Tess zat dicht bij het vuur tijdens haar stage bij Team Brandonderzoek: ‘Eng vond ik het zeker niet’
Forensisch Onderzoek-student Tess te Nijenhuis vond de brandweer altijd al interessant, niet zo gek aangezien haar moeder lange tijd actief was bij de vrijwillige brandweer. Tijdens haar stage bij Team Brandonderzoek richtte Tess zich op het onderzoeken van de oorzaak van branden en strategieën voor preventie. Bovendien voerde ze haar eigen onderzoek uit, inclusief experimenten waar ze echt vuur bij betrok.
Waar liep je stage en hoe ben je daar terecht gekomen?
“Ik liep stage op de Twente Safety Campus, op Vliegveld Twente bij Team Brandonderzoek, onderdeel van de sector Vakbekwaamheid en Kennis van Brandweer Twente. Ik studeer Forensisch Onderzoek en tijdens mijn opleiding hadden we ook een project brandonderzoek. Ik heb altijd al interesse gehad in deze hulpdienst. Mijn moeder was heel lang lid van de vrijwillige brandweer. Ik vond de vacature van deze stage gewoon op internet en besloot toen te solliciteren.”
Tijdens je stage heb je een onderzoek uitgevoerd, kun je daar wat over vertellen?
“Ik heb onderzoek gedaan naar warmtegeleiding via schroeven. Er was een casus waarbij een heater in de hoek van een schuurtje aan het plafond was bevestigd. Deze was afgedekt met brandwerende platen en vastgeschroefd aan het plafond. Tussen het hout en de heater zat dus een brandwerende plaat, toch is het hout achter de heater gaan branden. De hypothese was dat dit gekomen zou zijn door de warmtegeleiding van de schroeven. Aan mij was de opdracht om deze hypothese te verifiëren of te falsificeren.”
Hoe heb je dat onderzoek aangepakt?
“Ik heb me eerst lang gefocust op het bedenken van experimenten om dit aan te tonen. In de laatste maand van mijn stage heb ik deze experimenten uitgevoerd. Voordat je een experiment met vuur kunt uitvoeren, moet je tot in de puntjes bedenken hoe je dat gaat aanpakken. Ik had in eerste instantie drie experimenten gepland, uiteindelijk werden dat er zes omdat mijn experimenten meer vragen opriepen.”
Welke experimenten heb je gedaan?
“Ik heb verschillende opstellingen gemaakt om te onderzoeken of schroeven daadwerkelijk de oorzaak van de brand waren. Alle opstellingen bestonden uit een stukje hout met een brandwerende plaat ervoor. In één opstelling zaten schroeven en in een andere niet. Deze opstellingen hebben we 54 uur verwarmd, maar ze hebben allebei geen vlamgevat. Bij de derde opstelling plaatste ik de schroeven in het middelste stuk hout, waardoor de schroeven de hoogste stralingsintensiteit ontvingen en het hout al binnen twee uur ontvlamde. Dit bevestigde de hypothese."
Voordat je een experiment met vuur kunt uitvoeren, moet je tot in de puntjes bedenken hoe je dat gaat aanpakken.
Wat gaat de Veiligheidsregio vervolgens met de uitslag van zo'n onderzoek doen?
“De Veiligheidsregio betrekt de uitslagen van dit onderzoek in komende brandonderzoeken. Ook nemen ze deze uitslagen mee bij brandveiligheidsadviezen. Ze richten zich met deze onderzoeken op de preventie van brandincidenten. Tijdens de opleiding Forensisch Onderzoek ligt de focus meer op het onderzoek en tijdens deze stage meer op hoe kunnen we het de volgende keer voorkomen.”
Welke taken had je naast je onderzoek?
“Ik hielp met het klaarzetten van het testterrein voor brandproeven. Er komen dan bedrijven en scholen langs om brandproeven te doen. Ik hielp met de voorbereiding en mocht ook overal meekijken. Voor sommige testen mocht ik een rapport schrijven en dat geven we bijvoorbeeld aan de Politie. Of het wordt gebruikt voor eigen leerdoeleinden. Ook mocht ik mee naar brandonderzoeken. Er is dan een brand geweest en vervolgens komt de brandweer die blussen. Maar die kijkt niet per se naar de oorzaak. Ons team gaat onderzoeken wat de oorzaak was en hoe dit in het vervolg kan worden voorkomen.”
Wat vond je het leukste aan deze stage?
“Ik vond het leuk dat ik ook verantwoordelijkheden kreeg buiten mijn hoofdopdracht om. Tijdens de Brandonderzoeksweek, een examenweek voor brandonderzoekers, worden er vier scenario’s nagebouwd in een gebouw. Er is een verhaal én een brandend gebouw. Vervolgens moeten teams gaan onderzoeken wat er gebeurd is. Ze mogen het helemaal uitpluizen, dat vond ik echt een hele leuke week. In de voorbereiding mocht ik helpen met de scenario’s. Ook mocht ik zien hoe het gebouw ging branden, natuurlijk op veilige afstand. Vervolgens was ik daar tegelijkertijd met de examengroepen en zag ik hoe zij dit onderzoek aanpakten en wat hun theorieën waren. Ik wist natuurlijk al wat er zogenaamd ‘echt’ gebeurd was, dus het was leuk om te zien of het klopte met wat de teams dachten.”
Vond je het niet spannend om met echt vuur te werken?
“Nee, je blijft te allen tijde op een veilige afstand. Er worden tal van veiligheidsmaatregelen genomen. Het meest gevaarlijke wat er eigenlijk kan gebeuren, is dat je te veel rook inademt. Daarom moet je altijd bovenwind staan. Bovenwind staan betekent dat je daar gaat staan waar de rook niet naartoe waait. Als er rook naar me toekwam, moest ik weglopen. Soms droegen we mondkapjes. Mijn eigen tests waren heel kleinschalig, dus toen die gingen roken kon ik eerst nog even filmen. Daar kwam geen dikke zwarte rook vanaf. Bij de hele grote testen, zoals een natuurbrandtest, worden wel hele grote branden aangestoken. Dat vond ik wel indrukwekkend, maar ook dan sta je op een veilige afstand. Eng vond ik het zeker niet.”
Weet je zelf al of je later in deze richting wil blijven werken?
“Ja, ik denk dat ik iets met brand wil blijven doen. Ik ga nu ook afstuderen bij een bedrijf dat zich bezighoudt met brandbeveiliging. Dat bedrijf voert vooral brandadvies uit. Dat doen ze voor bedrijven en particulieren. Ik zou ook wel bij de vrijwillige brandweer willen. Tijdens deze stage ben ik daar heel enthousiast over geworden. Want de brandweerkorpsen trainen allemaal op dit terrein. Mijn moeder zat er eerst ook bij, maar die is nu gestopt. Zij is wel nog altijd betrokken bij de brandweer, dus de interesse zit in de familie.”