Nieuwe onderwijsminister Robbert Dijkgraaf spreekt met Saxion-studenten: ‘Het laat zien dat hij er voor ons is’
De maandag aangestelde minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf heeft woensdagmiddag gesproken met enkele Saxion-studenten. Tijdens een online sessie vroeg hij hoe het met hen ging en bespraken ze de huidige coronasituatie. “De minister had begrip voor onze situatie en vertelde dat hij trots op ons is.”
Minister Dijkgraaf, die samen met zijn collega-ministers afgelopen maandag werd beëdigd, wilde zo snel mogelijk kennis maken met studenten van de verschillende typen onderwijs die onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Voor hem was het woensdagmiddag, zij het digitaal, het eerste werkbezoek aan een hbo-instelling. Een uur lang sprak hij, na een korte introductie van College van Bestuur-voorzitter Anka Mulder en onder leiding van docent Stefan van Ekeren, met tien studenten: Technische Natuurkunde-studenten Zoë Bruggeman, Maatje van Damme, Luka Koopmans, Jurre Nikkelen, Max Kooijer, Stef Arends, Mark Slot en Lars van Boven, Elektrotechniek-student Thijs Alberts van Solar Team Twente en Fysiotherapie-student Jeroen Koopman.
Veerkrachtig
Dijkgraaf opende de sessie met het feit dat hij op dag drie zit van zijn nieuwe leven. “Het is de eerste keer in dit nieuwe leven dat ik studenten spreek, maar ik heb er m’n hele leven mee gewerkt en ben er zelf natuurlijk ook één geweest. Ik was maandag heel vereerd om op bezoek te zijn bij de koning, maar ik ben nog veel meer vereerd om met jullie te spreken”, sprak hij de studenten toe. “Overigens ben ik nu zelf ook weer student, want ik ben nog volop aan het leren. Ik ga jullie dan ook niks vertellen, want ik wil horen hoe het met jullie gaat in deze rare tijd en wat wij kunnen doen om jullie te helpen.”
Het is heel belangrijk dat jullie ontdekken wat voor jullie werkt en dat wij suggesties krijgen. Want ik denk dat jullie beter zicht hebben op wat de toekomst nodig heeft dan ik.”
De studenten vertelden de minister over hoe zij het ervaren om onderwijs te volgen in coronatijd. Daarbij benoemden zij het gemis van het sociale contact, de hogere drempel om vragen te stellen tijdens de online colleges, maar ook de positieve veranderingen, zoals het wegvallen van de soms lange reistijd. Ook kwamen de buddygroepen, het 100 dagen-programma en de overwinning van Solar Team Twente tijdens de Solar Challenge Morocco aan bod. Dijkgraaf was onder de indruk van de studenten. “Respect voor jullie allemaal, hoe jullie hiermee weten om te gaan in zo’n cruciale periode. Het is mooi om te zien hoe veerkrachtig jullie zijn.”
In gesprek blijven
Ook riepen de studenten de minister op om, naast de universiteiten, ook aandacht te geven aan het hbo-onderwijs én om vooral in gesprek te blijven. Dat is Dijkgraaf zeker van plan. “Ik ben op zoek naar goede ideeën, waarvan jullie vinden dat ze nodig zijn en we ze eens moeten proberen. Want dat is hoe het leven werkt: dingen uitproberen. Het is heel belangrijk dat jullie ontdekken wat voor jullie werkt en dat wij suggesties krijgen”, besloot hij. “Want ik denk dat jullie beter zicht hebben op wat de toekomst nodig heeft dan ik.”
Geeft vertrouwen
Technische Natuurkunde-student Luka Bootsma was blij met het gesprek met de minister, waarin ze zich kwetsbaar opstelde. “Ik heb het wel lastig gehad”, vertelt ze na de sessie. “Ik ben verhuisd naar Enschede en werd ineens in het diepe gegooid, op m’n kleine kamertje in een stad waar ik niemand ken. Je mist het gebrek aan interactie en je motivatie gaat toch omlaag. De minister had begrip voor onze situatie en vertelde dat hij trots op ons is. Het is fijn dat hij de interactie zoekt met studenten en dat hij echt wil horen wat wij erover te zeggen hebben. Al vond ik het stiekem wel jammer dat er niet meer tijd was om nog wat vragen te stellen.”
Medestudent Maatje van Damme legde minister Dijkgraaf het buddysysteem uit. “Hij vond het een interessante manier van aanpak om studenten closer te krijgen. Het was fijn dat we met hem in gesprek konden, dat geeft vertrouwen en laat zien dat hij er voor ons is. Ik denk dat ik nu ook wel wat meer ga nadenken over gerichte oplossingen en áls me iets te binnenschiet, zal ik hem zeker een bericht sturen.”