‘We willen zorgen voor een kwaliteitsverbetering, om de patiënt nog betere zorg te geven’
Ze worden opgeleid tot verpleegkundige én operatieassistent of anesthesiemedewerker. Studenten die deze combi-opleiding volgen krijgen twee diploma’s als ze het hoger beroepsonderwijs verlaten. Daardoor zijn ze breder inzetbaar en erg waardevol voor de zorg. Onlangs werd er door hogescholen Fontys, Zuyd en Saxion in Eindhoven een symposium gehouden om de combi-opleiding nog eens extra onder de aandacht te brengen.
Strijp-S. Een oude fabriek op het voormalige bedrijventerrein van Philips doet deze woensdag dienst als de plek waar onderwijs, werkveld en experts elkaar ontmoeten. De plek waar ooit radio’s en frames voor televisies in elkaar werden gezet (en volgens de overleveringen zelfs Albert Einstein eens op bezoek kwam), is voor even het podium voor allerlei vertegenwoordigers uit de gezondheidszorg. Het onderwerp: de opleiding operatieassistent en anesthesiemedewerker, in combinatie met een opleiding hbo-verpleegkundige (hbo-v).
Als hogescholen zien wij het belang om de opleiding op een gecombineerde manier aan te bieden.
De combinatieopleiding is een bijzondere. Slechts op vier hogescholen in Nederland wordt deze aangeboden. Drie van die hogescholen vormen de organisatie van het symposium; Saxion, het Brabantse Fontys en het Limburgse Zuyd. De hogescholen werken nauw met elkaar samen. In het najaar van 2019 sloegen ze de handen ineen, om de opleiding – en daarmee de zorg in Nederland - naar een hoger niveau te tillen, maar ook om een steviger stemgeluid te laten horen over de noodzaak van deze opleiding.
“Als hogescholen hebben wij het belang gezien om de opleiding op deze gecombineerde manier aan te bieden”, zeggen Wies van Hest en Verie de Graaf namens de hogescholen Saxion, Fontys en Zuyd. Studenten worden breed opgeleid. Dit levert professionals op die breed inzetbaar zijn. Tijdens de coronaperiode heeft de combinatie Hbo-v met de studie operatieassistent of anesthesiemedewerker zijn meerwaarde bewezen. Professionals met deze gecombineerde opleiding waren inzetbaar bij verschillende zorgvragen.
Breder inzetbaar voor de zorg en meer keuze voor de student
Voorheen kozen studenten voor een specialistisch beroep: operatieassistent of anesthesiemedewerker. De combinatieopleiding leidt studenten in eerste instantie op tot verpleegkundige. Deze opleiding gaat heel goed samen met operatieassistent en anesthesiemedewerker. Studenten leren skills aan door het werk op de operatiekamer, maar in de basis blijven het verpleegkundigen. Zo heeft een student na deze combinatieopleiding ook nog de keuze om te werken in een ander zorgveld, bijvoorbeeld de wijkverpleging of de geestelijke gezondheidszorg, omdat hij een verpleegkundig diploma heeft. Een student die heeft gekozen voor een specialistische opleiding zoals operatieassistent of anesthesiemedewerker heeft minder keuze. Een ander voordeel is dat de combinatieopleiding studenten de mogelijkheid biedt om verkorte opleidingsroutes in de acute zorg te volgen.
In de coronapandemie werd de combifunctie de regel. De spirit die we toen hadden moeten we vasthouden.
Een andere student
Het werkveld geeft aan dat ze een ander type student binnen krijgen. Eentje die vanuit dat brede perspectief waarin hij is opgeleid vragen durft te stellen aan professionals op de OK. Studenten leren zich te verwonderen en worden uitgedaagd onderzoeksvragen te formuleren en onderzoek uit te voeren binnen de operatiekamer. Dat triggert ervaren operatieassistenten, anesthesiemedewerkers, maar ook medisch specialisten dan weer om naar hun eigen werkwijze te kijken: kunnen bepaalde zaken niet anders aangepakt worden? En zo ja, hoe dan? Dit leidt tot een verhoging van de kwaliteit van zorg in de operatiekamer.
Duobaan
Wat hogescholen verwachten, is dat een aantal studenten na het afronden van hun studie kiezen voor een duobaan. Ze willen niet alleen werkzaam zijn in de operatiekamer, maar willen hun opgedane kennis ook op een andere manier gebruiken, bijvoorbeeld door onderzoek te doen naar innovaties in de zorg of door mee te draaien als verpleegkundig medewerker op de intensive care: een werkwijze die voorheen vrij ongewoon was in ziekenhuizen, maar de laatste jaren in opkomst is. “De coronapandemie heeft daaraan bijgedragen”, geeft professor Jeroen Hendrikse van het UMC Utrecht aan tijdens het symposium. “Onder die druk werd alles vloeibaar. Mensen werden uit hun comfortzone gehaald, moesten vanuit de OK op de IC gaan werken. De combifunctie werd de regel. De spirit die we toen hadden, moeten we vasthouden.”
We staan pas aan het begin van ontdekken wat er mogelijk is.
Hendrikse geeft tijdens zijn presentatie aan dat hij groot voorstander is van een duobaan of combifunctie. “We moeten niet in hokjes denken, de duobaan moet meer en meer de regel worden. De zorgprofessional die nu afstudeert moet nog vijftig jaar werken. Er zijn veel unieke wegen die ze met combifuncties kunnen bewandelen.” Functies op verschillende afdelingen kunnen bovendien zorgen voor een kruisbestuiving. “Nu zie je vaak dat mensen van verschillende afdelingen elkaars vaardigheden niet kennen. Met combifuncties worden verschillende afdelingen met elkaar verbonden. Daar droom ik van: een kluwen van netwerken, met veel raakvlakken tussen mensen en teams. Waar collega’s van elkaar leren, kijken waar ze elkaar kunnen helpen. Dat komt de zorg ten goede. Wat dat betreft staan we pas aan het begin van ontdekken wat er mogelijk is.”
‘Perfecte opleiding’
Tijdens het symposium zijn er workshops en er is een kennismarkt. Hier is onder meer een tentoonstelling te zien over zorg in coronatijd, van fotograaf Danique Otten. Ook tonen medewerkers van Fontys enkele onderwijsinnovaties. Zo krijgen deelnemers met virtualrealitybrillen een levensecht inkijkje in operatiezalen. Hier moeten ze handelingen uitvoeren waar een operatieassistent of anesthesiemedewerker ook mee te maken krijgt. Met dergelijke innovaties kunnen studenten een eerste kennismaking met de operatiekamer krijgen en worden ze klaargestoomd voor het ‘echte’ werk.
Tussen de deelnemers loopt ook Yvet Veldhuis. Ze werkt als anesthesiemedewerker bij het Medisch Spectrum Twente. Afgelopen zomer rondde ze de opleiding hbo-v, gecombineerd met de OK-route (de opleiding tot operatieassistent en anesthesiemedewerker) af bij Saxion. Daarna kon ze direct aan de slag in het Enschedese ziekenhuis. “Na het afronden van mijn vwo-opleiding was ik zoekende wat ik wilde. De opleiding hbo-v Gezondheid & Technologie sprak me aan, tot ik op een open avond van Saxion hoorde over de combinatie met de OK-route. Ik dacht: dit is ‘em. Ik zag het als de perfecte opleiding voor mij. Ik werd opgeleid tot verpleegkundige, maar leerde ook extra vaardigheden om complexe zorg te verlenen. Dat sprak mij heel erg aan.”
Nog dezelfde avond meldt Veldhuis zich aan voor de studie. Daar heeft ze geen moment spijt van gehad. Hoewel het soms best pittig is om in vier jaar tijd twee opleidingen te volgen. “De meerwaarde voor mij is dat ik nu heel allround ben. Ik heb verpleegkunde als basis, maar daarnaast heb ik tijdens mijn studie extra kennis en specialisaties opgedaan. Die skills komen heel goed van pas tijdens mijn werk als anesthesiemedewerker.”
Zoals Yvet zijn er meer studenten van Fontys, Saxion en Zuyd die na het afronden van hun studie blijven werken bij het ziekenhuis waar ze zijn opgeleid. Qua toekomstperspectief zit het dus wel goed voor de studenten die de combinatieopleiding hebben gevolgd.
Er wordt niet meer voor eigen parochie gepreekt, maar de gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt gezien.
Best mogelijke zorg leveren
De opleiding hbo-v in combinatie met operatieassistent of anesthesiemedewerker bewijst meer en meer zijn waarde. Het is het resultaat van jarenlang hard werken door Fontys, Saxion en Zuyd. Mede daardoor zien ook steeds meer ziekenhuizen de meerwaarde van het programma in. “We hebben een gezamenlijke visie waarin we elkaar steunen”, zegt Van Hest. “Natuurlijk zijn er verschillen in onze opleidingen, maar hoofdzakelijk zitten we op dezelfde lijn. Door vanuit eenzelfde visie met elkaar te praten komen er mooie ideeën naar boven en stimuleren we elkaar. Bovendien staan we sterker op landelijke overleggen. We kijken wat we als hogescholen samen in huis hebben en wie dat in zo’n overleg het best kan vertegenwoordigen. Wat ik ook knap vind is dat we samenwerken met zoveel ziekenhuizen. Die zorginstellingen hebben allemaal hun eigen kleur, maar toch hebben we een gezamenlijk opleidingsplan geschreven. Ik vind het mooi dat we dat voor elkaar hebben gekregen: er wordt niet meer voor eigen parochie gepreekt, maar de gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt gezien.”
Hoewel Fontys, Saxion en Zuyd de opleiding goed hebben gepositioneerd in hun eigen regio’s, blijven ze zich inzetten voor de verdere promotie van deze bijzondere hbo-v-combinatie. Van Hest: “We proberen het zo goed mogelijk onder de aandacht te brengen, zodat er stappen gezet kunnen worden. Dat doen we niet voor onszelf, want wij hebben de opleiding al, maar voor de zorg in Nederland. Om die naar een zo hoog mogelijk niveau te krijgen, want daar draait het uiteindelijk om: het zorgen voor een kwaliteitsverbetering, zodat we de patiënt de best mogelijke zorg kunnen geven en het bieden van een duurzaam carrièreperspectief voor de beginnende zorgprofessional op de OK.”