Op weg naar wereldwijde impact: Saxion-onderzoek naar recycling van dunwandige plastics komt in nieuwe fase
Rivieren vol drijvend plastic, enorme bergen met huishoudelijk plastic afval. We kennen de zorgelijke beelden uit de media. Kun je vanuit Oost-Nederland circulaire oplossingen ontwikkelen om het wereldwijde overschot aan afval uit dunne plastics en foliën tegen te gaan? Het klinkt bijna als een onmogelijke opgave, maar het kan wel degelijk, vertelt onderzoeker Rik Voerman van het Saxion-lectoraat Lichtgewicht Construeren. “Decentrale recycling is het sleutelwoord. Van landbouwplastics tot huishoudelijk afval.”
Met het Post-use Plastic Foil Solutions-project dat afgelopen zomer van start ging, trekt Saxion met het bedrijfsleven op om het scheiden, schoonmaken en hergebruik van dunwandige plastics zowel technisch als bedrijfskundig verder te optimaliseren. De maatschappelijke urgentie voor dit soort onderzoeken is groot, vertelt Rik Voerman: “Ongeveer 45 procent van al het huishoudelijk afval bestaat uit dunwandige plastics en foliën. Veel van het kunststof afval uit huishoudens heeft als verpakking om voedingsmiddelen als kaas, fruit of rijst gezeten. Ze vormen wereldwijd een groot probleem, omdat ze moeilijker te recyclen zijn dan papier, metaal en andere kunststofsoorten.”
Rivieren vol boterhamzakjes
Daarin ligt direct een dilemma besloten, want het zijn juist de uitstekende barrière-eigenschappen van de foliën, zoals Rik ze noemt, die ook bijdragen aan het terugdringen van de ecologische voetprint van het verbouwen, vervoeren en vers houden van voedsel. Ze wegen namelijk bijna niets. Ook weren ze bacteriën en zuurstof. “Wanneer je voedsel niet in folie verpakt, is de ecologische voetprint tot 30 maal groter, door bederf tijdens het transport.” Maar als de bananen, die op kwekerijen in megatrossen landbouwplastic groeien eenmaal geoogst zijn, als de appels thuis op de fruitschaal liggen en de lege kaasverpakking in de afvalbak verdwijnt, is al dat dunne plastic ineens overbodig. En ontzettend lastig te recyclen. Om nog maar te zwijgen van rivieren vol boterhamzakjes en plastic verpakkingsmateriaal, waarvan de inhoud niet in het recycleproces terecht komt, maar planten en dieren verstikt. Duizend boterhamzakjes staan qua volume gelijk aan een plastic tuinstoel van drie kilo.
Ongeveer 45 procent van al het huishoudelijk afval bestaat uit dunwandige plastics en foliën. Veel van het kunststof afval uit huishoudens heeft als verpakking om voedingsmiddelen als kaas, fruit of rijst gezeten. Ze vormen wereldwijd een groot probleem, omdat ze moeilijker te recyclen zijn dan papier, metaal en andere kunststofsoorten.
Zwaar gesubsidieerd, omdat het financieel niet uit kan
“In goed ontwikkelde landen als Nederland vindt het meeste plastic zijn weg naar grote centrale fabrieken, waar het gewassen wordt, om vervolgens weer op soortniveau gesorteerd te worden. Alleen dan is het mogelijk om weer tot herbruikbare grondstoffen te komen.” Maar het is door het transport, het wassen en scheiden van het materiaal wel een erg kostbaar en energie-intensief proces, legt Rik uit. Zwaar gesubsidieerd bovendien, omdat het financieel helemaal niet uit kan. “Zo gaat dat in welvarende landen als Nederland. Je kunt je voorstellen dat de zaken in tweede- en derdewereld landen heel anders lopen. Bij ons drijft het plastic al volop in de IJssel. In Aziatische landen is dat probleem nog veel groter.”
Efficiëntere en betaalbare vormen van recycling
Om tot efficiëntere én betaalbare vormen van recycling te komen, die wereldwijd (ook bij gebrek aan overheidssteun of goede centrale voorzieningen) kans van slagen hebben, is decentralisatie het sleutelwoord. “Je richt een recyclefabriekje in op de plek waar veel dezelfde soorten afvalstromen vrijkomen. Op een Peruaanse bananenplantage kan het vrijgekomen landbouwplastic ter plekke omgezet worden in cornerboards voor de versteviging van de pallets waarop de bananen vervoerd worden. Langs de grote Aziatische rivieren vol plastics, is het mogelijk het drijvende plastic te verwerken tot textieldraden om kleding mee te weven. Dat testen we nu al hier in Oost-Nederland met het drijvende plastic dat we uit de IJssel halen. Wat drijft, is al voor een belangrijk deel gereinigd. Waarom zou je met vrachtwagens vol rivierplastic naar een verwerkingsbedrijf in Drenthe rijden, als je decentraal minifabriekjes bij de bron kunt neerzetten? Kleding uit IJssel-plastic kan bovendien meerwaarde hebben voor bepaalde groepen consumenten.”
Landbouwplastics, rivierenplastics en huishoudelijk afval recyclen
De komende twee jaar gaat Saxion vanuit het RAAK-MKB-onderzoek drie bestaande initiatieven rond recycling verder optimaliseren. Technisch en qua achterliggende businessmodellen, vertelt de onderzoeker. Naast de recycling van landbouwplastics voor bananen en de genoemde rivierenplastics is dat de recycling van huishoudelijk afval in Almere. Dat materiaal vindt zijn weg in gevelpanelen en andere bouwmaterialen. Op de Floriade-expo van april 2022 is volgend jaar een voorbeeldhuis van het gerecyclede materiaal te zien. “En ook die kleinschalige fabriek staat er al in Almere, maar we zoeken naar manieren om de processen beter, slimmer en schoner te maken.”
Langs de grote Aziatische rivieren vol plastics, kan het drijvende plastic verwerkt worden tot textieldraden om kleding mee te weven. Dat testen we nu al hier in Oost-Nederland met het drijvende plastic dat we uit de IJssel halen.
Vies plastic en pesticiden
Het onderzoek moet deze drie initiatieven verder brengen, legt Rik uit. “We lopen tegen allerlei praktische problemen aan.” Welke dat zijn? “In Almere is er nog sprake van veel vies plastic. We zoeken de grenzen op van wat haalbaar is om dat proces te verbeteren. Kijk je naar bananenplantages, dan is het landbouwplastic in Peru en de Dominicaanse Republiek betrekkelijk schoon. In die landen is het mogelijk zonder pesticiden bananen te kweken. Wil je zo’n concept toepassen op andere landen waar wel met pesticiden gewerkt wordt, dan zul je moeten onderzoeken wat je moet veranderen om de plastics veilig en schoon te kunnen recyclen.”
Lokale recyclefabriekjes
Doel is om over twee jaar over veel meer toepasbare kennis te beschikken, die wereldwijd ingezet kan worden bij lokale recyclefabriekjes. “Nu zijn het nog losse pilots. Als we de business cases gezonder maken, waardoor ze voor iedereen interessant worden, kunnen we wereldwijd enorme impact maken. Juist in tweede- en derdewereldlanden heeft die decentrale aanpak enorm potentieel. Door het ontbreken van centrale afspraken, regelgeving en overheidssteun hebben dit soort lokale recyclefabriekjes een betere kans van slagen. Ik geloof persoonlijk erg in die bottom up-benadering. Wanneer we een goed werkend concept hebben, is het herhaalpotentieel oneindig. Als we bijvoorbeeld dat pesticiden-probleem in de recycling onder controle hebben, dan kan de bananensector daar wereldwijd van profiteren.”
Post-use Plastic Foil Solutions
Het Post-use Plastic Foil Solutions-project (PPF) draagt bij aan de doelstellingen van de Green Deal, op weg naar een volledig Europese circulaire economie in 2050. Saxion heeft het daartoe opgestelde Plastic Pacts mede ondertekend.
Samenwerkingspartners zijn het Saxion-lectoraat Lichtgewicht Construeren (lector: Ferrie van Hattum), brancheorganisatie Polymer Science Park en de toepassende bedrijven Agrofair, Save Plastics, Clear Rivers, industrieel verwerker A.C. ter Kuile, Miramé/Riverfashion en Veolia.
Het project wordt mede-gefinancieerd door SIA met het RAAK-MKB programma.
Over Rik Voerman
Ir. Rik Voerman studeerde werktuigbouwkunde met een specialisatie Ontwerpen in Kunststoffen aan de Universiteit van Twente, waar hij in 1996 afstudeerde op het gebied van restspanningen in kort-vezelversterkte thermoplastische composieten. Hij begeleidde een groot aantal verbeter- en innovatieprojecten in de kunststoffen- en composieten-industrie en was manager operational excellence bij een ingenieursbureau. Naast zijn rol van programmamanager heeft Rik adviserend opgetreden voor innovatiecentra zoals Dutch Polymer Institute – Value Centre, Polymer Science Park en Syntens. Sinds januari 2014 is hij werkzaam bij het lectoraat Lichtgewicht Construeren van Saxion, waar hij met de industrie een groot aantal kunststoffenrecycling-projecten heeft opgezet en begeleid.