Ben Boksebeld over kinderarmoede in Twente: ‘sociale cohesie verkleint de kansenongelijkheid’
Niet voor alle kinderen in Nederland is het vanzelfsprekend dat ze gezond volwassen worden, een goede opleiding volgen en een leuke baan vinden. Saxion-docent Ben Boksebeld houdt zich als onderzoeker en docent Social Work bezig met het thema Kansenongelijkheid en Kinderarmoede. We blikken terug op de online talkshow die hij met de Werkplaats Sociaal Domein Twente en omroep 1Twente over het thema organiseerde.
“Gelukkig is er steeds meer aandacht voor kansenongelijkheid en kinderarmoede,” zegt Ben Boksebeld. “Maar dat betekent niet dat je zo’n complex probleem met panklare oplossingen kunt wegnemen. Vaak komen gezinnen, en daarmee kinderen, in de verdrukking door een samenloop van omstandigheden. Wie op de grens van het bestaansminimum leeft, kan door macro-economische ontwikkelingen en het politieke klimaat in een bepaalde periode nét over die grens geduwd worden. Nog afgezien van de individuele keuzes die mensen zelf kunnen maken. Of van de plek waar ze geboren zijn.”
Geboortegrond
Dat geboortegrond wel van invloed is op kansenongelijkheid en kinderarmoede, is een feit, vertelt Ben. Langjarig onderzoek vanuit de Erasmus Universiteit, over verschillende decennia, laat bijvoorbeeld via de site kansenkaart.nl tot op postcodeniveau zien hoe de inkomens zich ontwikkelen van kinderen die op verschillende plekken in Nederland opgroeien. Hoe zien we dat dicht bij huis, bijvoorbeeld in de regio Twente? “Kijk je naar kinderen die geboren worden in de Enschedese wijk Deppenbroek, dan zijn de verschillen in latere inkomensontwikkeling met kinderen uit het drie kilometer verder gelegen Lonneker levensgroot. En dan doel ik op kinderen die in gezinnen met gelijke financiële omstandigheden geboren worden: stond hun wieg in Lonneker, dan is hun inkomen als volwassene gemiddeld het dubbele dan wanneer ze in Deppenbroek geboren zouden zijn.”
Perspectief inspireert
Er is dus een sterke correlatie tussen het opgroeien in een kansrijke omgeving en het kunnen ‘verzilveren’ van die kansen, al was hij zelf niet bij dit specifieke onderzoek betrokken, vertelt Ben. “Maar als ik spreek vanuit eigen observaties, als maatschappelijk werker, als docent en onderzoeker, zie ik dat het hebben van perspectief kinderen en jongeren kan inspireren om stappen te mogen, kunnen en durven zetten. Zo bleek ooit uit een aantal interviews die ik afnam op de dorpsschool in Tubbergen, dat kinderen daar vanuit alle sociale klassen ook contact blijven houden na hun basisschooltijd. Ze komen elkaar overal tegen. Juist die sterke sociale cohesie verkleint ook de kloof met de kansen en mogelijkheden die ze als volwassenen hebben.”
Als ik spreek vanuit eigen observaties, als maatschappelijk werker, als docent en onderzoeker, zie ik dat het hebben van perspectief kinderen en jongeren kan inspireren om stappen te mogen, kunnen en durven zetten.
Werkplaats Sociaal Domein Twente
Vanuit het Saxion-lectoraat Social Work is Ben betrokken bij de Werkplaats Sociaal Domein Twente. Dat is een project van het lectoraat, waarin Saxion met het omringende werkveld kennisthema’s oppakt waarbij in de praktijk behoefte is aan ondersteuning en kennisdeling. “Niet alleen Saxion doet dat. In heel Nederland zijn er ongeveer vijftien van dit soort werkplaatsen, geconcentreerd rond een hbo-instelling. Door een subsidie van het Ministerie van VWS kunnen deze Werkplaatsen Sociaal Domein aan de hand van een meerjarenagenda thema’s vaststellen. In Twente werken we aan verschillende thema’s, maar Armoede komt ieder subsidietijdvak terug. Rond het onderwerp heeft zich een vrij stabiele groep van zeventien professionals uit acht gemeenten gevormd, waardoor het goed samenwerken is,” zegt Ben. “De groep bestaat uit sociaal werkers, beleidsmedewerkers van gemeenten, een incassomedewerker van een woningbouwvereniging, een schuldhulpverlener van de Stadsbank en een zelfstandig beschermingsbewindvoerder.”
Druk ligt vaak bij de ouders
Vorig jaar deed Ben vanuit Saxion en de Werkplaats met Saxion-studenten onderzoek naar kinderarmoede in Dinkelland en Tubbergen. Zo onderzocht hij waar kinderen en gezinnen met een laag inkomen tegenaan lopen bij leven in een relatief rijke gemeente. “Hoewel er in een kansrijke omgeving meer perspectief gloort, is de praktijk van alledag weerbarstig en ingewikkeld,” leerde Ben. “Die druk ligt in zo’n situatie ook juist vaak bij de ouders. Bijvoorbeeld wanneer de school besluit dat kinderen samen een verjaardagsfeestje geven, zodat alle kinderen uit de klas er bij kunnen zijn. Neemt een ‘rijke’ ouder het voortouw, dan kan zoiets zomaar 70 euro per kind kosten. Eén moeder vertelde me dat ze daar het hele jaar voor spaarde.”
Armoede als karikatuur
Ook zijn er de vooroordelen en misverstanden: “Wanneer je vader of moeder een redelijk goede baan heeft, maar er wel maximaal loonbeslag is, kan dat een vertekend beeld naar de buitenwereld geven. Andersom werken televisieprogramma’s de beeldvorming ook tegen. Armoede wordt uitvergroot, mensen worden soms als karikatuur neergezet, terwijl elke situatie verschilt, het verhaal vaak erg genuanceerd ligt en zich achter elke voordeur een ander verhaal afspeelt. Mensen die door pech of ziekte in de schulden zijn gekomen, worden voor zo’n programma niet gevraagd. Dat levert geen lekkere TV op.”
Binnenkort spelen we binnen onze opleiding een serious game, waarbij we als docenten een uur ervaren hoe het is om als zzp’er in de schulden te raken. Ik ken die game en heb hem wel eens gedaan. Ik had het zweet in mijn handen staan: elke vier minuten moet je een beslissing nemen, die grote impact op je leven heeft.
Bijdrage van het hoger onderwijs
Wat kan het hoger onderwijs, behalve participatie in de Werkplaatsen Sociaal Domein, bijdragen aan de problematiek? “Ik denk dat we dat vooral kunnen doen door bewustwording en kennisuitwisseling. In onze contacten met welzijnsorganisaties en scholen. Maar ook door naar onszelf te kijken. Binnenkort spelen we binnen onze opleiding een serious game, waarbij we als docenten een uur ervaren hoe het is om als zzp’er in de schulden te raken. Ik ken die game en heb hem wel eens gedaan. Ik had het zweet in mijn handen staan: elke vier minuten moet je een beslissing nemen, die grote impact op je leven heeft. Het is bekend dat het langdurig hebben van schulden iets doet met de manier waarop mensen gaan denken en beslissingen nemen. Daarom is het goed dat te blijven beseffen, wanneer we vanuit ons eigen perspectief naar de doelgroep kijken. Binnen de opleiding onderzoeken we de waarde van het inzetten van zo’n game in het onderwijs.”
Broccoli-paternalisme
Inlevingsvermogen en bescheidenheid zijn kernwaarden die toekomstig Social Work-professionals nodig hebben, als het gaat om het begeleiden van mensen met armoede en schuldenproblematiek, vindt Ben. Zo doorlopen studenten in het vierde jaar van de opleiding een module waarbij ze een casus rond een gezin moeten schrijven. Daarbij moeten ze zelf hun weg vinden in alle loketten en regelingen die er zijn. Het doet ze beseffen hoe complex de materie is. Niet alleen voor hen, op hbo-niveau, in een fictieve situatie, maar vooral voor mensen die het aangaat: met stress en problemen, vaak laaggeletterd. “Laatst las ik de term Broccoli-paternalisme. Die vond ik raak: het is belangrijk dat we hulpverleners opleiden die niet de wijken ingaan om bewoners uit te leggen dat het eten van broccoli gezonder is dan een zak chips. Veel bewoners realiseren zich dat heus wel. Het gaat erom dat je niet me een koffer vol interventies de wijk ingaat, maar dat je eerst eens luistert naar mensen.”
Ben Boksebeld is sinds 2001 werkzaam bij Saxion. Hij is als docent/onderzoeker verbonden aan de opleiding en het lectoraat Social Work.
Sustainable Development Goals
Saxion ondertekende in 2018 de Sustainable Development Goals (SDGs), ofwel duurzame ontwikkelingsdoelen die een eind moeten maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. Doel 1 van deze goals is 'Beëindig armoede overal in al haar vormen'.
In dit dossier lees je meer over de bijdrage die Saxion aan de SDG's levert: met onderwijs, onderzoek en ondernemerschap.