Wiro Kuipers hoopt ondanks coronacrisis op estafette-effect met EnschedeLab
De coronacrisis treft ons allemaal, maar de gevolgen zijn voor iedereen anders. Hoe gaan de verschillende studenten, teams en afdelingen hiermee om? Na een pilotfase gaat studentendenktank het EnschedeLab na de zomer écht beginnen. Coördinator Wiro Kuipers is ambitieus, maar hoopt van harte dat fysieke ontmoeting tegen die tijd weer mogelijk is. “Voor de studenten van de verschillende instellingen is het verrekte handig dat ze elkaar een keer in de ogen kunnen kijken.”
Het EnschedeLab
Begin 2018 beginnen Gemeente Enschede, Saxion, Universiteit Twente, ROC van Twente en Aki/Artez het EnschedeLab. Studenten van de vier kennisinstellingen werken hier naast hun studie samen aan maatschappelijke vraagstukken rondom duurzaamheid en zelfredzaamheid. Studenten leren er samenwerken en op een creatieve manier oplossingen te bedenken om de stad Enschede verder te helpen. Na twee pilotrondes begint in september de tweede fase.
Hoi Wiro! Allereerst, hoe gaat het met je?
“Wat betreft de gezondheid gaat het helemaal goed: iedereen is fit, thuis ook. Dus dat valt mee. Ik ben ook heel blij met het mooie weer, zodat we vaak met de kinderen naar het park kunnen om buiten te spelen.”
Je bent onlangs begonnen als coördinator van het EnschedeLab. Hoe gaat dat?
“Dat is wel even wennen. Ik ben half maart begonnen en mijn eerste werkdag was dag twee van de lockdown. Ik heb dus nog niemand in levenden lijve gezien, alleen maar via de laptop. Het is heel functioneel en ik krijg iedereen makkelijk te pakken, maar ik mis heel erg het informele. We hebben het designlab als uitvalsbasis en als ik daar zou zitten, zou ik een heleboel dingen horen waarvan ik niet wist dat ik ernaar moest vragen. Nu krijg ik alleen antwoorden op de vragen die ik stel. Het voelt heel eendimensionaal.”
Hoe vergaat het het EnschedeLab tijdens de coronacrisis?
“Het is nu de opgave om vanaf het nieuwe collegejaar een structureel programma neer te zetten voor het lab. Het was eigenlijk het idee om dat fors te doen, maar in deze tijd is het lastig om de goede mensen bij elkaar te krijgen. En dat staat dan nog los van dat we niet weten hoe het nieuwe collegejaar eruitziet. We hebben een poosje geworsteld met hoe we het lab van de grond kunnen krijgen, maar sinds een week of twee hebben we het besef dat we het beste vier keer per jaar een korter programma met gerichtere thema’s kunnen starten, die open staat voor alle studenten. Het ziet er naar uit dat we in september kunnen beginnen en of dat dan fysiek gebeurt of online, daar moeten we nog een ei over leggen. Maar dat er iets gaat gebeuren en dat het te maken heeft met de coronasamenleving: dat staat vast.”
Normaal gesproken werken jullie aan een aantrekkelijke en groene stad, maar ik kan me voorstellen dat de focus nu inderdaad verlegd wordt naar stad die coronaproof is.
“De vraagstukken passen altijd bij de doelstellingen van de stad en we proberen het zo vorm te geven dat het aansluit bij maatschappelijke vragen en thema’s die spelen binnen wijken, buurten en wooncorporaties. Het gaat vaak over duurzaamheid, energie en samenleven, maar in deze tijd gaat het vooral om: hoe komen we uit deze crisis? Hoe ziet de wereld er dan uit? Het ligt natuurlijk heel erg voor de hand dat dat de eerste thema’s zijn waar we ons op storten.”
Het programma an sich kunnen we prima online faciliteren, maar juist voor het samenwerkingsaspect kan ik me goed voorstellen dat het waardevol is dat je elkaar ontmoet. Vooral voor de studenten van de verschillende instellingen is het verrekte handig dat ze elkaar een keer in de ogen kunnen kijken.
Na de pilotfase gaan jullie nu de volgende fase in.
“We hebben nu in twee rondes uitgeprobeerd hoe het werkt om vier kennisinstellingen bij elkaar te brengen. Daarin hebben we gemerkt dat het samenwerken voor de studenten heel waardevol is. We merkten ook dat er genoeg vraagstukken zijn die zich lenen voor zo’n soort benadering. We gaan er alles aan doen om na de zomer elk kwartaal een zogeheten nanochallenge te starten. Daarvoor zijn we nu volop bezig met bijvoorbeeld de huisstijl en om instellingen te laten aanhaken, zodat ze vraagstukken bij ons kunnen neerleggen en we de thema’s die niet bij ons passen kunnen onderbrengen bij het Smart Solutions Semester, het Safety&SecurityLAB of welke Saxion-afdeling dan ook.”
Hoe ziet het er voor de studenten straks uit?
“We roepen straks elk kwartaal een nanochallenge in het leven die vier tot zes weken duurt. Alle studenten van de vier kennisinstellingen kunnen zich aanmelden en er is plek voor vijftig personen. Die kunnen dat doen vanuit een bepaald vak dat ze al volgen, een stage die ze lopen of een afstudeeronderzoek dat ze doen; dat maakt niet uit. In die periode van vier tot zes weken vragen we ze om vier dagen te helpen bij een uitdaging die centraal staat. We zijn ook aan het kijken of we er studiepunten aan kunnen hangen of dat we op een andere manier erkenning kunnen regelen. Het wordt dus niet, zoals eerst de bedoeling was, een keuzemodule of minor. Zo biedt het ons de gelegenheid om vaker in het jaar een challenge te starten.”
Hoe belangrijk is het voor jullie dat studenten straks weer fysiek bij elkaar mogen komen?
“Het programma an sich kunnen we prima online faciliteren, maar juist voor het samenwerkingsaspect kan ik me goed voorstellen dat het waardevol is dat je elkaar ontmoet. Vooral voor de studenten van de verschillende instellingen is het verrekte handig dat ze elkaar een keer in de ogen kunnen kijken. Het is me wel wat waard dat we in ieder geval aan de kennismaking en het opstarten van de samenwerking een fysiek component kunnen toevoegen.”
Hoe kijk je naar de toekomst van het EnschedeLab?
“Met deze opzet een stuk positiever, juist omdat dit een hele mooie gelegenheid biedt om continue nieuwe vraagstukken voor de stad op te lossen. We hopen hiermee extra thema’s los te maken, waarmee studenten in een real life situatie aan de slag kunnen. Ik hoop dat we zo een soort vliegwiel worden dat allerlei oplossingsrichtingen kan bieden, ook voor het reguliere onderwijs. Zo kan het zijn dat uit onze challenges een aantal ideeën komen, die vervolgens weer binnen het Smart Solutions Semester uitgewerkt kunnen worden of passen bij een minor van Universiteit Twente. Het moet echt een soort estafettestokje worden die doorgegeven wordt.”