Onderzoek

Lector Bram Entrop: duurzame transities samen laten komen

De energietransitie en een historische kademuur. Het zijn twee zaken die volgens Bram Entrop, lector Duurzame Transities in de Gebouwde Omgeving, meer met elkaar te maken hebben dan je zou denken. We spraken hem in het teken van zijn lectorale rede, en ontdekten hoe je invulling kunt geven aan maar liefst vier verschillende onderzoekslijnen. Bram: “Waar we steeds beter in slagen, is meerdere uitdagingen gezamenlijk oppakken.”

Bram Entrop is lector Duurzame Transities in de Gebouwde Omgeving. Het is een rol die hij uitvoert bij het lectoraat Sustainable Areas and Soil Transitions (SAST). Afgelopen Kerstvakantie had hij de rust en de ruimte om zijn lectorale rede af te ronden, en – hopelijk – om even op adem te komen. Want het is nogal wat waarop hij zich met SAST moet richten. Een betere omgang met klimaat en droogte, de circulaire transitie, een duurzame energietransitie en het creëren van waarde met erfgoed. Is een uurtje wel genoeg om zijn rede te houden? Bram: “In mijn rede wil ik alle vier de onderzoekslijnen een plek geven. Ook wil ik het belang schetsen van de sociale acceptatie van maatregelen die in dit verband moeten worden genomen.”

Geen verrassing: voor een succesvolle invulling van alle onderzoekslijnen van SAST, zijn er nogal wat maatregelen nodig. Denk in het licht van de energietransitie aan ‘een complete wijk die van het gas af moet’, of aan gebouwen en constructies die klaar moeten worden gemaakt voor de toekomst. Het zijn veranderingen die in directe zin invloed hebben op de levens van vele mensen. Mede daarom is er steeds meer aandacht voor sociale acceptatie. Hoe probeert SAST hieraan bij te dragen?

Bram Entrop, lector Duurzame Transities in de Gebouwde Omgeving, voor het hoofdgebouw van Saxion Enschede.

“Ik denk dat wij goed zijn in het leggen van verbanden,” zegt Bram. “En om te helpen om die maatregelen – zoals dat zo mooi heet – geadopteerd te krijgen. Geaccepteerd én geïmplementeerd. Dat doen we samen met gemeenten, maar ook met diverse organisaties. Denk aan bedrijven die continu keuzes moeten maken over het al dan niet toepassen van bepaalde ontwerpprincipes of technologieën. Voordat je zo’n beslissing kunt nemen, moet je er eerst mee bekend raken en weten welke voor- en nadelen eraan kleven. Ons lectoraat slaagt er denk ik goed in om die voor- en nadelen over de bühne te brengen. Met de juiste afwegingen, storytelling en een heldere manier om alles te visualiseren vanuit praktijkgericht onderzoek.”

Duurzame Doedag

We blijven nog even bij het belang van sociale acceptatie. Bram blikt terug op het vierjarige project CityLoops, waarvoor hij samen met zijn team en buurtbewoners een straat in Apeldoorn onder de loep nam. “Voor dat project hebben we een ‘Duurzame Doedag’ georganiseerd met de bewoners,” licht hij toe. “Vanuit de vraag hoe we de Apeldoornse straat Griffiersveld toekomstbestendig kunnen maken. Dat bleek bijvoorbeeld te kunnen door bestaande verharding eruit te halen, zodat infiltratie van regenwater beter kan plaatsvinden. Dan kijken we echt samen met de bewoners welke tegels we eruit kunnen halen, en of je daar planten voor kunt terugplaatsen.”

CityLoops is een voorbeeld van een project waarin meerdere transities bij elkaar komen. Zo kwam de aandacht voor circulaire gebiedsontwikkeling onder andere naar voren bij het hergebruiken van oude betontegels. Het steeds verder sluiten van een materiaalkringloop, is hoe Bram die manier van kijken omschrijft. Hoe reageren mensen eigenlijk als ze worden betrokken bij een project als CityLoops? “Met enthousiasme,” zegt Bram. “Dan zegt iemand: oh, kom maar mee naar mijn tuin. We stonden een keer in de tuin van een oude dame, die graag wilde dat we haar hielpen om wat tegels eruit te halen. Je kunt dit alles natuurlijk ook op een hoger niveau oppakken. Je kunt gemeenten er bewust van maken als er binnenkort materialen vrijkomen in een woonwijk. Die oude materialen hoef je lang niet altijd te crushen, want je zou ze deels ook kunnen hergebruiken. Zo zijn er betonstraatstenen naar boeren gegaan, die het materiaal weer konden gebruiken voor hun erf.”

Als je het hebt over de energietransitie, dan zeggen veel mensen: ik wil wel, maar ik weet niet hoe.

Bram Entrop, lector Duurzame Transities in de Gebouwde Omgeving

Maatwerk en standaardisering

Bewustwording. Acceptatie. Bij het lectoraat SAST weten ze dat ‘klein beginnen’ kan leiden tot de acceptatie van grotere, overkoepelende transities. “Ja,” zegt Bram instemmend. “Als je het hebt over de energietransitie, dan zeggen veel mensen: ik wil wel, maar ik weet niet hoe. Nou ja, dan zou je zelfs gewoon iemand bij je thuis kunnen uitnodigen. Om een warmtepomp te laten zien, en toe te lichten wat zoiets doet. Of om te vertellen over de keuzes die je hebt gemaakt op het gebied van duurzaamheid. Waarbij je eerlijk vertelt wat wel een handige keuze was, en wat niet.”

Een kanttekening: zo’n individuele benadering kan wel vertragend werken. “Maar ik heb óók gezien dat voor een hoop projecten dat stukje maatwerk en de bijbehorende uitleg erg belangrijk zijn,” zegt Bram. “Dus efficiënt en effectief zijn qua adoptie, zijn zaken die elkaar kunnen bijten.” We hebben het over het voorbeeld waarbij er vanuit de overheid wordt besloten om 200.000 woningen per jaar te verduurzamen. “Dat is een mooie insteek,” zegt Bram. “Maar je moet alles wel huisje voor huisje in kaart brengen, want het zijn toch allemaal unieke objecten. Mensen zijn zelf in hun woning aan het sleutelen geweest. In de loop der tijd zijn er wat zaken geïsoleerd, maar andere dingen niet. Dit geldt allemaal ook weer op wijkniveau: iedere wijk is in zekere zin uniek. De uitdaging is dat je tegelijkertijd op zoek blijft naar standaardisering.”

Stel, een gemeente zit met een rioleringsvraagstuk ... Daarvoor moet de straat worden opengebroken. Moeten we dan niet meteen kijken of die straat toe is aan een andere circulaire inrichting?

Bram Entrop

Parallelle kansen

Het lectoraat SAST richt zich zoals gezegd op vier onderzoekslijnen. Of eigenlijk zijn het uitdagingen, die stuk voor stuk veel van ons vragen. Hoe ga je als lectoraat om met zo’n veelheid aan vraagstukken? “Waar we steeds beter in slagen,” zegt Bram, “is meerdere uitdagingen gezamenlijk oppakken. Stel, een gemeente zit met een rioleringsvraagstuk. De riolering is versleten en heeft onderhoud nodig, dus moeten we de ondergrond in. Daarvoor moet de straat worden opengebroken. Moeten we dan niet meteen kijken of die straat toe is aan een andere circulaire inrichting? We zijn bezig met de energietransitie, dus moeten de aardgasleidingen misschien wel aangepast worden.”

Het doet Bram gelijk denken aan een ander voorbeeld. “Hier in de Twentse ondergrond hebben we zoutcavernes,” zegt hij. “Die zijn gevormd als een ietwat lage, maar ook brede holte. Terwijl, als je met een dikker zoutpakket een wat hogere en smallere caverne kan maken, dan zou je die ook kunnen gebruiken om waterstof in op te slaan. Wat weer kan helpen bij de energietransitie. Dus waar je normaal gesproken zout zou onttrekken en daarna met een waardeloze ruimte zit, zou je die cavernes misschien ook een tweede leven kunnen geven. Een leven na de zoutwinning, in de vorm van energieopslag.”

Achter de kade

Het lectoraat SAST zoekt graag de samenwerking, binnen en buiten Saxion. De relatie die het lectoraat heeft met de opleidingen Archeologie, Bouwkunde en Civiele Techniek noemt Bram bijzonder. De relatie met de opleiding Archeologie, brengt ons bij de onderzoekslijn die met erfgoed heeft te maken. Je staat er misschien niet bij stil, maar ons erfgoed is nauw verbonden met een verschijnsel als klimaatverandering. Want zijn al die historische bouwwerken nog wel geschikt voor periodes van extreme droogte of wateroverlast? Bram: “We hebben nu een project met betrekking tot historische bruggen en kademuren. Dat zijn oude civiele constructies, waar soms wel honderd of driehonderd jaar geschiedenis achter schuilgaat. In een hoop steden moeten die constructies nu worden aangepakt.”

Er komt veel kijken bij het toekomstbestendig maken van ons erfgoed. Zo moet er rekening worden gehouden met materiaalgebruik en de historische aanblik van een stad. Maar het gaat verder dan dat. “Kijk,” zegt Bram, “als die kade dan toch op de schop gaat, moet je dan ook niet gelijk kijken naar de historische achtergrond? Of er materialen of zelfs bouwmethoden kunnen worden hergebruikt, en of er gasleidingen liggen die eruit kunnen worden gehaald. Dat zijn vraagstukken die je eigenlijk tegelijkertijd moet zien te tackelen. Trajecten worden daarmee wel langer, maar met de verwachting dat je daarna ook voor langere tijd ‘klaar’ bent.”

Hechte groep

Hoewel ze bij het lectoraat SAST al kunnen terugkijken op projecten met impact, zijn ze nog lang niet klaar met alle uitdagingen die horen bij de vier onderzoekslijnen. Wat hoopt Bram zijn toehoorders mee te geven tijdens zijn lectorale rede? “Ik hoop enerzijds dat mensen een goed beeld krijgen van waar ons lectoraat mee bezig is,” zegt hij. “Anderzijds hoop ik dat ze voelen dat ze met ons aan de slag kunnen gaan. We moeten immers zelf de handen uit de mouwen steken, als we alle transities waar willen maken. Onze onderzoekers kunnen samen met het onderwijs, de overheid en ondernemers hele mooie instrumenten ontwikkelen. We kunnen oplossingen bieden, en de duurzame transities echt mogelijk maken.”

Fotografie: Thomas Busschers

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Onderzoek

Bram Entrop over circulair bouwen in tijden van woningnood

04 juni 2024
Corporate

Pioneers in HealthCare: samenwerking en innovatie voor betere zorg

06 februari 2025
Onderzoek

Van houtskelet tot optoppen: we bouwen weer met hout