Onderzoek

De Digitale buurtantenne: problemen in de wijk in beeld

Jos Eertink Leestijd Minuten

Wat speelt er bij jou in de wijk? Die vraag staat centraal in het project rondom de Digitale buurtantenne: een app die sociaal werkers en andere professionals in de wijk moet helpen om grip te krijgen op uiteenlopende problematiek. Of het nu gaat over geluidsoverlast of eenzaamheid, in alle gevallen is vroegtijdige signalering het eerste doel. In gesprek met Mark Melenhorst, associate lector Smart Cities: “Een digitale tool kan het werk van sociaal werkers versterken, maar nooit vervangen. Zij zijn tenslotte de experts in de wijk.”

De zon schijnt, we kijken uit over de stad. Geen vuiltje aan de lucht bij het lectoraat Smart Cities. Vandaag gaan we het hebben over problemen die zich in eerste instantie aan het oog onttrekken. Mark Melenhorst neemt ons mee in het verhaal over de Digitale buurtantenne. “De aanleiding voor het project is een samenwerking binnen de alliantie Smart Zwolle,” vertelt hij. “Dat is een samenwerkingsverband van de gemeente Zwolle, welzijnsorganisaties, woningcorporaties en technologiepartijen. Zij zagen dat het erg lastig is om grip te krijgen op wat er precies leeft in de wijken van de stad. Iets wat de taak is van sociaal werkers, die van veel inwoners een goed beeld hebben. Maar andere groepen begeven zich onder de radar, zoals ouderen met een migratieachtergrond of inwoners met een beperkt sociaal netwerk.”

Gevraagd naar hoe zo’n blinde vlek ontstaat, zegt Mark: “Organisaties in de wijk werken steeds meer samen, maar de uitwisseling van kennis blijft lastig; bijvoorbeeld tussen een woonconsulent van een woningcorporatie en een opbouwwerker van een welzijnsorganisatie. De kennis zit in de hoofden van deze professionals, niet in systemen.” Hoewel in het sociaal domein veel wordt gesproken over datagedreven werken, is dit volgens Mark een thema dat vooral leeft bij managers en innovatiespecialisten; minder op de werkvloer. Daarnaast is de beschikbare data vaak niet bruikbaar voor de vroege signalering van problemen in een wijk. Mark: “Veel onderzoeken naar de leefbaarheid in wijken richten zich op wat beleidsmakers willen weten. Dan gaat het over vragen als: hoe staat het met veiligheid, of hoe staat het met de sociale cohesie? Wat dan wordt gemeten, hoeft niet overeen te komen met wat inwoners bezighoudt.”

We spraken iemand die zei: ik zit met een gebroken been thuis en mijn man moet werken. We hebben niemand die ons kan helpen.

Mark Melenhorst, associate lector Smart Cities

Sociale cohesie

Kennis die in hoofden blijft zitten en niet meten wat je allemaal zou kúnnen meten. Waar leidt dat toe? “We weten dat je dan niet goed preventief kunt handelen,” zegt Mark. “Iets wat speelt in een wijk, kan dan snel een probleem worden; als een veenbrandje dat gaat opvlammen. Denk aan spanningen tussen verschillende groepen. Bij zo’n probleem wil je tijdig ingrijpen, voordat zaken escaleren. Hoe zorg je dat je heel vroeg weet wat er aan de hand is? Daar gaat het project eigenlijk over.”

Travers, een stichting voor welzijnswerk in Zwolle, ervaart dagelijks in de praktijk wat er zoal speelt in de wijken van de stad. Maar hoe pak je een thema als ‘gebrek aan sociale cohesie’ nou echt beet, en hoe werk je daarbij projectmatig aan oplossingen? Vanuit dat soort vragen werd het lectoraat Smart Cities betrokken. Er volgde een KIEM-project voor eenjarig, verkennend onderzoek, met specifieke aandacht voor de Zwolse wijk Stadshagen. “Sociale cohesie is daar wel een probleem,” zegt Mark. “Stadshagen is een nieuwe wijk aan de rand van de stad, met veel nieuwbouwwoningen. Daar wonen veel gezinnen, waarvan de volwassenen vaak aan het werk zijn. Dat zorgt ervoor dat er nog weinig onderlinge banden tussen bewoners zijn. Waardoor je – als er iets misgaat – ook lastig samen kunt ingrijpen. We spraken iemand die zei: ik zit met een gebroken been thuis en mijn man moet werken. We hebben niemand die ons kan helpen.”

Verhalen vertellen

Binnen het KIEM-project was er met name aandacht voor technologie die signalen uit de wijk in beeld brengt voor wijkprofessionals. Laagdrempeligheid was daarbij het uitgangspunt, zodat de respondentengroep niet alleen zou bestaan uit mensen met voldoende tijd, zin en kennis om aan een onderzoek deel te nemen. “Er was veel interesse in de rol die het vertellen van verhalen kan spelen,” zegt Mark. “Verhalen vertellen is ontzettend laagdrempelig; we doen het al sinds mensenheugenis. Maar hoe kóm je aan die verhalen, en hoe weet je inwoners ‘zo gek te krijgen’ dat ze ook daadwerkelijk delen wat hen bezighoudt?”

Het waren uitdagingen waarbij de hulp van studenten werd ingeroepen. “Studenten van Social Work hebben een methode gebruikt die eerder is ontwikkeld aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen,” vertelt Mark. “Die methode heet de Wijkwaardenkaart. Studenten van het Saxion Medialab hebben daarnaast communicatieconcepten bedacht om inwoners te bereiken en hun aandacht te trekken. Bijvoorbeeld met behulp van projecties die mensen naar een ‘pop-up-tent’ leiden, waarin ze hun verhaal kwijt kunnen aan professionals.”

Onder sociaal werkers is de affiniteit met technologie niet heel sterk; zij zijn juist gewend om op basis van persoonlijk contact en opgebouwde relaties te werken ... We hebben bij elke stap van het proces welzijnsprofessionals betrokken, en zo langzaam draagvlak opgebouwd.

Mark Melenhorst

Belevingswerelden

Na het verzamelen van de verhalen was het weer de beurt aan Mark en zijn onderzoeksteam. “Wat doe je met al die verhalen?” vraagt hij zich hardop af. “Hoe zorg je dat professionals er ook echt iets mee kunnen? Eerst hebben we in kaart gebracht hoe het werk van opbouwwerkers en andere professionals eruitziet. Vervolgens hebben we gekeken hoe dat werk ondersteund kan worden met technologie. Onder sociaal werkers is de affiniteit met technologie niet heel sterk; zij zijn juist gewend om op basis van persoonlijk contact en opgebouwde relaties te werken. In eerst instantie loop je dan ook wel tegen wat scepsis aan. Als je daar overheen wilt stappen, moet je eigenlijk al direct samenwerken en laten zien wat technologie kan betekenen. We hebben bij elke stap van het proces welzijnsprofessionals betrokken, en zo langzaam draagvlak opgebouwd.”

In de loop van het project werden de mogelijkheden die een app kan bieden onderzocht. Deze app kreeg als werktitel de ‘Digitale buurtantenne’. In een vervolgproject wil Mark vanuit dit concept de belevingswerelden van wijkbewoners en welzijnsprofessionals dichter bij elkaar brengen. “Dan gaan we een werkende toepassing bouwen,” zegt hij. “Je moet je voorstellen dat de app de belangrijkste ‘signalen’ toont die horen bij een wijk. We gebruiken AI om signalen over de betreffende wijken uit de verzamelde verhalen en andere databronnen te halen. Denk hierbij aan data uit registratiesystemen van welzijnsorganisaties, open databronnen van de gemeente over voorzieningen in de wijk, et cetera. Deze analyses kunnen ook inzicht geven in de oorzaken van een probleem.”

signals-of-change-wide.jpg

In het project zijn verschillende concepten uitgedacht en interactieve mock-ups gemaakt: afbeeldingen van een app waar je doorheen kunt klikken. Hierbij ging het niet om werkende software, maar om een middel om de ideeën vanuit het project effectief te visualiseren.

Digitale collega

Uiteindelijk zal een welzijnsprofessional zich dankzij de Digitale buurtantenne snel een beeld kunnen vormen van wat er speelt in een wijk. De vraag wat er vervolgens met die informatie kan worden gedaan, staat nog open voor discussie. “De technologie alleen vertelt nooit het hele verhaal,” zegt Mark. “Nog belangrijker is de interpretatie van de mensen in het werkveld. Zij kunnen de app zien als een soort digitale collega die met je meedenkt. De app geeft aan wat er zou kunnen spelen en verrijkt je eigen beeld. Maar omgekeerd kan een professional ook waarnemingen invoeren die collega’s weer kunnen gebruiken.”

Nu het KIEM-project is afgerond, wordt er gekeken naar verschillende vervolgrichtingen. “Eén ervan richt zich op technologie,” zegt Mark. “Hoe kun je met AI de signalen uit alle verschillende databronnen op zo’n manier samenbrengen en verwerken dat je er ook echt iets aan hebt in het welzijnswerk? En hoe kun je gebruikers daarop laten reageren, zodat het systeem daar weer van leert? Het andere deel gaat meer over inwonersparticipatie. Waarbij we kijken hoe je verschillende groepen inwoners enthousiast kunt maken om hun verhaal te vertellen.”

Je wilt dat inwoners tevreden zijn over hun leefomgeving. De wijk moet er beter van worden. Maar je wilt ook een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het werk van de wijkprofessionals.

Mark Melenhorst

Data en intuïtie

Om juist ook mensen te bereiken die doorgaans niet snel hun verhaal doen, is creativiteit nodig. Een van de ideeën die in dit verband worden bekeken, is de toepassing van een soort ‘Man-bijt-hond-achtige Babbelbox’. Op de langere termijn is het vooral belangrijk dat wijkbewoners weten dat er een plek is waar ze met hun verhaal kunnen aankloppen, en dat er dan naar hen geluisterd wordt. Hierbij zal rekening worden gehouden met verschillende doelgroepen. Immers: een jongere zal bij het delen van een verhaal bijvoorbeeld andere behoeften hebben dan een oudere wijkbewoner.

Tot slot: wanneer is de Digitale buurtantenne echt geslaagd? Mark: “Je wilt dat inwoners tevreden zijn over hun leefomgeving. De wijk moet er beter van worden. Maar je wilt ook een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het werk van de wijkprofessionals. Onder andere door hen te helpen meer beslissingen te nemen op basis van data, in plaats van alleen op intuïtie. Er zit een sterke verschuiving in welzijnswerk van zorg naar preventie. Daarmee wordt het werk steeds belangrijker, maar tegelijkertijd wordt het budget eerder kleiner dan groter. Je moet dus meer doen met minder mensen. We hopen dat de Digitale buurtantenne in dat licht kan helpen, door professionals in te zetten waar ze het hardst nodig zijn.”

Fotografie: Thomas Busschers

Op zoek naar partners

Voor het vervolg van de Digitale buurtantenne zoeken Mark en zijn teamleden nog naar nieuwe partners. Hij vertelt: “We willen een learning community opzetten die samen met ons wil leren over ‘vroegsignalering’, datagedreven werken en inwonerparticipatie in wijken binnen het sociale domein. We zoeken bijvoorbeeld naar gemeentes, welzijnsorganisaties en woningcorporaties. Daarnaast zijn we op zoek naar technologiebedrijven die samen met onze engineers en data scientists de technologie willen ontwikkelen en hier businesskansen in zien.”

Meer weten? Neem contact op via 06 -5494 4484, [email protected] of kijk op de website van Smart Cities.

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Fritha de Swardt (foto: Thomas Busschers) Onderwijs

De huiskamer als hart van de academie: ‘Studenten mogen me hier alles vertellen’

21 april 2025
Jouwtoekomst_podo.jpg Event

Podotherapie symposium - van onderzoek naar praktijk

13 juni 2025 Deventer Ketelhuis
Rosanne Eeftink (Fotografie: Marjon Kranenburg) Corporate

Podcast Couleur Lokaal: hoe Rosanne als loopbaancoach bij Saxion haar eigen plek vond