Hoe jongeren slachtoffer worden van Shame Sexting en Sextortion: Esmee onderzocht het
Sinds de lockdown medio van medio maart nemen de aangiften en meldingen van cybercriminaliteit toe. Dat geldt ook voor de meldingen van Sextortion bij het Expertisebureau Online Kindermisbruik. Vooral jongens werden slachtoffer van afpersing, zo blijkt. Voor de minor Digitale Revolutie deed vierdejaars Saxionstudent HBO Rechten Esmee van ‘t Hoog onderzoek naar Cybercrime.
Onlangs verschenen de resultaten in de online glossy ‘Cyberweerbaarheid’. Voor het onderzoek waren zeven multidisciplinair samengestelde studentengroepen actief. Alle projectteams deden onderzoek naar het vergroten van de weerbaarheid van diverse doelgroepen tegen verschillende vormen van cybercriminaliteit. Esmee richtte zich met haar team op jongeren tussen de 12 en 20 jaar, uit het middelbaar en mbo-onderwijs.
Intiem beeldmateriaal
“Met enquêtes ondervroegen we 180 jongeren over hun bekendheid en ervaringen met Sexting en Sextortion. Ook keken we naar de manier waarop ze online slachtoffer worden,” vertelt Esmee over haar minor. “Jongeren geven zelf aan dat ze behoefte hebben aan voorlichting met praktijkvoorbeelden.” Het onderzoek richtte zich op de mate waarin jongeren bekend zijn met Sexting, de manieren waarop het uitwisselen van intiem beeldmateriaal kan leiden tot misbruik en tenslotte op het kiezen van goede interventies om dit misbruik tegen te gaan. Interviews met professionals van de Politie, Bureau Halt en een cybercrime-deskundige maakten onderdeel uit van het studentenonderzoek.
Veel criminaliteit heeft zich verplaatst van de offline naar de online wereld. We zoeken naar aanknopingspunten om die gelegenheid tegen te gaan.
Remco Spithoven, lector Maatschappelijke Veiligheid, begeleidde de studentengroepen samen met zijn collega Ynze van Houten. Hij licht toe: “Dit studentenonderzoek komt voor uit de lijn Cyberweerbaarheid, één van de onderzoekslijnen van ons lectoraat Maatschappelijke Veiligheid. De digitalisering van onze samenleving heeft ons veel voordelen gebracht, maar het neveneffect is dat er veel gelegenheid voor criminaliteit ontstaat. Veel criminaliteit heeft zich verplaatst van de offline naar de online wereld. We zoeken naar aanknopingspunten om die gelegenheid tegen te gaan. Er zijn natuurlijk verschillende invalshoeken. Het is lastig om op de daders of op het toezicht te gaan zitten. Als lectoraat richten wij ons op de potentiële slachtoffers en de manier waarop wij risicocommunicatie in kunnen zetten. Daarbij gaat het om bewustzijn creëren, hen handvatten geven hoe ze hun gedrag kunnen aanpassen.”
Sextortion als verdienmodel
Bij haar deelonderzoek, zo vertelt Esmee, bleken de ondervraagde jongeren wél bekend te zijn met het fenomeen Sexting en het uitwisselen van intiem beeldmateriaal. Nauwelijks bekend waren ze met het afgeleide fenomenen Shame Sexting en Sextortion en met de risico’s die er aan verbonden zijn. Sextortion is voor bepaalde groepen jongens van rond de 16 jaar een verdienmodel geworden, zo blijkt. Op een laagdrempelige, anonieme manier komen ze in contact met leeftijdsgenoten. Soms doen ze zich voor als meisje, in het contact met een jongen. Wanneer hun slachtoffer intieme foto’s stuurt, vormen de gemaakte printscreens een middel tot afpersing.
Wat is Shame Sexting en Sextortion?
Sexting is het online uitwisselen van naaktfoto’s, als een vorm van flirten of als aanloop naar offline intimiteit. Het gebeurt binnen bestaande relaties, maar ook tussen jongeren die nog geen relatie hebben. Wanneer één van de twee partijen deze foto’s met derden deelt om de ander te kwetsen, is er sprake van Shame Sexting. Bij Sextortion gaat het om afpersing: het slachtoffer moet geld overmaken of andere handelingen verrichten om te voorkomen dat zijn of haar naaktfoto’s verder gedeeld worden. Sexting wordt, samen met dit soort afgeleide vormen, gebruikt op platforms als Whatsapp, Instagram maar vooral via Snapchat.
Pushgedrag en sociale status
Esmee: “In deze leeftijdsgroep zien we ook dat jongeren nog niet altijd een goede inschatting kunnen maken van wat je ethisch gezien wel en niet kunt doen met het uitwisselen en doorsturen van online naaktfoto’s. Ook pushgedrag en sociale status in vriendengroepen hebben een negatieve invloed op het gedrag van dit soort daders. Meiden zijn in deze leeftijd doorgaans volwassener, maar zich toch onvoldoende bewust van de risico’s. Dat maakt dat jongens vaker dader en meiden vaker slachtoffer zijn.” Of het dader- en slachtofferschap rond Shame Sexting en Sextortion zich alleen beperkt tot heteroseksuele contacten, lijkt nog onvoldoende duidelijk.
Illegale prostitutienetwerken
Hoewel het een exploratieve studie betreft, laten de resultaten zien dat twee derde van de respondenten dergelijk materiaal ontvangen heeft. Eén op de vijf ondervraagden maakte en verstuurde wel eens beelden van zichzelf. “Op een aantal plekken in Nederland, bijvoorbeeld rond de grote steden, wordt Sextortion als afgeleid fenomeen stevig misbruikt,” vult de lector aan. “Er zijn signalen dat daar illegale prostitutienetwerken op deze vorm van cybercrime draaien. Dat is natuurlijk een zorgelijke ontwikkeling.”
Als jongeren er met hun ouders, in de klas en onderling over in gesprek komen, leert hen dat meer over risico’s en het bewaken van hun eigen grenzen. Daarbij moet het zeker gaan over normbesef: hoe ga je met elkaar om?
Centraal staat uiteraard de vraag welke interventies geschikt zijn om deze vorm van online criminaliteit tegen te gaan. Esmee: “Uit ons onderzoek blijkt dat jongeren vooral behoefte hebben aan voorlichting op school, met praktijkvoorbeelden van hoe leeftijdsgenoten slachtoffer zijn geworden. Daar kunnen ze zichzelf goed mee verbinden en van leren. Dit soort voorlichting zou verplicht in een schoolvak als Mediawijsheid gebruikt kunnen worden. Er heerst ook een taboe op het onderwerp. Als jongeren er met hun ouders, in de klas en onderling over in gesprek komen, leert hen dat meer over risico's en het bewaken van hun eigen grenzen. Daarbij moet het zeker gaan over normbesef: hoe ga je met elkaar om? Wat kun je wel en niet maken richting de ander? Die voorlichting zou al moeten beginnen op de basisschool, waarbij je de lijn doorzet richting de middelbare school. Hoe eerder je begint, hoe meer bewustwording je creëert.”
#MeToo-beweging
De onderzoeksdata die Esmee met haar projectgroep verzamelde, bleek voor het lectoraat Maatschappelijke Veiligheid geschikt te zijn voor een verdiepend onderzoek, vertelt Remco: “De studenten krijgen hierin alle credits voor hun fantastische werk. Laat dat duidelijk zijn. Maar wij konden nog een aantal extra analyses uitvoeren en op basis daarvan een artikel aanleveren voor een wetenschappelijk tijdschrift. In dat artikel houden we ook een pleidooi voor dat normbesef. We zien helaas dat vrouwen zich moeten verweren. Dat is net zoals we vrouwen in de offline wereld helaas socialiseren in hun verantwoordelijkheid om slachtofferschap te voorkomen. Denk aan de #MeToo-beweging. Dat werkt online precies zo. We wijzen meiden op de risico’s van Sexting, maar zijn totaal niet bezig jongens bij te brengen dat hun gedrag ontoelaatbaar is.”
De minor leverde niet alleen een wetenschappelijk artikel en een digitale Glossy rond de zeven deelonderzoeken op. Remco: “We geven hiermee ook invulling aan de activiteiten van ons landelijke consortium met de Haagse Hogeschool rond Cyberweerbaarheid. Daarin participeren vier regio’s en twaalf gemeenten. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen we rechtstreeks terug naar de deelnemers om te kijken hoe lesmateriaal en campagnes vorm kunnen krijgen. Je ziet dat onderwijs en onderzoek elkaar kunnen versterken en aanvullen. Deze minor was een experiment waarin we dat vorm hebben gegeven. Dat heeft heel goed uitgepakt.”
Glossy Cyberweerbaarheid
Met de online Glossy “Cyberweerbaarheid” presenteren studenten en onderzoekers vanuit het lectoraat Maatschappelijke Veiligheid en de minor Digitale Revolutie de resultaten van de zeven deelonderzoeken en het verdiepend onderzoek naar Cyberweerbaarheid. Naast Sexting, Shame Sexting en Sextortion onder scholieren komen aan bod: money muling onder mbo-studenten, ransomware onder mkb’ers, helpdeskfraude onder ouderen, vacaturefraude onder werkzoekenden, tikkiefraude onder young professionals en smishing onder senioren.