Onderzoek

George Garritsen promoveert: zijn organisaties gereed voor e-health?

Een gesprek met promovendus George Garritsen gaat niet alleen over onderzoek, maar ook over maatschappelijke waarde. George is op een punt in zijn carrière beland waarop hij vooral in dat laatste geïnteresseerd is; minder in het behalen van een titel. De urgentie om iets te doen met de rol van technologie in de zorg, groeide voor hem met ieder jaar van zijn werkzame leven. We leren iemand kennen die gelooft dat organisaties pas klaar zijn voor technologie als de ménsen er klaar voor zijn.

Aan enthousiasme geen gebrek bij George Garritsen, hoofddocent binnen de School of Commerce & Entrepreneurship (SCE) en onderzoeker bij het lectoraat Technology, Health and Care. Alles wat hij wil delen over zijn promotietraject, vertelt hij met een brede lach op zijn gezicht. Enthousiasme is dan ook geen overbodige luxe: waar andere mensen op hun zestigste misschien voorzichtig over hun pensioen beginnen te fantaseren, besluit George om nog voor een doctorstitel te gaan. Al is een titel niet waar het hem om gaat: “Daar doe ik het niet voor. Echt niet. Ik wil het doen voor de maatschappelijke waarde.”

Gaat zo’n promotietraject dan altijd over rozen? Dat misschien niet, want er zijn ook dagen bij dat George ‘zich er echt toe moet zetten’. Maar meestal gaat hij op vaste momenten vol frisse moed aan de slag als promovendus.

Opschaling van nieuwe technologie

De sector waar George maatschappelijke waarde hoopt toe te voegen is de zorg. Hij vertelt: “In mijn onderzoek kijk ik of zorgorganisaties – met name ziekenhuizen – voldoende zijn toegerust om met nieuwe technologie aan de slag te gaan. Wat je heel vaak ziet, is dat zorgverleners uiteindelijk wel met nieuwe technologie kunnen werken. Dan werkt het vaak ook wel voor de patiënt. Maar als je gaat opschalen, dan gaat het mis.” Volgens George gaat het in die gevallen vooral mis vanuit organisatieperspectief; dan past een innovatie bijvoorbeeld niet bij de organisatiecultuur, worden medewerkers nog onvoldoende betrokken, of wordt er nog niet op de juiste manier samengewerkt. Daardoor kan het zijn dat de benodigde competenties van mensen in de organisatie tekortschieten. Vaak voldoet de introductie van een nieuwe technologie in zo’n geval ook niet aan de verwachtingen die mensen ervan hebben.

Ik zeg altijd, technologie is heel mooi, maar het is vooral een trigger. Iets waardoor veranderingen in gang worden gezet.

George Garritsen, hoofddocent en onderzoeker

Waar moet je dan zoal aan denken bij nieuwe technologieën in de zorg? In zijn onderzoek kijkt George specifiek naar de gereedheid van organisaties als het aankomt op e-health. Dan gaat het bijvoorbeeld over thuismonitoring van patiënten of digitale consults. “Dat zijn al mooie voorbeelden van technologieën die goed in de praktijk beginnen te werken,” zegt George. Tegelijkertijd benadrukt hij dat de implementatie van nieuwe technologieën kan leiden tot “enorme transformaties” in de zorgsector. In de manier van werken, maar zeker ook in de manier van sámenwerken.

Topklinische ziekenhuizen

Over samenwerken gesproken: George blijft graag dicht bij de zorgpraktijk. Bij zijn onderzoek zijn de zeven topklinische ziekenhuizen van samenwerkingsverband Santeon aangehaakt. “Binnen dat verband heb je het project Zorg bij jou,” vertelt hij. “In dat project wil men hybride zorg gaan implementeren door thuismonitoring toe te passen in situaties waaraan een lagere zorgvraag is gekoppeld. Dan kunnen de ziekenhuizen zich richten op de complexere zorg.” Het is een voorbeeld dat aantoont hoe e-health kan bijdragen aan het vormgeven en ontlasten van de toekomstige zorgvraag. “Wat Santeon graag wil,” vult George aan, “is het bundelen van thuismonitoring in één centrale organisatie. Maar dat betekent wel een andere wijze van samenwerken, en dat de integratie met de eerstelijnszorg verandert. Dat vloeit allemaal voort uit die transformatie.”

De vraag of organisaties wel voldoende gereed zijn voor een dergelijke transformatie, wil George met zijn onderzoek vatten in een concreet instrument. Een instrument dat niet alleen kijkt naar technologie, maar juist ook naar menselijke aspecten. George: “Ik zeg altijd, technologie is heel mooi, maar het is vooral een trigger. Iets waardoor veranderingen in gang worden gezet. Over de urgentie van die veranderingen gesproken: ik had een gesprek met Mirije van Dijk, de programmamanager Zorg van de toekomst hier bij het Medisch Spectrum Twente. We waren gewoon inventariserend met elkaar aan het praten, maar toen ik vertelde waar ik mee bezig was zei Mirije: dat is mooi, dat hebben we eigenlijk nu al nodig.”

Het juiste moment

De topklinische ziekenhuizen van Santeon zitten dus al met smart te wachten op het onderzoek van George. Voor hem is het alsof de urgentie om te promoveren jaar na jaar is toegenomen, op een heel natuurlijke wijze. Ooit werkte hij als research consultant voor de Universiteit Twente. Daarna kwam hij terecht bij het wetenschapsbureau van het Deventer Ziekenhuis. “In die hoedanigheid heb ik eigenlijk al kennisgemaakt met nieuwe initiatieven en veranderingen in de zorg,” zegt hij. “Toen was de urgentie voor nieuwe technologieën nog niet zo groot als nu, maar toch had ik ook destijds al het gevoel: we moeten vooruit met de zorg. Je kan niet altijd in een status quo blijven zitten. Gaandeweg zag je dat de fragmentatie in de zorg zich veel meer openbaarde, en dat de zorgvraag ook toenam, zeker tijdens de coronapandemie. Veel dingen zijn toen versneld.”

Dat zou wel het mooiste zijn, dat die patiënt het voordeel van technologie zelf ervaart en de druk op de zorg wegneemt.

George Garritsen

De vraag wanneer George tevreden is met zijn onderzoek, leidt tot een tweeledig antwoord. Eigenlijk is hij nu al tevreden, bijvoorbeeld met het team van promotors en copromotors dat met hem meekijkt: lector Marjolein den Ouden (Saxion), associate professor Saskia Kelders en assistent professor Nienke Beerlage – de Jong (Universiteit Twente). Het is een team dat zijn enthousiasme voor onderzoek nog verder op weet te stuwen. En als hij iets verder vooruitblikt? “Ik ben echt tevreden als het ook daadwerkelijk wordt toegepast,” reageert hij. “Als dat instrument er straks echt ligt. Aan het begin van het gesprek zeiden we al: als het werkt voor de zorgverlener, dan werkt het voor de patiënt. Maar dat zou wel het mooiste zijn, dat die patiënt het voordeel van technologie zelf ervaart en de druk op de zorg wegneemt. Denk aan een thuiszorgsituatie waarin een patiënt er even niet meer uitkomt, maar dan toch digitaal iemand kan raadplegen. Een bijkomend voordeel is dat je dan de deur niet meer uit hoeft om naar het ziekenhuis te komen. Dat scheelt tijd, ook voor de arts en de ziekenhuisorganisatie.”

Technologie als deeloplossing voor het opvangen van de toenemende zorgdruk. Het is iets waar George in gelooft, maar net als veel van zijn collega’s benadrukt hij telkens weer het belang van de rol die mensen daarbij hebben. Hij hoopt dat ook studenten die voor de zorg kiezen inzien dat technologie hen kan ondersteunen; dat innovatie nodig is, juist om de menselijke maat in de sector te kunnen waarborgen. “Als je dat omarmt,” zegt hij, “dan denk ik dat je heel ver kunt komen.”

Fotografie: Thomas Busschers

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Onderzoek

Energy Flexibility Lab geopend: meer inzicht in ons energiegedrag

20 november 2024
Bruisend Living Lab brengt wijkbewoners Hengelo in beweging - Foto (v.l.n.r.): Lysbeth de Vries van het ROC van Twente, Arie Fröberg van Wijkracht en Marsha Bisschop van hogeschool Saxion Onderzoek

Bruisend Living Lab brengt wijkbewoners Hengelo in beweging

19 november 2024
Bram Ton promoveert: voorspelbaar spooronderhoud Onderzoek

Bram Ton promoveert: voorspelbaar spooronderhoud