Minister Dijkgraaf bedankt pabo-studenten Saxion tijdens bezoek: ‘Mooi dat jullie kiezen voor een carrière in het onderwijs’

Even voor enen arriveerde Dijkgraaf bij Villa Serphos in Enschede, waar hij ontvangen werd door Anka Mulder, voorzitter van het Saxion College van Bestuur. Kort daarop voegde de minister zich in de kantine van het Edith Stein-gebouw bij de ongeveer zestig eerstejaars pabo-studenten. Daar toonde hij zich een open en nieuwsgierig gesprekspartner. Overigens niet voordat hij de kersverse pabo-studenten een succesvolle studie had gewenst. Hartelijk was ook het oprechte dankwoord van Dijkgraaf aan de eerstejaars: “Ik vind natuurlijk alle studierichtingen geweldig, maar als we in Scrabble-termen spreken, dan hebben jullie dubbele woordwaarde. Het is niet alleen heel mooi dat jullie een studie zijn gestart, maar ook dat jullie kiezen voor een carrière in het onderwijs. Daarmee gaan jullie het onderwijs enorm helpen. Dat vind ik bijzonder en daar wil ik jullie heel erg voor bedanken.” 

Talent vasthouden 

Het werkbezoek van de minister stond dan ook in het teken van het opleiden en behouden van talent voor de regio en hoe de Twentse onderwijsinstellingen ROC van Twente, Saxion en Universiteit Twente (UT) hierin samen optrekken. Net als de manier waarop Saxion-studenten al vroeg kennismaken met het werkveld. Voor de eerstejaars pabo-studenten betekent het dat ze al vanaf de derde week van september praktijkervaring in de klas gaan opdoen. Deze maand dus nog. “Direct het diepe in,” aldus pabo-taaldocent en studiecoach Yvonne van Elten, die het gesprek tussen de minister en studenten leidde. “Maar wel met een goed zwemvest hoop ik,” reageerde Dijkgraaf met een glimlach. Daarbij vroeg hij een aantal studenten naar hun keuze voor de pabo bij Saxion én naar hun achtergrond. 

Overal ogen en oren 

Die achtergrond bleek divers. Zo legde eerstejaarsstudent Belinda uit dat ze al een vooropleiding tot onderwijsassistent op zak had. In het kleuteronderwijs leerde ze hoeveel aspecten er komen kijken bij het goed begeleiden van jonge kinderen. “Van de grove en fijne motoriek, tot de manier waarop een kind zich individueel en in een groep gedraagt. Net als het samenspel met ouders, het meedenken als bepaalde zaken meer aandacht nodig hebben. Je moet overal ogen en oren hebben. En ik wilde graag verder studeren, die vervolgstap naar het hbo zetten,” vertelde ze Dijkgraaf. 

Stap in de goede richting 

Dat de pabo een kruispunt van vele onderwijsroutes is, bleek ook uit het verhaal van een eerstejaarsstudent die na het vwo bewust koos voor de lerarenopleiding aan het hbo. “De academische pabo of een andere universitaire studie zou misschien een logische keus lijken, maar vooral omdat iedereen dat van je verwacht,” deelde ze openhartig. Moest ze over een drempel stappen om juist haar hart te volgen, vroeg de minister haar. Dat bleek inderdaad het geval: “Maar ik was er juist aan toe om na het theoretische vwo echt naar een praktijkopleiding te gaan, vanwege het contact met de kinderen en om te voelen of het vak me aanspreekt. Je ziet vrienden naar de universiteit vertrekken en denkt even dat je zelf een stapje terugzet. Maar dat is natuurlijk niet waar. Het voelt inmiddels juist als een stap in de goede richting.” 

Extra aandacht  

Dijkgraaf was verheugd met een aanzienlijk aandeel mannelijke eerstejaars pabo-studenten, zo deelde hij, terwijl hij zijn ogen over de aanwezigen liet glijden. Aan bod kwam dan ook het belang van uitgebalanceerde onderwijsteams, waarin leerlingen tijdens hun basisschooltijd de kans krijgen van zoveel mogelijk verschillende leraren les te hebben. Net als het belang van aandacht voor het individuele kind. Eerstejaars student Roos: “Er zijn veel kinderen die het thuis moeilijk hebben. Ik wil straks een leraar zijn die leerlingen in de veilige omgeving van de school alle aandacht kan bieden die ze nodig hebben, zodat ze kunnen zijn wie ze willen zijn.” Daarop vulde minister Dijkgraaf ook aan dat er vanuit het ministerie extra aandacht is voor financiële ruimte om bijvoorbeeld schoolmaaltijden te verstrekken, zodat kwetsbare kinderen niet met een lege maag aan hun lesdag hoeven te beginnen. 

Blijven leren 

Extra aandacht is er ook in het scheppen van voorwaarden om het vak van leraar aantrekkelijk te maken en te houden door gelijkstelling van de salarissen aan die in het voortgezet onderwijs, maar ook door aandacht voor de doorontwikkeling van leraren. Dijkgraaf: “Je bent straks docent, maar de wereld verandert continu. Het is belangrijk dat ook jij naar school terug blijft gaan om je verder te ontwikkelen. Of dat het aantrekkelijk wordt om bijvoorbeeld op verschillende scholen lessen te verzorgen. Het vak moet je ook inhoudelijk blijven uitdagen. We willen dat jullie gelukkig worden en blijven. Dat jullie eigen leerlingen over pak ‘m beet 25 jaar nog eens terugdenken aan die ene leraar, die zoveel indruk op ze heeft gemaakt. Díe leraren gaan jullie worden,” zo besloot hij de sessie. 

De Associate degree als extra brug tussen onderwijs en praktijk 

Aansluitend sprak de minister op het schoolplein van het Edith Stein-gebouw met drie Ad-studenten, die gebruik maken van de Associate degree, als brug tussen het mbo en hbo. De Ad vormt sinds kort een extra mogelijkheid om het werkveld zo goed mogelijk te bedienen en talent voor de regio te behouden. Bouwkundestudent Fleur combineert haar tweejarige Ad-opleiding met haar baan bij een bouwkundig adviesbureau. Dijkgraaf noemde de Ad in het gesprek met haar een waardevolle nieuwe opleiding in de onderwijswaaier en vroeg Fleur naar de meerwaarde die deze opleiding specifiek voor haar heeft. Fleur: “De manier waarop ik tegelijkertijd kan leren en werken. Ik had voor mezelf geen betere keuze kunnen maken.” Zelf gaat ze ook nog verder voor de bachelor, vertelde ze. De Ad was een goede opstap voor haar. Ook Software Development-student Tom legde de minister uit wat het Ad-traject voor hem betekent: “Het is behapbaar, een overzichtelijk tweejarig traject en heel toegepast. Als ik klaar ben, kan ik programmeren en dat is precies wat ik wil.” De samenvatting van beleidsadviseur Onderwijs & Student Hilde Heerink was veelzeggend: “Veel studenten zeggen: als ik alleen de keus voor een bachelor had gehad, weet ik niet of ik die stap had willen zetten.” 

Traineeship bij samenwerkende organisaties 

Aansluitend sprak minister Dijkgraaf nog met vier trainees over hun traineeship Inkoop. Zij starten deze week met een gezamenlijk traject waarvoor Saxion, Gemeente Enschede, Gemeente Hengelo, Waterschap Vechtstromen en Universiteit Twente de handen ineen hebben geslagen. Doel van het gezamenlijk traineeship is om jong inkooptalent te binden en boeien voor de publieke inkoop in de regio Twente. De trainees leren drie verschillende organisaties in het publieke domein kennen en werken in overkoepelende opdrachten aan gezamenlijke inkoopthema’s van de aangesloten organisaties, zoals duurzaamheid en datagedreven inkoop. Het traineeship is voor mensen met een hbo- of of wo-opleiding en maximaal twee jaar werkervaring. “Wat trekt jullie aan in het volgen van dit traineeship?,” informeerde de minister. “De impact die je kunt maken,” aldus trainee Elke. “Bijvoorbeeld door samen bij de verschillende organisaties te inventariseren hoe mobiele telefoons worden ingekocht en wat daarin anders, beter of duurzamer kan.” 

Waterstofauto 

Na de gesprekken wandelde de minister met Anka Mulder, Trudy Vos (voorzitter College van Bestuur ROC van Twente) en Vinod Subramaniam (voorzitter van het College van Bestuur van Universiteit Twente) door de binnenstad van Enschede naar het stadhuis waar hij samen met loco-burgemeester Harmjan Vedder en de collegevoorzitters aansloot in het cortège van hoogleraren van de UT richting het Wilmink Theater om de opening van het academisch jaar bij te wonen. Overigens niet voordat Dijkgraaf in de binnenstad een korte ‘pitstop’ maakte bij Saxion- en UT-studenten van Green Team Twente, die hem plaats lieten nemen in hun waterstofauto, waarmee nog volop getest wordt. Hun onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe manieren van mobiliteit in de energietransitie. Opnieuw een innovatieve brug die in de regio tussen onderwijs en werkveld geslagen wordt.  

Fotografie: Carolien Abbink