Zouthuisjes als stadskas? Op en onder het Twentse oppervlak gaat van alles veranderen
Met beide benen op de grond: het kenmerkt de Twentse nuchterheid. Maar hoeveel Twentenaren weten wat er in hun eigen bodem gebeurt en wat daarin gaat veranderen? Deze week verschijnt het boek ‘Naar een Nieuw Twents Productielandschap.’ Saxion-studenten en –onderzoekers laten daarin zien hoe ondergrond en bovengrond in Twente verbonden zijn en blijven. Erfgoed en duurzame energiewinning gaan elkaar versterken. Hoe? Dat vertellen lector Geert Roovers en student Nadine Rouwers.
Wie al wandelend of fietsend van de omgeving Hengelo en Enschede geniet, komt ze volop tegen: de zouthuisjes. Karakteristieke bouwsels in het landschap, die al decennia gebruikt worden bij het winnen van zout uit de ondergrond. Ze horen niet alleen tot het Twentse cultuurgoed, maar symboliseren ook dat de boven- en ondergrond in onze regio onlosmakelijk verbonden zijn. Wel gaat die relatie tussen ‘boven en onder’ de komende jaren op allerlei manieren veranderen. Het boek ‘Naar een Nieuw Twents Productielandschap’ geeft ideeën, ontwerpen en handvatten voor die verandering.
Handvatten voor beleidsplannen
“Die handvatten zijn zo concreet, dat een aantal daarvan al direct door de betrokken gemeenten zijn doorgevoerd in hun beleidsplannen,” vertelt Geert Roovers van het Saxion-lectoraat Bodem en Ondergrond. Met collega-onderzoeker Robert Wienk en Mark van der Poll van CroonenBureau5 was hij intensief betrokken bij het onderzoek en de samenstelling van het boek.
Geliefde zouthuisjes
“We zijn trots op het resultaat,” vertelt Roovers. “Het boek geeft een overzicht van de ontwikkeling van het Twentse productielandschap in relatie tot de Twentse ondergrond. Het laat zien hoe we, in samenwerking met het bedrijfsleven, de overheid en studenten onderzocht en ontdekt hebben hoe we de ondergrond en dat landschap in de toekomst vanuit allerlei invalshoeken kunnen blijven gebruiken.” De lector doelt daarbij niet alleen op het delven van grondstoffen (het zout door Nouryon en het gas door de NAM) en de beoogde energietransitie (van gas naar geothermie), maar ook op een ‘tweede leven’ van ondergrondse ingrepen en het behoud en de herontwikkeling van bestaande landschapselementen, zoals de geliefde zouthuisjes.
We bereiden ons hier voor op de overgang naar een duurzamer gebruik van onze bodem. Met geothermie kunnen we warmte winnen en opslaan in een gebied dat vergelijkbaar is met de Rijnmond. Dat kan zelfs een internationale hub worden, voor het Duitse Ruhrgebied.
Van gaswinning naar geothermie
Eerst maar eens die energietransitie, waarin boven- en ondergrond een nieuwe rol gaan spelen. “Ook uit de Twentse bodem wordt gas gewonnen,” legt Roovers uit. “We bereiden ons hier voor op de overgang naar een duurzamer gebruik van onze bodem. Met geothermie kunnen we warmte winnen en opslaan in een gebied dat vergelijkbaar is met de Rijnmond. Dat kan zelfs een internationale hub worden, voor het Duitse Ruhrgebied. Ook de ruimtes onder de zouthuisjes, ofwel zoutcavernes, die niet langer in gebruik zijn, kunnen fungeren als lokale energieopslag.” De zouthuisjes die nog wel gebruikt worden of in aanmerking komen voor een nieuwe bestemming, kunnen ook een rol spelen bij een duurzamer gebruik van het landschap. “Bijvoorbeeld door ze energie op te laten wekken met zonnecellen, of in te zetten als stadskas voor het verbouwen van gewassen. Zo koppelen we nieuwe opgaven met bestaande landschapselementen.”
Draagvlak bij bewoners en bedrijven
Die elementen spelen bovendien een nieuwe rol bij voorlichting over de verbinding van boven- en ondergrond, legt Nadine Rouwers uit. Vorig jaar studeerde ze als Stedenbouwkundig Ontwerper af bij het lectoraat. Haar ontwerpen zijn opgenomen in het boek. “Ik deed onderzoek naar Noordoost-Twente, waar gaswinning de transitie naar geothermie kan maken. Zo’n transitie heeft niet alleen een economische of technische invalshoek, maar gaat ook over draagvlak en begrip bij bewoners en bedrijven. Over wat er nu in de ondergrond gebeurt en wat er gaat veranderen.”
Follienetwerk
Om bij te dragen aan begrip en bekendheid over de ondergrond ontwierp Rouwers een follienetwerk. Plekken waar gaswinning plaatsvindt, worden daarbij gemarkeerd door een follie: een kunstobject dat boven de grond uitleg geeft over wat er ondergronds speelt. “Voorbijgangers kunnen daar een kijkje nemen en bedenken: wat gebeurt hier en wat betekent dat voor mij als bewoner of passant? En belangrijker: wat kán deze plek gaan betekenen als we overstappen op een duurzamere manier van bodemgebruik?”
(Het artikel gaat verder onder de foto's)
In mijn illustraties, die ik ook maakte voor het afstudeerproject, zie je hoe twee jongens door een follie vallen en in de ondergrond belanden. Daar maken ze een tijdreis waarin ze leren over het ontstaan en gebruik van de ondergrond.
Op een nieuwe manier in gesprek
De dialoog in de aanloop naar de energietransitie is belangrijker dan ooit. “Dat bewijst wat inwoners, bedrijven en overheid in Groningen doormaken,” zegt Geert Roovers. “De situatie in Twente is anders, maar ook hier moeten we de komende jaren samen die transitie vanuit al die perspectieven vormgeven. Dat kan door breed te kijken en open met elkaar in gesprek te blijven.” Tijdens het onderzoek en bij de samenstelling van het boek gaven de NAM en Nouryon aan hoe waardevol die nieuwe dialoog is, zegt de lector: “Ze vertelden dat ze dankzij deze onderzoeken en de samenwerking met studenten, met partijen om tafel zitten die ze vaak alleen formeel ontmoeten. Nu zijn ze op een nieuwe manier in gesprek. De studenten hebben vragen die anderen hen niet stellen of misschien wel niet meer durven te stellen.”
Graphic novel
Van Nadine zijn ook ontwerpen uit haar graphic novel in het nieuwe ondergrondboek opgenomen. “Voorlichting draagt er aan bij dat partijen hun angst en onzekerheden verruilen voor begrip en een blik naar de toekomst. Dat helpt, als je weet hoe het gebruik van de Twentse ondergrond zich heeft ontwikkeld. In mijn illustraties, die ik ook maakte voor het afstudeerproject, zie je hoe twee jongens door een follie vallen en in de ondergrond belanden. Daar maken ze een tijdreis waarin ze leren over het ontstaan en gebruik van de ondergrond: van de stuwwallen, via zout- en gaswinning naar het toekomstig bodemgebruik.”
Rol van de bodem bij duurzaamheid
Met het boek, zo besluit Geert Roovers, heeft het lectoraat een extra dimensie toe willen voegen aan hoe boven- en ondergrond ons verleden vormden en onze toekomst kunnen markeren: “We kennen het economische domein, waar het draait om de winning van gas en zout. Daarnaast is er het geologische aspect, waar techniek en de veiligheid bij die winning centraal staan. Wij voegen daar nu het ruimtelijke perspectief aan toe: welke duurzame opgaven hebben we de komende jaren en hoe kan de bodem daar aan bijdragen?”
‘Naar een Nieuw Twents Productielandschap’ verschijnt op 25 juni 2021. Het boek is verkrijgbaar door contact op te nemen met Lianne te Winkel van het Saxion-lectoraat Bodem en Ondergrond, via [email protected]. Ook is de online versie van het boek beschikbaar via Saxion Bibliotheek.
Bij het project waren betrokken: Saxion (Lectoraat Bodem en Ondergrond), de Saxion-studenten die de afgelopen jaren in deelprojecten onderzoek deden, de gemeenten Enschede, Almelo, Hengelo en Haaksbergen, de provincie Overijssel, Nouryon en de Nederlandse Aardolie Maatschappij.
De Zouthuisjes als etalage van het Twentse productielandschap
Eén van de ontwerpen in het boek laat zien hoe de Zouthuisjes een nieuwe etalage kunnen vormen naar de ondergrond. “Wanneer we een deel transparant maken, bieden we passanten een inkijkje in het zoutwinningsproces. Bijvoorbeeld door de ondergrondse pijp vanuit het huisje zichtbaar te maken. Bij het ontwerpen van nieuwe huisjes, bijvoorbeeld voor het wingebied rond Haaksbergen, is het mogelijk om historische en architectonische principes toe te passen. Daarmee verwijzen we, op schaal, terug naar de maatvoering van de oude boerderijen in de omgeving. Het is belangrijk dat het Twentse karakter van de omgeving behouden blijft en dat we daar met bewoners, bedrijven en overheid over in gesprek blijven,” aldus Geert Roovers.