‘Leuk zo’n intelligent systeem, maar hoe zorg je ervoor dat gebruikers er goed mee omgaan?'
Technologie kan een belangrijke rol spelen bij het toegankelijk houden van de cruciale zorg die onze fysiotherapeuten bieden. Namens het lectoraat Ambient Intelligence onderzoekt Danny Plass hoe het spel tussen mens en technologie in de fysiotherapiepraktijk zo intuïtief en natuurlijk mogelijk kan verlopen. “Het gaat heel erg over het helpen van de fysiotherapeut om objectief inzicht te krijgen in wat er met zijn patiënt gebeurt. Ook tussentijds. Om daarmee de behandeling te verbeteren en te versnellen. Hopelijk kunnen we daarmee het probleem van te weinig fysiotherapeuten oplossen.”
Het is bijna een vanzelfsprekendheid: als we door een blessure of ziekte minder goed kunnen bewegen, bezoeken we een fysiotherapeut. Maar wie goed naar de ontwikkelingen in het vakgebied kijkt, ziet dat deze vanzelfsprekendheid steeds meer op de tocht komt te staan. De belangrijkste reden: in de 'fysiotherapiepraktijk' staan er momenteel twee deuren tegenover elkaar open. Door de ene deur komen door vergrijzing steeds meer mensen binnen die om beweegzorg vragen, terwijl door de andere deur steeds meer fysiotherapeuten vertrekken. Ook bij die laatstgenoemde ontwikkeling speelt vergrijzing een rol, maar er speelt meer: vorig jaar berichtte de NOS dat van de fysiotherapeuten die stoppen, bijna de helft het vak nog geen vijf jaar beoefende.
Gelukkig gloort er iets van hoop aan de horizon. En wel, in de vorm van eHealth. Apps die gezondheidsdata verzamelen, zoals het aantal gezette stappen en de kwaliteit van onze slaap. Sensoren die heel nauwkeurig bewegingen registreren (en software die dat vervolgens analyseert). En denk ook aan videocommunicatiesystemen die zorg op afstand mogelijk maken. Volgens Danny Plass, als associate-lector verbonden aan het lectoraat Ambient Intelligence, kan de toepassing van dit soort digitale oplossingen in de fysiotherapiepraktijk de effectiviteit van behandeltrajecten verhogen, waardoor de belangrijke zorg die daar geboden wordt, ook in de toekomst toegankelijk blijft. Maar, daar hoort volgens haar wel een belangrijke disclaimer bij: alleen als deze technologie goed is afgestemd op de wensen van de fysiotherapeuten en hun patiënten.
Als onderzoeker richt Danny zich op de vraag hoe je technologie kunt inzetten om te komen tot een interactie tussen mens en technologie die zo natuurlijk en intuïtief mogelijk is. “Leuk zo’n intelligent systeem”, zegt ze om de relevantie van ‘haar’ onderzoekslijn Augmented Interaction te benadrukken, “maar hoe zorg je ervoor dat gebruikers er goed mee omgaan, en dat ook met plezier doen?” Samen met (praktijk)partners werkt Danny aan verschillende onderzoekprojecten op het snijvlak van fysiotherapie en technologie. “Het gaat heel erg over het helpen van de fysiotherapeut om objectief inzicht te krijgen in wat er met zijn patiënt gebeurt. Ook tussentijds. Om daarmee de behandeling te verbeteren en te versnellen. Hopelijk kunnen we daarmee het probleem van te weinig fysiotherapeuten oplossen.”
Als patiënten de oefeningen trouw doen en er is geen effect, dan moet een fysiotherapeut anders handelen dan wanneer mensen de oefeningen niet doen en er daarom geen effect is.
Bewegingssensoren
Eén van die onderzoeksprojecten werd vorig jaar afgerond: Grip op herstel bij Fysio. Het idee voor dit onderzoekproject ontstond tijdens een ander project waar Danny bij betrokken was, zo vertelt ze: “In het project ‘Instant’ ontwikkelden we samen met fysiotherapeuten systemen die zij kunnen gebruiken om de bewegingen van patiënten te meten tijdens hun oefeningen. Ze maken wel aantekeningen in een patiëntendossier, maar dat is iets anders dan met bewegingssensoren objectief en real time meten hoe een patiënt beweegt. In het laatste geval kunnen ze veel gerichter behandelen.”
“Uit de gesprekken met fysiotherapeuten”, gaat Danny verder, “bleek ook dat ze graag meer inzicht willen in wat hun patiënten precies thuis doen, tussen de behandelingen door. Ze zien hun patiënten maar één keer in de zoveel tijd bij een afspraak. Dan vragen ze wel hoe het gaat, en hoe de oefeningen gingen, maar ze weten het nooit helemaal zeker. Terwijl dat natuurlijk wel veel uitmaakt. Als patiënten de oefeningen trouw doen en er is geen effect, dan moet een fysiotherapeut anders handelen dan wanneer mensen de oefeningen niet doen en er daarom geen effect is.”
Tussentijdse dataverzameling
Zo leidde het ene onderzoeksproject – Instant – het andere in: Grip op herstel bij Fysio. In samenwerking met Topvorm Twente, Roessingh Research & Development en het lectoraat Smart Health is onderzocht hoe die tussentijdse dataverzameling en de terugkoppeling richting fysiotherapeuten en patiënten in de praktijk kan werken. In het onderzoek stond de behandeling van artrosepatiënten centraal. “We hebben onder andere een literatuuronderzoek gedaan naar welke aspecten een rol spelen in de ontwikkeling van artrose. Daarnaast hebben we fysiotherapeuten gevraagd waar zij op letten, en wat ze verder nog willen weten over een patiënt. Dat hebben we ook weer gecheckt met de literatuur. Dit heeft geleid tot een set met maten waarover zowel de praktijk als de literatuur positief is.”
“Hoeveel pijn iemand ervaart is belangrijk”, geeft Danny als voorbeeld. “Dat kun je meten met een standaard vragenlijst. Ook het aantal stappen dat je zet en hoe goed je slaapt zijn relevante maten. Dit soort informatie kan tegenwoordig al automatisch worden verzameld door gezondheidsapps. Specifiek bij artrose is overgewicht ook nog een belangrijke maat, omdat het zorgt voor meer druk op je knieën.”
Meer betrokkenheid en zelfregie
Als het aan Danny ligt, krijgen ook patiënten gedurende het behandeltraject updates over hun gezondheid op basis van ‘hun' data. “Dat kan leiden tot meer betrokkenheid van de patiënt bij de behandeling en bijdragen aan het gevoel van zelfregie. Ik denk dan bijvoorbeeld ook aan revalidatie. Dat zijn vaak lange trajecten. Saai. Repetitief. Op deze manier betrek je mensen echt bij hun behandeling, geef je ze het gevoel dat ze gezien worden. In plaats van één keer in de zes weken een contactmoment.”
Patiënten willen het liefst informatie in de vorm van icoontjes. Over hoe het met ze gaat, en wat het advies aan hen is.
Grafiekgeletterdheid
Weten welke data je kunt verzamelen is één ding, maar wie de mens centraal stelt, wil ook weten hoe je die data op een voor de fysiotherapeut en patiënt begrijpelijke manier kan terugkoppelen. Danny: “Een kwart van de Nederlanders heeft moeite met het aflezen van een staafdiagram. We hebben daarom geïnventariseerd waar je op moet letten bij het weergeven van gezondheidsinformatie aan een patiënt, specifiek gefocust op grafiekgeletterdheid. Wat blijkt: ze willen het liefst informatie in de vorm van icoontjes. Over hoe het met ze gaat, en wat het advies aan hen is. Een app hoeft dus niet zozeer data weer te geven, maar vooral vertellen hoe het gaat en wat ze ermee kunnen. Dat zijn wel interessante inzichten.”
Dan is er nog de methode van dataverzameling. “Uit de interviews met artrosepatiënten blijkt dat ze deze groep zelf heel weinig gezondheidsinformatie bijhoudt. Dat is waarschijnlijk omdat het een oudere doelgroep is. Ze hebben vaak al wel een smartphone, maar die gebruiken ze niet om actief bij te houden hoeveel ze lopen bijvoorbeeld. Daar liggen nog wel kansen.”
Vervolgonderzoek
Kansen. Danny ziet ze volop als het gaat om eHealth-oplossingen en andere technologie in de fysiotherapiepraktijk. Samen met de partners van het Grip op herstel bij Fysio-project heeft ze een aanvraag ingediend voor een vervolgonderzoek, waarin veel van die kansen samenkomen. “Er bestaat al een platform dat sporters en coaches gebruiken om data uit te wisselen: Sport Data Valley. Er wordt data verzameld en coaches kunnen op basis hiervan advies uitbrengen. Het idee is nu om een variant te maken die fysiotherapeuten en patiënten kunnen gebruiken. Dat platform kan al integreren met Google Fit bijvoorbeeld, dus op die manier kan er allerlei informatie worden binnengehaald. Het biedt ook ondersteuning voor vragenlijsten. Met een kleine uitbreiding heb je een platform dat aansluit bij wat fysiotherapeuten graag willen.”
Als fysiotherapeut wil je zien waar het advies op gebaseerd is. Dan pas weet je of je het kan vertrouwen, en of je het ermee eens bent.
'Explainable AI voor de gewone mens'
Danny en haar collega’s van Ambient Intelligence willen zich bij het vervolgonderzoek op twee vraagstukken richten, waaronder explainable AI: “Als je een platform hebt dat al die data centraal opslaat, dan kun je daar machine learning op loslaten, en iets zeggen over hoe je verwacht dat het herstel van de patiënt verloopt, en op basis hiervan een advies uitbrengen. Dat kan heel waardevol zijn. Helaas zien we dat een AI nog te vaak een zwarte doos is. Je stopt er data in en er rolt een advies uit. Als fysiotherapeut wil je zien waar het advies op gebaseerd is. Dan pas weet je of je het kan vertrouwen, en of je het ermee eens bent. Explainable AI doet dat. Je krijgt dan niet alleen een advies, maar ook een toelichting: vooral omdat je nu veel minder loopt, adviseer ik dit.”
Eén van de dingen die Danny wil realiseren met het onderzoek: explainable AI voor de gewone mens. “Het is een vrij nieuw vakgebied. De meeste explainable AI is nu nog gericht op statistici. Op mensen die verstand hebben van data. Niet op de gewone fysiotherapeut. Laat staan op de patiënt. We willen het veel toegankelijker maken.”
Gamificatie
Het andere vraagstuk gaat over de toepassing van gamificatie: “Hoe kunnen we mensen stimuleren om echt gebruik te maken van zo’n systeem? Stel je voor dat je in behandeling bent bij een fysiotherapeut, en je elke dag een vragenlijst ontvangt met tien vragen. De eerste keer vul je ‘m in, maar daarna heb je waarschijnlijk geen zin meer. Wij willen onderzoeken hoe je dat leuk en motiverend kan maken. Met gamificatie bijvoorbeeld.”
Danny laat zich graag inspireren door Duolingo; een app waarmee gebruikers ‘spelenderwijs’ talen kunnen leren. “Daar zitten zóveel aspecten in die je motiveren om de app te blijven gebruiken. Je begint sowieso heel klein. Met kleine stappen kan je vervolgens al vooruitgang boeken, zodat je zichtbaar dichter bij je einddoel komt. ‘En als ik nog één lesje doe dan is dat balkje vol!’ Daardoor ben je alweer gemotiveerd om verder te gaan. Het heeft daarnaast ook een sociaal aspect in de vorm van vergelijking met anderen. Kortom, er zijn heel veel technieken om mensen net iets meer te motiveren dan dat ze vanuit zichzelf zijn.”
The future of fysio
“Dan kom ik toch weer uit bij het vervolgonderzoek dat we willen doen”, antwoordt Danny op de vraag hoe het er in de toekomst aan toe zal gaan in de fysiotherapiepraktijk. “Nu is alles nog heel erg gescheiden. Je hebt een applicatie waar je oefeningen instaan. In een andere applicatie kun je je elektronisch patiëntendossier inzien. Daarnaast gebruik je een gezondheidsapp als Google Fit. We zullen zien dat die verschillende applicaties in de toekomst samenkomen in één centrale applicatie, die jou vertelt hoe het met je gaat, en wat je kunt doen om je gezondheid te verbeteren. En het lijntje met jouw fysiotherapeut is veel korter, waardoor je je minder verloren voelt, en veel beter weet wat jij kan doen om zo snel mogelijk te herstellen.”
Fotografie: Thomas Busschers