Je buurman beoordelen met een app: hoe ver kun je gaan met technologie in steden en regio’s?
In de City Deal ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ doen de Saxion-lectoraten Smart Cities en Ethiek & Technologie het komende anderhalf jaar onderzoek naar toepassingen op het gebied van slimme mobiliteit en ethiek. Lectoren Mettina Veenstra en Steven Dorrestijn vertellen welke bijdrage Saxion aan het consortium wil leveren.
Het meten van bezoekersstromen en -tevredenheid in binnensteden, een mobiliteitsapp waarmee je op het platteland vraag en aanbod van vervoer slim koppelt: technologie maakt steden en regio’s slimmer, maar daarbij klinkt ook de roep om ethische afwegingen steeds luider. Zo is er privacywetgeving, die paal en perk stelt aan het opslaan van persoonsgegevens, wanneer daar geen dwingende reden voor is. In het samenspel van gemeenten, burgers en software-ontwikkelaars kan veel misgaan. Soms zonder dat je er erg in hebt, zegt Mettina Veenstra, lector Smart Cities bij Saxion. “Je kunt als gemeente een toepassing aanschaffen, waarmee je om goede redenen denkt anoniem bezoekersaantallen in je stad te meten. Wanneer dat product méér vastlegt dan jou is uitgelegd, lijk je toch zelf aansprakelijk te zijn. Een ingewikkelde kwestie, waarvan we de voorbeelden in de media terugvinden.”
Ethiek als hot item in slimme steden
Naast die juridische complexiteit ontstaat er steeds meer besef over de ethische vraagstukken rond de toenemende digitalisering en technologisering van steden en regio’s. En vaak zijn die aspecten ook verweven. “Ethiek in relatie tot slimme steden is echt een hot item aan het worden,” zegt Steven Dorrestijn, lector Ethiek & Technologie bij Saxion. “Vanuit ethisch perspectief kijken we van een afstand én met een bredere horizon naar dit soort tech-toepassingen. Een app om bezoekersstromen in binnensteden te volgen, kan perfect het doel dienen waarvoor hij bedacht is. Maar wat verwachten we op termijn van slimme steden die bol staan van dit soort technologie? Wordt het leven daar echt beter van? En wat vinden we daarin nog wel en niet meer acceptabel? De vragen dringen zich op, maar het denken over dit soort onderwerpen is deels nog onontgonnen terrein.”
Wat verwachten we op termijn van slimme steden die bol staan van dit soort technologie? Wordt het leven daar echt beter van? En wat vinden we daarin nog wel en niet meer acceptabel? De vragen dringen zich op, maar het denken over dit soort onderwerpen is deels nog onontgonnen terrein.
Ouderen naar de winkel brengen
In de City Deal Een slimme stad, zo doe je dat leveren Veenstra en Dorrestijn vanuit hun lectoraten een bijdrage aan twee instrumenten op het gebied van slimme mobiliteit en ethiek. Elk vanuit hun specifieke vakgebied, maar ook gezamenlijk. Want ook hier grijpen de raderen steeds verder in elkaar, al kunnen ze niet even snel draaien, zeggen de lectoren. Veenstra: “Ons lectoraat kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de instrumenten, vanuit een socio-technisch perspectief. Wij richten ons op het ontwerp en ontwikkelen van smart city-toepassingen. Dat doen we samen met de uiteindelijke gebruikers, zoals de inwoners van een stad of regio. Ze denken onder andere mee over wat zij nodig hebben en vooral ook wat ze acceptabel vinden. Denk aan ons Netmobil-project: een app voor kleine kernen in de Achterhoek, waar het openbaar vervoer grotendeels is weggevallen. Hoe ontwerp je als kennisinstellingen met bewoners, bedrijven en overheden dan een toepassing die professioneel en particulier vraag en aanbod slim bij elkaar brengt: van de trein tot het meerijden met je buurman, van elektrische deelfietsen tot elektrische deelauto’s. Denk ook aan golfkarretjes, bedoeld om ouderen naar de winkel te brengen, of toeristen van een parkeerplaats naar een attractie.”
Je buurman beoordelen met een app
Doordat de community zelf onderdeel is van een project, staat het perspectief van de betrokkenen centraal. En daarbij ook de ethische vragen die mee kunnen spelen. Veenstra: “Het doel van de toepassing is goed. Minder brandstofverbruik, sociale cohesie, een betere mobiliteit. Allemaal prima, maar hoe ga je om met een rating-systeem in de app? Hoe wenselijk is het om je eigen buurman publiekelijk te kunnen beoordelen hoe snel of prettig hij je moeder naar een ziekenhuisafspraak gebracht heeft? Hoe verhoudt zich dat tot het gemoedelijke gevoel van Noaberschap dat we in onze regio kennen?” In het geval van de Netmobil-app resulteerde dat in de oplossing dat het alleen mogelijk was positieve feedback te geven.
De ethische vragen worden niet automatisch ondervangen
Het voorbeeld maakt wel iets duidelijk. Namelijk de urgentie om met een lange termijnblik, vanuit ethisch perspectief naar al die nieuwe tools voor slimme steden en regio’s te kijken. Dat mensen meedenken, betekent niet automatisch dat de ethische vragen compleet ondervangen worden. “De raderen tussen onze vakgebieden grijpen in elkaar, maar draaien inderdaad niet even snel,” zegt Dorrestijn. “Wij kijken van een afstand en stellen daarbij ook de vraag welke effecten sommige toepassingen op termijn kunnen hebben. Dat gaat verder dan de doorlooptijd waarin zo’n app ontwikkeld wordt. Het is belangrijk bezwaren en dilemma’s op lange termijn voor ogen te houden.”
Hoe wenselijk is het om je eigen buurman publiekelijk te kunnen beoordelen hoe snel of prettig hij je moeder naar een ziekenhuisafspraak gebracht heeft? Hoe verhoudt zich dat tot het gemoedelijke gevoel van Noaberschap dat we in onze regio kennen?
Technology Readiness versus Ethical Readiness
Hoe kun je op een gestructureerde manier die ethische ‘meetlat’ langs dit soort toepassingen leggen? En: is er wel één manier? Dorrestijn: “Nee, daarin is veel mogelijk. Ook dat is nu volop in ontwikkeling. Voor technische ontwikkeling wordt gewerkt met Technology Readiness Levels. Als equivalent kun je denken aan een Ethical Readiness-tool met vragen en aandachtspunten rond de ethische aspecten die bijvoorbeeld kleven aan een app of een dashboard met binnenstadsdata. Zo’n tool kan een rol spelen in het ontwikkelproces. Als onderdeel van dat proces, maar nadrukkelijk ook los daarvan. Als autonoom meetinstrument dat over een langer tijdsbestek helpt om vragen te blijven stellen over de wenselijkheid en effecten van smart city-tools. Daarbij kun je ook vaststellen welke technologie je niet wilt. Of dat je moet bijsturen.”
Een gereedschapskist vol instrumenten
Uit de City Deal komen over anderhalf jaar vanuit het totale consortium tenminste twaalf nieuwe instrumenten voort, die steden slimmer en efficiënter moeten maken, zo blijkt uit de projectomschrijving. De partners werken aan een gereedschapskist met haalbare, schaalbare en deelbare instrumenten, waar steden en regio’s gebruik van kunnen maken. Ook worden de instrumenten langs de Europese democratische waarden-meetlat gelegd. Ze moeten bijdragen aan een leefbare stad, zoals bedoeld in Sustainable Development Goal 11. “Het project duurt nog anderhalf jaar, dus vanuit Saxion willen we snel uit de startblokken komen,” besluit Veenstra. Beide lectoren onderkennen dat het samenspel tussen smart city-toepassingen en ethiek daarmee niet ophoudt. Dorrestijn: “Dit soort samenwerkingen, met gemeenten, gaan een vlucht nemen. Ik kan het me bijna niet anders voorstellen. We zijn pas net begonnen.”
Kijken en lezen: Black Mirror en The Circle als dystopie
Ook in films, Netflix-series en in boeken vinden we het spanningsveld tussen technologie, sociale acceptatie en ethiek terug.
Mettina Veenstra keek via Netflix naar de Britse serie Black Mirror. In één van de eerste afleveringen kunnen personages elkaar via een rating-systeem beoordelen, waarmee hun mogelijkheden en privileges in het echte leven toe- of afnemen. Steven Dorrestijn noemt het boek The Circle van Dave Eggers, dat de inspiratie vormde voor de gelijknamige film uit 2017. Daarin worden de levens van werknemers van een tech-bedrijf in toenemende mate via technologie gecontroleerd en beïnvloed door hun werkgever.
“Dat zijn de reflecties waarover ethiek gaat,” aldus Dorrestijn. “En die werkelijkheid is dichterbij dan je denkt. In China werkt de overheid met een sociaal-kredietsysteem. In de Verenigde Staten sturen juist commerciële partijen als Facebook en Google in belangrijke mate het denken en doen. Over Europa wordt vaak gezegd dat we op zoek zijn naar een alternatief voor beide systemen: de Derde Weg, waarin burgers toch een autonome positie houden, met voldoende zeggenschap over hun eigen data.”