Virtueel naar een vakantiepark?
Ooit werkte hij als parkmanager bij Landal Greenparks. Zijn droombaan destijds. Nu doet docent/onderzoeker Rolf Nijdam (HBS) onderzoek naar vakantieparken in Nederland. Dat moet de komende jaren een aantal digitale publicaties en uiteindelijk een boek opleveren. Het eerste standaardwerk over een branche die voor grote uitdagingen staat. “Misschien worden wonen, recreëren en werken in de toekomst wel één gezamenlijk concept.”
“Ik heb altijd gehouden van vakantieparken. Ze liggen op mooie locaties en fungeren als plek waar natuur en bedrijvigheid elkaar ontmoeten. Sinds ik 9 jaar geleden bij Saxion voor de opleiding Facility Management ging werken, kwam ik weer in contact met dit onderwerp. Als bemiddelaar voor stage- en afstudeerplekken, maar ook met het ontwikkelen van lesstof voor FM-studenten. Voor het lectoraat Regio-ontwikkeling van Michiel Flooren voer ik opdrachten uit voor het werkveld.”
Waar richt het onderzoek zich op?
“Met hulp van studenten van de Hospitality Business School en de Academie Bestuur, Recht en Ruimte ben ik bezig met een inventarisatie van alle Nederlandse vakantieparken. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Hoe definieer je een vakantiepark? Er is weinig onderzoek gedaan naar deze branche en het CBS beschikt alleen over vrij algemene gegevens, net als het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen. Vervolgens gaan we andere onderwerpen in kaart brengen. Denk daarbij aan de manier waarop vakantieparken zich vanuit het verleden hebben ontwikkeld. Ook is er nog de vastgoedkant, waar ik voor mijn master al onderzoek naar gedaan heb. We betrekken ook het perspectief van de beheerder: hoe manage je zo’n park? En dan is er nog de gast. Hoe recreëren we graag met z’n allen? Hoe zijn onze voorkeuren de afgelopen jaren verschoven?”
Al met al een behoorlijk brede scope, of niet?
“Zeker. Daarom kiezen we ervoor om de komende jaren steeds verschillende deelonderwerpen digitaal te publiceren. Daarmee zijn de resultaten direct bruikbaar voor allerlei doelgroepen die hier belang bij hebben. Van marketingstudenten tot beleidsmakers. Er zijn genoeg vakbladen, maar weinig boeken die echt een breed beeld geven van de sector. Er speelt zoveel: branchevervaging, sterke concurrentie van vliegvakanties, smalle marges. Ook staan veel verouderde vakantieparken voor de keus hoe ze zichzelf opnieuw moeten uitvinden.”
Hoe zou de toekomst van de branche er volgens jou uit kunnen zien?
“De branche heeft natuurlijk een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Al in de jaren ’20 waren er de pioniers die met kampeerveldjes begonnen. Er waren maar weinig mensen met vrije tijd en kamperen was een bijzonder fenomeen. In de jaren ’50 kwamen er eenvoudige huisjes. De enorme groei ontstond vanaf de jaren ’70, toen we ineens veel meer vrije tijd kregen. De laatste 10 a 20 jaar zien we juist een groei van luxe-concepten. Glamping, bungalows met whirlpools. We zoeken datgene dat we thuis ook hebben, of nog luxer. In de toekomst gaan we misschien wel virtueel op vakantie en wanen we ons op die manier in een andere omgeving. Wie weet gaan we nog wel meer merken van de welvaart in Azië, waarbij het aantal recreërende Chinezen in Nederland nog verder toe zal nemen. Het is ook niet ondenkbaar dat we straks de plek waar we wonen, recreëren en werken gaan combineren, met behulp van de technologische mogelijkheden die we hebben.”
Vinden we jou komende zomer ook ergens in een vakantiepark?
“Het onderwerp staat dicht bij me. Met de fiets bezoek ik een groot deel van de parken waar we nu mee bezig zijn. Ik ga ook zeker in een aantal regio’s een kort verblijf boeken. Je blijft er toch mee bezig.”
