zijn veranderd: wat eerst volop groeide, verdort of ‘verdrinkt’ nu steeds vaker in de zomer. In gesprek over het belang van verhalen en de rol van datavisualisatie bij grote transities en burgerparticipatie. Mettina: “Het triggert mensen. Ze zitten gelijk op het puntje van hun stoel.”

We spreken Mettina Veenstra via een videoverbinding. Op de achtergrond in haar werkkamer staat een grote gatenplant, die gaandeweg steeds meer doet denken aan een soort organische datavisualisatie. Het is een van de ontwikkelingen waarmee Mettina zich bij het lectoraat Smart Cities bezighoudt: het inzetten van fysieke representaties van data. Ofwel: datafysicalisatie.

Waarom zijn datavisualisaties en tastbare ‘fysicalisaties’ eigenlijk zo belangrijk? Mettina: “Wat wij doen bij Smart Cities is het helpen van gemeenten en regio's met urgente maatschappelijke transities. Dat doen we met behulp van data en technologie. Bij complexe uitdagingen heb je immers met heel veel data te maken, en er zijn ook steeds meer data beschikbaar. Veelal gaat het om vraagstukken rondom duurzaamheid: Hoe kunnen we klimaatadaptief worden? Hoe kunnen we ons slimmer en duurzamer gaan verplaatsen? Bij dat soort onderwerpen zetten wij onze kennis van ontwerpprocessen in. Om zo tot slimme oplossingen te komen die niet alleen functioneren, maar die ook worden geaccepteerd door de belanghebbenden. In het project ‘Verhalen vertellen met data’ was het ons doel om mensen te betrekken bij die duurzaamheidsthema’ s en er draagvlak voor te creëren.”

Dataverhalen

Verhalen vertellen met data: hoe moeten we ons dat voorstellen? “We hebben in dit project expliciet gekozen voor het inzetten van data op een laagdrempelige manier,” vertelt Mettina. “We hebben niet alleen aantrekkelijke, eenvoudige visualisaties gebruikt, maar ze ook ingebed in of vormgegeven áls verhalen. Om mensen te helpen met de interpretatie van de visualisatie, of om hen contextinformatie te verschaffen. Een van de dataverhalen gaat over klimaatadaptatie in Zwolle. In het eerste gedeelte van het verhaal krijgen inwoners dankzij visualisaties een beeld van het heden en de toekomst van hun directe leefomgeving, bijvoorbeeld wat betreft hitte en wateroverlast. Dan volgen concrete gevolgen voor mensen en dieren. Tenslotte worden inwoners aangemoedigd zelf in actie te komen in hun tuinen; er wordt een interactieve lijst met mogelijke maatregelen getoond, inclusief waar ze tegen helpen en hoeveel ongeveer.”

visualisatie-ervaring-zomerklimaat.png

De visualisatie 'Vergroening Tuinen' functioneert middels interactie met de gebruiker.

Verhalen vertellen met data

Een verhaal gaat pas leven als er toehoorders zijn. Mettina vertelt dat ze zich bij Smart Cities richten op een brede doelgroep, die juist ook bestaat uit mensen voor wie het ‘lezen’ en begrijpen van data niet vanzelfsprekend is. Mettina: “Uit onderzoek blijkt dat 25 à 30% van de Nederlandse beroepsbevolking daar moeite mee heeft. Dat is een flink percentage, maar we willen in principe iedereen meenemen. Dan moet je loskomen van het traditionele staafdiagram en openstaan voor nieuwe manieren van visualiseren. Daarbij kunnen video’s of verhalen een rol spelen. Je kunt ook verder gaan dan visualiseren, bijvoorbeeld door data hoorbaar of voelbaar te maken. Bij een van de datafysicalisaties in het project, kun je met virtual reality op verschillende plekken de temperatuur bij extreme hitte ervaren; van ‘versteende’ tot groene en schaduwrijke locaties.”

Leefpatroon van Lego

Je kunt met behulp van datafysicalisaties dus virtueel een wereld opbouwen. Maar kun je ook werken met fysieke ‘bouwblokken’? “In april heb ik in Apeldoorn een lezing gegeven,” zegt Mettina. “Daar heb ik onder andere verteld over datafysicalisatie en creatieve manieren van visualiseren. Een mooi voorbeeld dat ik toen heb aangehaald, ging over een Amerikaanse kunstenares die met Legoblokjes een plattegrond heeft nagemaakt van Amerikaanse steden. Voor iedere dag van de week had ze een kleur Lego uitgekozen, en op alle plekken waar ze van dag tot dag was zette ze dan een blokje neer. Daardoor kon je zien op welke plekken zij in de stad verbleef, hoe vaak ze daar verbleef, hoever die plekken uit elkaar lagen, enzovoort.”

Het is een creatieve manier om iemands leefpatroon te visualiseren. Maar kun je iemands leven met behulp van data ook op een positieve manier beïnvloeden? Kun je mensen het gevolg van duurzame keuzes bijvoorbeeld niet alleen laten zien, maar hen die duurzame keuzes ook laten máken? “Het triggert mensen,” zegt Mettina. “Ze zitten gelijk op het puntje van hun stoel, dat merkte ik tijdens mijn lezing ook. Volgens mij heb ik niet eerder meegemaakt dat er zoveel foto’s van mijn slides werden gemaakt. Ik moet denken aan een EFRO-project, Wetropolis. Daarvoor had een van onze projectpartners, ook een kunstenaar, een fysiek model gemaakt waar je water doorheen kon laten stromen. Zo ontdekten scholieren hoeveel ze een rivier moesten verbreden om geen natte voeten te krijgen in de stad.”

Tulip-Budies.png

Tulip Budies: 'gegamificeerde lesmethode' voor kinderen over duurzaam gedrag in huis.

Verhalen vertellen met data

Visualisaties inzetten in de praktijk

De hoop van het lectoraat Smart Cities is dat al die visuele triggers uiteindelijk ook hun doel bereiken in het alledaagse leven van mensen. “Waar je dan sowieso tegenaan loopt,” zegt Mettina, “is dat het lastig is om visualisaties in de dagelijkse praktijk te testen. Want dat willen we natuurlijk graag als praktijkgerichte onderzoekers. Je merkt dat gemeenten het spannend vinden om innovatieve concepten in te zetten; dat creatieve oplossingen soms te duur zijn. Daarom willen we ons onderzoek op een iets andere manier gaan doen. In de toekomst willen we meer innovaties in een labomgeving testen.”

Vervolgens wil Mettina datavisualisaties het liefst voor een zo breed mogelijke doelgroep inzetten: “Dan krijg je visualisaties om inwoners, de gemeente of bepaalde specialisten samen in gesprek te brengen. Boundary objects, dat is waar je het dan over hebt: objecten die je kunt gebruiken om mensen met verschillende leefwerelden en meningen makkelijker te laten communiceren.”

Gedeelde werkelijkheid

Om veranderingen in gang te kunnen zetten, moeten mensen met verschillende meningen en visies eerst ‘dichter bij elkaar komen’. Dat proces kan bemoeilijkt worden als diezelfde mensen niet uitgaan van een gedeelde werkelijkheid. Wanneer het bestaan van iets als klimaatverandering door sommigen wordt erkend en door anderen wordt óntkend, dan is het lastig om samen het gesprek te starten over oplossingen voor een dergelijk probleem. Zouden datavisualisaties dan een helpende hand kunnen bieden? “Ja, dat zou kunnen,” zegt Mettina. “Er zijn alleen ook mensen die de data zelf in twijfel trekken. Dan is er wel zoiets als joint fact finding, waar we ons meer in willen gaan verdiepen. Om te zorgen dat mensen het idee krijgen dat ze grip hebben op de data die worden vergaard. Waardoor ze ook meer vertrouwen in die data krijgen. Je ziet steeds meer voorbeelden van citizen science: mensen die hun eigen data tegenover de metingen van de overheid zetten. Bijvoorbeeld als het gaat over metingen van luchtkwaliteit.”

Een bijkomende moeilijkheid: de manier waarop we naar de realiteit kijken verandert door de jaren heen. Mettina: “Wat betreft klimaatverandering… Ik las een artikel over hoe we het weer van twee tot acht jaar geleden als de norm gaan zien. Als een soort kikkers in een pan met water; water dat langzaam aan de kook wordt gebracht. De norm schuift mee, zodat je niet meer in de gaten hebt dat het twintig jaar geleden heel anders was.”

Je moet mensen echt laten zien wat er aan de hand is, maar ook wat de mogelijkheden zijn.

Mettina Veenstra, lector Smart Cities

Waterijsjes in de tuin

We gaan naar de werkelijkheid van Mettina’s tuin. “Ik vind mijn eigen tuin ook wel een mooie datavisualisatie,” zegt ze. “Als ik daar foto's van had gemaakt, dan zou je zien hoe ik de beplanting aan de zijkant van mijn huis heb moeten aanpassen. Daar moest ik gewoon te veel water op gieten; de zon staat daar de hele dag op. Dat is een heel proces geweest, waarvan je met een reeks foto’s van de afgelopen jaren een visualisatie kan maken, en waarbij ik ook weer een verhaal kan vertellen.”

Mettina deelt haar scherm. Ze moet ineens denken aan een sterk voorbeeld van een datavisualisatie in de vorm van een foto. In beeld verschijnen enkele waterijsjes waar je direct van schrikt: geen vrolijke fruitkleuren, maar viezige substanties op een stokje. Het zijn ijsjes gemaakt van water uit vervuilde rivieren en havens in een Aziatische stad. “Als je dit ziet,” zegt Mettina, “dan moet je toch wel in actie komen?” Ze vertelt hoe ze ooit voor een project in Indonesië was. Daar zag ze hoe de burgemeester van Bandung een riviertje dat door de stad stroomde zichtbaarder maakte door langs de oevers een park aan te leggen. Tot die tijd vonden veel inwoners het heel gewoon om aan de achterkant van hun huizen afval in de rivier te gooien. Mettina: “Je moet mensen echt laten zien wat er aan de hand is, maar ook wat de mogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld hoe een schonere rivier de stad kan verrijken.” Het parkje in Bandung was dus ook weer een soort visualisatie, die in harmonie met de rivier aan inwoners liet zien hoe mooi en waardevol hun leefomgeving kan zijn.

Het is niet anders in Nederland: mensen die zien wat een probleem voor hen betekent, zijn eerder bereid om in beweging te komen. Zeker als datavisualisaties ze ook laten zien hoe dat probleem kan worden opgelost, of zelfs kan worden omgevormd tot iets waardevols. Maar, zegt Mettina: “Je kunt complexe problemen niet als gemeente alleen aanpakken, of in je eentje als inwoner. Stel: je woont in een ‘versteende wijk’ en je maakt je achtertuin groener. Maar als de buren niks doen, dan schiet je er weinig mee op. Je moet dus echt samen aan de slag. De rol van datavisualisaties is bij die samenwerking heel erg belangrijk.”

Verhalen vertellen met data

Bekijk het projectboekje online

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Corporate

Ruim 1 miljoen euro voor drie SPRONG-onderzoeksprojecten

22 november 2024
Onderzoek

Energy Flexibility Lab geopend: meer inzicht in ons energiegedrag

20 november 2024
Corporate

Een boom vol symboliek: Rob vertelt het verhaal achter de 'Netwerkboom'