Christian Struck (fotografie Robin Kamphuis)
Onderzoek

Christian Struck geïnstalleerd als lector SBT: ‘We moeten alles op alles zetten om de opwarming van de aarde te temperen’

Hij loopt er niet per se warm voor: vanaf een podium een publiek toespreken. “Ik hecht meer waarde aan doelgerichte gesprekken op ooghoogte,” vertelt hij. Toch vindt Christian Struck zijn installatie als lector Sustainable Building Technology vandaag wel een belangrijk moment. Vooral om de balans op te maken van de afgelopen jaren. En om vooruit te kijken naar waar wat hij wil bereiken. Met zijn team en met maatschappelijke partners.

In 2015 kwam Christian Struck bij Saxion in dienst als docent/onderzoeker Werktuigbouwkunde en twee jaar later startte hij zijn werkzaamheden als lector. Vandaag wordt hij, met zijn lectorale rede, officieel in die rol geïnstalleerd. Waarom staat hij met dat dubbele gevoel op het podium? Christian: “Ik heb geen podiumvrees, ook geen moeite met het toespreken van mensen, maar ik spiegel onze prestatie altijd aan de maatschappelijke behoeftes. En aan mijn eigen ambitie. Wij zijn als maatschappij in transitie. Voor toekomstige generaties hangt daar veel van af. We willen het goede doen. Dat is mijn grootste uitdaging.”

Intensieve samenwerking

Niettemin wordt het een feestelijk moment, waarop Christian met trots kijkt naar de manier waarop zijn lectoraat de samenwerking rond het dossier duurzame gebouwtechnologie (sustainable building technology) vormgeeft. Niet alleen met het werkveld, maar ook met het onderwijs en onderzoek dat in de hele kennisketen plaatsvindt. “Met de ROC’s, met de universiteiten. Een intensieve samenwerking tussen het regionale mbo, het hbo en wo-instellingen is belangrijk. Juist de nieuwe methoden en de kennis uit het wetenschappelijk onderzoek hebben meerwaarde voor alle betrokkenen, zeker ook voor het bedrijfsleven. Het praktijkonderzoek speelt een belangrijke rol om die methoden en kennis specifiek te maken. Ze in de juiste context te plaatsen. Aanvullend kunnen de uitdagingen uit het bedrijfsleven juist weer het onderzoek van hogescholen en universiteiten voeden.”

Katalysator

De uitdagingen zijn groot. Zo is in Nederland de gebouwde omgeving verantwoordelijk voor 38% van de CO2-emissies. De uitdagende ambitie is om voor 2050 een CO2-neutrale en circulaire gebouwde omgeving te realiseren. Dat vraagt om het gebruik van andere energie- en installatiesystemen, maar ook om nieuwe bouw- en renovatieconcepten. Zoiets bereikt niemand in zijn eentje. Samenwerking is het sleutelwoord. Net als het slaan van de brug tussen gebouwontwerp en -exploitatie, waarbij gebouwen samen met de energie- en installatiesystemen in die praktijk minstens zo goed presteren als in de ontwerpfase werd berekend. Dat vraagt op zijn beurt weer om het zichtbaar maken van de prestaties van gebouwsystemen. Niet alleen data is belangrijk. Het draait ook om het in kaart brengen van de behoeftes van gebruikers van gebouwen en de manier waarop zij hun gedrag aan kunnen passen. Tenslotte is er een maatschappelijk en economische perspectief. Hoe gaan we die grootschalige renovaties en andere manieren van bouwen en wonen op een haalbare en betaalbare manier met elkaar organiseren?

Ik kan me voorstellen dat bedrijven zeggen: als de markt gaat veranderen, hoe moet ik dan meebewegen? Hoe pas ik mijn diensten en producten zo aan dat er ook voor mij nog een plek is in die nieuwe samenleving?

Christian Struck (fotografie Robin Kamphuis)
Christian Struck, lector Sustainable Building Technology

Struikelen over de eigen ambitie

Het voelt misschien als een enorme kluwen: alles grijpt in elkaar. Waar begin je? Christian: “Het is ook complex, maar het strategische doel tot 2050 is duidelijk. De markt beweegt, iedereen is inderdaad zoekende, komt met ideeën en concepten, maar tast ook nog voor een deel in het duister. Ik kan me voorstellen dat bedrijven zeggen: als de markt gaat veranderen, hoe moet ik dan meebewegen? Hoe pas ik mijn diensten en producten zo aan dat er ook voor mij nog een plek is in die nieuwe samenleving?” De sleutel tot veel oplossingen ligt, zo stelt Christian, bij onderzoek op tactisch niveau. Denk daarbij aan het formuleren van opschaalbare bouw- en renovatieconcepten. “Je kunt vanuit de overheid roepen dat er, tot 2030, per jaar honderdduizend warmtepompen geïnstalleerd moeten worden. Maar dat betekent wel dat de levertijden oplopen, door ontbrekende productiecapaciteit. Of dat ze op plekken komen waar andere oplossingen misschien slimmer uit hadden gepakt."

Wijkgerichte renovatieaanpak

Het geldt ook voor de miljoenensubsidies die landelijk zijn vrijgemaakt voor de wijkgerichte renovatieaanpak, zegt Christian: "Het streven is heel nobel, maar gemeenten vinden het vaak complex om die aanpak echt handen en voeten te geven. Je ziet ze soms struikelen over hun eigen ambitie. Want lijken de technische oplossingen goed gekozen, dan krijgen ze bijvoorbeeld de bewoners niet mee. Verder zie je dat woningen onderling te veel verschillen om één oplossing toe te passen voor alle gebouwen in een wijk.”

De eindgebruiker meenemen

Dus: we willen allemaal wel, maar we weten niet hoe we met elkaar de juiste weg moeten bewandelen? “Precies. De langetermijnstrategieën zijn vaak onvoldoende concreet en ze veranderen nogal. Het loopt altijd weer vast op het meekrijgen van eindgebruikers, bijvoorbeeld bewoners. Hun woningen verschillen te veel voor de one size fits all-oplossing. Dan is het vaak ook logisch dat mensen niet zomaar kunnen of willen investeren in duurzame oplossingen.” De onlangs voorgestelde nieuwe contingentenaanpak moet de komende jaren een oplossing bieden. Daarbij worden woningen niet per wijk, maar per type ingedeeld. Het soort woning (bijvoorbeeld bouwjaar, type) wordt leidend voor welke manier van renovatie geschikt is. Een nieuwe aanpak, maar opnieuw eentje die niet zonder risico’s is, vertelt Christian. “Nog steeds loop je tegen de vraag aan: hoe krijg je woningeigenaren mee om zelf te investeren? Dat geldt trouwens ook voor woningcorporaties als eigenaar. De oplossing is om bij de bron te beginnen: eerst behoeftes van gebruikers inventariseren, een strategie en concepten formuleren en uitwerken en bewoners daar in meenemen. Ze inzage geven, naar ze luisteren, ze bewust maken van wat er anders kan en wat de economische consequenties zijn. Daarmee kom je tot breed gedragen renovatieconcepten, in de gewenste omvang.” En het gaat ook om het richting geven aan de markt, zegt hij: “Bedrijven weten dan beter: ah, die kant willen ze op met dát type woningen.”

De voorgevel van een pand staat in de stijgers. Een deel van de voorgevel met ramen hangt aan een hijskraan.

Strategisch, tactisch of praktisch?

De tactische laag dus, maar gaat het niet vooral om de praktische laag? “In de praktijk is er nu een wildgroei aan oplossingen die ontwikkeld worden. Woningcorporaties zeggen: joh, wij gaan helemaal geen warmtepompen meer installeren. Wij gaan de verwarming in onze gebouwen helemaal elektrisch regelen. Terwijl er op het dak en de gevel onvoldoende oppervlakte is om elektriciteit op te wekken en wij het overschot aan elektrische energie niet meer kunnen terugvoeden aan het net (netcongestie -red.). Voor één woning kan dat misschien, maar niet voor een hele rij of een heel appartementencomplex.” Een behoorlijk weerbarstige werkelijkheid dus. “Ja, maar dat maakt praktijkgericht onderzoek in de gebouwde omgeving niet alleen urgent, maar ook zo krachtig. Bij innovatieprocessen is het belangrijk dat je vanuit een samenwerkingsverband van overheden, onderzoeksinstellingen, onderwijs en ondernemers al die perspectieven bijeenbrengt. En nu komt er een vijfde perspectief bij: de omgeving. De achteruitgang van de biodiversiteit is natuurlijk zorgelijk.” Ook dat omgevingsaspect moet zoveel mogelijk betrokken worden door het actief verlagen van de milieu-impact, aldus Christian.

Christian Struck (fotografie Robin Kamphuis)

Christian Struck: "We vinden het belangrijk de vraagstukken op het gebied van de energietransitie en circulariteit geïntegreerd aan te pakken. Je kunt het geld maar één keer besteden."

Toekomstbestendig

“Twee jaar geleden concludeerde het lectoraat dat het zinnig is de milieuprestatie en de energieprestaties te combineren tot iets dat wij de duurzaamheidsprestatie noemen. Vervolgens kunnen we met indicatoren vaststellen: dit systeemontwerp scoort, als we milieu- en energieprestaties meenemen, beter of slechter dan een andere systemen. We vinden het belangrijk de vraagstukken op het gebied van de energietransitie en circulariteit geïntegreerd aan te pakken. Je kunt het geld maar één keer besteden. En als je investeert, laat je investering dan alsjeblieft ook echt toekomstbestendig zijn, zodat het aanvullende renovatiemaatregelen mogelijk maken en juist niet hindert. Kleinere, weloverwogen stappen richting zo’n groot doel werken vaak beter dan reuzenstappen waarbij het doel steeds verandert.”

Drie onderzoekslijnen

Het lectoraat werkt dan ook zeer gericht langs drie onderzoekslijnen. Bij Resultaatgericht (Ver)bouwen wordt gekeken naar de mate waarin toegepaste renovatiemaatregelen tot het gewenste resultaat leiden. In de onderzoekslijn Functionele Biomaterialen speelt resource efficiency een rol, waarvan circulariteit een onderdeel uitmaakt. Hier onderzoekt Saxion in hoeverre de levensduur van houten gevel-elementen verlengd kan worden, door toepassing van biologische coatings in plaats van lakken en verven. De derde lijn, Data-gedreven Gebouwexploitatie onderzoekt hoe data uit gebouwen meerwaarde kan genereren voor gebruikers. Gebruikers kunnen daarmee zien wat hun invloed is op het energiegebruik en binnenklimaat én hier naar handelen.

Kozijnloos glas

“In de onderzoekslijn Resultaatgericht Verbouwen hebben we een project afgerond dat zich richt op thermisch compartimenteren van woningen. Daaruit blijkt dat we bijvoorbeeld niet meer een hele woning hoeven te isoleren om naar een Nul op de Meter-woning te komen, maar alleen de benedenverdieping. Het warme compartiment, de keuken en woonkamer waar mensen de meeste tijd doorbrengen, wordt goed geïsoleerd om het warmteverlies te minimaliseren. Op de bovenverdieping, waar het koude compartiment niet actief verwarmd wordt, is het niet nodig om te isoleren. Dit soort keuzes helpen om renovatiekosten bijvoorbeeld van 100.000 naar 50.000 euro terug te dringen. Corporaties kunnen met hetzelfde budget misschien wel de dubbele hoeveelheid woningen renoveren.”

De renovatiefabriek van de toekomst

Een tweede project, dat dit in het voorjaar 2022 werd afgerond, richt zich op de renovatiefabriek van de toekomst (INTERREG 5b project INDU-ZERO, - red.), vertelt Christian. “Het integreren van kozijnloos glas in prefab gevel-elementen kwam daar als innovatie uit. De gevel wordt als  geheel vanuit de fabriek geleverd. Je hebt geen extra kunststof of metaal voor nodig. Ook hebben we voor het eerst geëxperimenteerd met ventilatiekanalen die direct geïntegreerd zijn in de gevelconstructie. De temperatuur van de lucht die door de kanalen stroomt, wordt bepaald door de positionering van de gevel: ligt die richting het kille noorden of het warmere zuiden?” In de showcase-woningen die tijdens het project werden gerealiseerd, vinden momenteel prestatiemetingen plaats om de toegevoegde waarde van deze oplossingen te beoordelen.

Ik voel de urgentie zeker en ik begrijp ook goed dat mensen last hebben van wat de laatste tijd ‘climate anxiety’ genoemd wordt. De angst dat we te laat zijn. Maar we moeten het hoofd koel houden, goede strategieën uitstippelen en die blijven volgen.

Christian Struck (fotografie Robin Kamphuis)
Christian Struck, lector Sustainable Building Technology

Zure regen en het gat in de ozonlaag

De uitkomsten van onderzoek laten concrete mogelijkheden zien, die hun weg naar de praktijk volop gaan vinden. Gaat het snel genoeg volgens Christian? “Ik voel de urgentie zeker en ik begrijp ook goed dat mensen last hebben van wat de laatste tijd ‘climate anxiety’ genoemd wordt. De angst dat we te laat zijn. Maar we moeten het hoofd koel houden, goede strategieën uitstippelen en die blijven volgen. Als iedereen weet wat ‘ie kan bijdragen, dan kunnen we ook hoopvol blijven. Die gedachte heeft me rust gegeven. In 2050 ben ik bijna 80. Voor mij luidt de vraag: wat kan ik tot die tijd betekenen? Welke gebouwde omgeving dragen we tegen die tijd over aan onze kinderen? In de jaren ’80 hadden we stervende bossen door de zure regen. Dat hebben we weten om te draaien. En ook het gat in de ozonlaag is langzaam geslonken doordat we ingegrepen hebben. Ik ben realistisch: het lukt ons volgens actuele prognoses niet om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad. Dat punt zijn we voorbij. Maar we kunnen en moeten wel alles op alles zetten om die verhoging zoveel mogelijk te temperen. Als we daar samen aan blijven werken en vanuit ons onderzoeksgebied met doordachte oplossingen op tactisch niveau de brug slaan naar de praktijk, dan gaat ons dat ook lukken.”

Fotografie: Robin Kamphuis

Christian Struck

Dr. ir. Christian Struck werkt sinds februari 2015 bij Saxion. Eerst als docent/onderzoeker bij het lectoraat Duurzame Energievoorziening. In april 2017 werd Christian benoemd tot lector Sustainable Building Technology. Christian is verbonden aan de academie Business Building Technology.

Zijn onderzoeksactiviteiten focussen zich op de reductie van broeikasgassen en het waarborgen van een gezond binnenklimaat in gebouwen. Christian studeerde na een technische opleiding aan de Berliner Hochschule für Technik (D) af in installatietechnologie. Daarna werkte hij vijf jaar voor een internationaal ingenieursbedrijf in Leeds (GB) en Berlijn (D) en rondde hij zijn promotieonderzoek aan de TU Eindhoven (NL) af. Tussen 2009 en 2015 was Christian actief als onderzoeker aan de Hochschule Luzern (CH).

Op 4 april vond zijn installatie plaats als lector Sustainable Building Technology. Thema van zijn lectorale was: "Aandacht voor het onzichtbare: prestaties van toekomstbestendige gebouwen en installaties."

Anne Hurenkamp

Anne Hurenkamp

Anne Hurenkamp is redacteur bij de Dienst Marketing en Communicatie van Saxion. Schrijven maakt haar gelukkig. Vooral als het om een persoonlijk portret of over onderzoek gaat. Als lezer, luisteraar, schrijver en podcaster gaat Anne ook graag op zoek naar mooie verhalen uit de geschiedenis van de popmuziek. In haar vrije tijd is ze bovendien boekenliefhebber en Beatlesblogger.

Gerelateerde artikelen

Corporate

Ruim 1 miljoen euro voor drie SPRONG-onderzoeksprojecten

22 november 2024
Onderzoek

Energy Flexibility Lab geopend: meer inzicht in ons energiegedrag

20 november 2024
Corporate

Een boom vol symboliek: Rob vertelt het verhaal achter de 'Netwerkboom'