Archeologie-studenten zoeken met drones naar verdwenen boerderij: ‘We hikken tegen een derde revolutie aan’
Hoewel je als archeoloog juist een beetje blijft hangen in het verleden, moet je in dat vakgebied ook met je tijd meegaan. Tijdens de module Digitale Archeologie leren docenten Roeland Emaus en Maarten Sepers hun studenten over de nieuwste technieken, bijvoorbeeld in de zoektocht naar een verdwenen boerderij in Zieuwent, maar ook om daar juist kritisch naar te kijken. “Techniek zal nooit een ervaren archeoloog helemaal kunnen vervangen.”
Hoi Roeland, waar zijn jullie dit kwartiel precies mee bezig?
“In het vierde kwartiel zijn we bezig geweest met de module Digitale Archeologie, waarin we Archeologie-studenten onderwijzen over de technieken waarvan wij denken dat ze over vijf jaar normaal zijn binnen de archeologie. Sommige daarvan zijn geheel fysisch, maar we werken bijvoorbeeld ook met infraroodcamera’s die onder een drone bevestigd zijn. Net als dat we met gewone camera’s en onderwatercamera’s werken. We behandelen tijdens de module vijf casussen en een daarvan gaat over een gebied in Zieuwent. Op oude kaarten kun je zien dat daar vroeger enkele boerderijen stonden en de eigenaar en initiatiefnemer Stefan Pape wilde daar iets mee. Voor ons is het een leuke casus om te kijken of we met nieuwe technieken oude sporen kunnen vinden. Het is een mooie plek om dit soort dingen te oefenen en studenten kennis te laten maken met wat ze met deze technieken kunnen.”
Hoe proberen de studenten die boerderij te achterhalen?
“Tijdens deze casus maken we specifiek gebruik van infrarood. Daarmee kun je al veel eerder dan het menselijk visueel systeem zien of planten uitgedroogd zijn of zich niet goed voelen. Als er puin onder de grond ligt, doet dat namelijk wat met de groei van een plant. Dat puin kan bij wijze van spreken van gisteren zijn, maar ook van een 200 jaar oude boerderij. Dit betekent dat je met tien minuten veldwerk een heel perceel en dus misschien wel een heel kluster van boerderijen hebt bekeken. Daarna laten we de computer die beelden omzetten. Dat is dus heel efficiënt, maar toch geeft het geen zekerheid, want slechte plantengroei kan ook komen door bijvoorbeeld een kevertje.”
En, is-ie gevonden?
“De studenten zijn nu bezig met het verwerken en interpreteren van de beelden. Tot nu toe lijkt het erop dat we vooral oude wegenpatronen kunnen zien. Die zie je duidelijk lopen en dat is op zichzelf geen wereldschokkend nieuws, want die weg staat ook op de oude kaart, maar het is wel een goed voorbeeld van hoe je zo’n nieuwe techniek in een simpele casus onder de knie kunt krijgen. Of we die boerderij gaan vinden, is nog even afwachten, maar het is sowieso heel leuk en spannend.”
Het idee van deze module is juist ook om dit kritisch te leren inzetten, want een nieuwe techniek is zeker een stap voorwaarts, maar vervangt niet de oude manier van werken. Dat moeten ze heel goed in de smiezen hebben.
Jullie werken vaker met drones, hè?
“We hebben sinds kort twee drones erbij, omdat de wetgeving nu zegt dat iedereen een vliegbewijs moet hebben om met een drone te vliegen, tenzij deze lichter is dan 250 gram. We hebben er dus een aangeschaft van 249 gram, met het idee dat ook onze studenten gewoon kunnen vliegen als ze veldwerk willen doen en dus geen dronecertificaat nodig hebben. En we hebben dus ook wat duurdere drones met heel goede camera’s, voor dit soort casussen.”
Ik kan me voorstellen dat de archeologie, met alle nieuwe technieken van tegenwoordig, langzaam aan het veranderen is.
“Echt vroeger tekenden archeologen alles nog met de hand. Daar is kwalitatief niks op aan te merken, maar er is wel een soort digitale revolutie geweest in de jaren negentig. Vanaf toen ging alles met een elektrisch apparaat en kon er veel sneller en nauwkeuriger gewerkt worden. Nu hikken we tegen een derde revolutie aan, waarbij straks het veldwerk niet meer met de hand wordt gedaan, maar dus met drones. Niet zozeer omdat deze techniek zo nieuw is, maar ook omdat drones beter beschikbaar zijn en de software steeds goedkoper en completer wordt. Daarnaast worden de computers steeds krachtiger en bovendien steeds bereikbaarder voor iedereen. Daardoor kunnen we in de archeologie in de toekomst steeds iets kwalitatievere en effectievere dataverzameling doen in het veld.”
Dat is een mooie ontwikkeling, toch?
“Zeker, maar het idee van deze module is juist ook om dit kritisch te leren inzetten, want een nieuwe techniek is zeker een stap voorwaarts, maar vervangt niet de oude manier van werken. Dat moeten ze heel goed in de smiezen hebben. Ook het interpreteren van resultaten kan nooit volledig door een algoritme of artificieel intelligence gedaan worden. Techniek zal nooit een ervaren archeoloog helemaal kunnen vervangen, het blijft toch mensenwerk. Het is niet alleen de ontwikkeling van de technieken, maar ook de toepassing die belangrijk is. Want we zijn natuurlijk niet voor niks een university of applied sciences.”