Alumnus Koen volgde een Honours Programma: ‘Dat was een wereld die voor mij openging’
Koen Meijer studeerde Technische Bedrijfskunde en volgde daarnaast een Honours Programma, waarmee hij uit zijn comfortzone trad. Drie jaar later werkt hij als docent bij datzelfde Honours Programma, naast zijn twee andere banen als projectleider binnen de bouwhandel en coach. Zijn tip? ‘Maak fouten.’
Hoi Koen, wat doe jij voor werk?
“Ik doe eigenlijk drie verschillende dingen. Ik werk één dag in de week bij Saxion als docent bij het Honours Programma ‘Creativity In Finance And Management’. Daarnaast werk ik één dag in de week in mijn eigen coachingsbedrijf en nog drie dagen in de week ben ik aan het werk bij een bouwmaterialengroothandel, als projectleider bij de implementatie van een nieuw computersysteem.”
Sluit dit aan bij je studie?
“Ja, bij Technische Bedrijfskunde gaat het vooral over procesoptimalisering en bij de bouwhandel ben ik ook echt bezig met het optimaliseren van huidige processen. Algemene processen zoals inkoop en verkoop ken ik dankzij mijn studie goed. Ik weet hoe we deze processen kunnen analyseren om te kijken wat we het beste kunnen verbeteren. Dat heb ik wel echt in die opleiding geleerd. Daarnaast werk ik nu bij Saxion binnen het Honours Programma dat ik zelf ook heb gevolgd.”
Hoe was het Honours Programma voor jou als student?
“Dat was voor mij een wereld die openging. Toen ik begon met mijn Honours Programma in mijn tweede jaar was ik best wel verlegen en bang voor het onbekende. Bij het Honours Programma heb ik samen met docenten best wel veel stappen uit mijn eigen comfortzone genomen, dus ik werd echt uitgedaagd om dingen te doen die ik normaal gesproken niet deed. Ik ben heel veel aan het reizen geweest, zowel met het Honours Programma als daarbuiten. Met het Honours Programma waren we bijvoorbeeld in Dublin en werd er tegen ons gezegd: ‘Spreek willekeurig mensen op straat aan en luister naar hun verhaal.’ Nou, mijn Engels was op dat moment echt beroerd, dus dat was al moeilijk, maar een wildvreemde aanspreken als twintigjarige vond ik echt heel spannend. Maar het helpt wel echt om over die grens heen te stappen en nieuwe dingen uit te proberen. En dat neem ik nu iedere dag nog met me mee.”
En nu ben jij zelf docent binnen het Honours Programma?
“Ja, toen ik afgestudeerd was, ben ik eigenlijk blijven hangen. Ik ben toen iedere maandagavond bij de eerstejaarsstudenten geweest en na dat jaar kwam de hoofddocent naar mij toe met de vraag of ik niet het derde jaar van het Nederlandse programma wilde doen, aangezien ik er toch zo vaak bij was. Ik hoefde daar niet over na te denken, dat wilde ik direct. Nadat ik dat een jaar had gedaan, kwam daar ook het derde jaar van het internationale programma bij. En dat bevalt heel goed. Het derde jaar gaat over het afstuderen en ik vind het heel leuk om de studenten uit te dagen om iets verder te kijken dan wat ze normaal gesproken zouden doen. Ook help ik ze met de vraag ‘Wat wil je nou écht?’ niet alleen tijdens het afstuderen, maar ook daarna. Dat vind ik heel leuk om te doen.”
Je steekt er heel veel van op: je leert echt veel over jezelf en over de wereld. Ik denk dat dat juist nu heel belangrijk is.
Zou je een Honours Programma aanraden?
“Ja, zeker. Heel veel studenten associëren het met meer school, wat eigenlijk zonde is. Ja, je zit een paar uur in de week meer op school, maar het voelt absoluut niet aan als school. Je bent echt bezig met dingen die jij leuk vindt, dingen die jou inspireren. Ons programma is in ieder geval heel vrij, dus dat wordt echt door de studenten zelf gemaakt. Je steekt er heel veel van op: je leert echt veel over jezelf en over de wereld. Ik denk dat dat juist nu heel belangrijk is. We hebben nu twee jaar corona gehad, waarbij iedereen binnenzat en je ziet dat het aantal depressies en suïcidale gedachten bij jongeren schrikbarend hoog is. In het Honours Programma ga je met een groep mensen met hetzelfde idee, die graag willen leren en nieuwsgierig zijn, dingen ontdekken die jij echt leuk vindt en kijken of dat ook echt bij jou past. Er is geen falen in het programma en dat maakt het wel heel gaaf.”
Je hebt nu ook nog je eigen coachingsbedrijf?
“Klopt, de coaching staat nu even op een lager pitje in verband met drukte bij mijn werk binnen de bouwhandel, maar daar doe ik eigenlijk precies hetzelfde als wat ik met mijn studenten doe, alleen dan met een iets andere doelgroep. Samen met hun kijk ik naar het leven wat ze hebben opgebouwd en kijken we of diegene nog steeds tevreden is met dat leven. Zo ja, dan is dat geweldig en zo nee, wat kunnen we dan doen om ervoor te zorgen dat jij je daar wel lekker bij voelt en lekker voelt over wie jij bent? Dat is heel gaaf om te mogen doen.”
Waarom heb je die stap tot een eigen bedrijf genomen?
“Ik wilde al toen ik jong was heel graag ondernemer worden. Op een gegeven moment was de drijfveer voor mij geld, dus toen ben ik begonnen met online marketing. Dat viel mij eigenlijk helemaal niet. Toen kwam ik in gesprek met iemand en die vroeg mij wat ik zou doen als ik alles zou kunnen doen wat ik maar zou willen. Mijn antwoord was dat ik wel heel graag mensen zou willen helpen. De volgende vraag was op welke manier ik dat dan zou willen doen. Ik hoorde altijd van mensen dat ik goed kan luisteren en goed ben in vragen stellen, dus daar wilde ik wel wat mee doen. Hij zei dat dat wel klonk als een coach of mentor. Daar ben ik me toen in gaan verdiepen en dat beviel mij wel.”
Hoe loopt dat nu?
“Ik deed het coachen heel veel via zoom, ik heb ook een redelijk internationaal netwerk. Ik merkte dat je dan drie of zes maanden met iemand in een zoomgesprek zat, terwijl je ze verder nooit in het echt ziet en dat miste ik. Nu ben ik echt bezig om eigenlijk weer helemaal van voor af aan te beginnen. Ik wil mijn programma meer gaan inrichten zodat ik de mensen ook fysiek kan gaan zien, zodat er nóg meer resultaat uit komt. Ik hoop daarmee in januari de eerste nieuwe klanten te mogen helpen.”
En toen barstte hij in tranen uit. Wat hij het liefste wilde was een goede vader en echtgenoot zijn. Hij was er heilig van overtuigd dat dat niet zo was.
Hoe ben je bij de bouwmaterialenhandel terecht gekomen?
“Eigenlijk zoals ik bij iedere baan terecht kom: compleet willekeurig en via via. Ik was dus begonnen met online marketing en dat beviel me niet, maar ik had mijn baan bij een ander bedrijf in Enschede daarvoor opgezegd. Op een gegeven moment dacht ik: ik moet eigenlijk wel weer werk hebben, maar dan wil ik wel parttime werken. Een vriend van mij kwam toen eigenlijk net nadat ik dat had bedacht naar mij toe met de vraag of ik toevallig werk zocht. Ik kon toen twee dagen later op gesprek komen bij zijn neef in Delden en binnen een kwartier was ik eigenlijk al aangenomen. Dat is nu alweer 1,5 jaar geleden.”
Wat voor taken heb je daar?
“Ik heb niet echt een functietitel, maar ik zou het omschrijven als projectleider. Dus ik zorg ervoor dat de planning voor het project rondom de implementatie van het nieuwe systeem goed loopt en dat het werk goed verdeeld wordt. Daarnaast ben ik zelf verantwoordelijk voor een heel groot deel voor het prepareren van data, dus de klant-, leveranciers- en productgegevens die allemaal in dat nieuwe systeem moeten komen te staan. Het vorige systeem was 20 jaar oud, dus daar ben ik ook vooral mee bezig. Het is heel veel in Excel turen, maar ik vind het leuk om te doen.”
Hoe is het om drie verschillende dingen te doen?
“Het is af en toe wel heel druk, maar het bevalt me wel heel goed. Ik vind het leuk om die drie verschillende dingen te doen. Vijf dagen in de week bij een bedrijf past niet bij mij, drie dingen is dan misschien net te veel, maar ik zou altijd wel twee verschillende dingen willen doen. Wat dat dan is, maakt me niet zo heel veel uit, als het maar wel een beetje dynamisch is. Dat vind ik wel fijn.”
Wat is het meest bijzondere wat je hebt meegemaakt in je werk tot nu toe?
“Binnen mijn coaching had ik een keer een heel bijzonder gesprek. Ik had een gesprek met een Amerikaanse man en hij kwam voor mij best wel stoer over: hij wou vooral een groot huis en een dure auto. Ik vroeg daar natuurlijk op door en op een gegeven moment vroeg ik: ‘Wat wil je nou echt?’ En toen barstte hij in tranen uit. Wat hij het liefste wilde was een goede vader en echtgenoot zijn. Hij was er heilig van overtuigd dat dat niet zo was. Hij zei dat hij zich ontzettend slecht voelde wanneer hij zijn vrouw één ochtend geen koffie op bed bracht. Dus ik vroeg hem: 'Hoeveel mannen denk je dat er zijn die hun vrouw iedere ochtend koffie op bed brengen?' ‘Bijna niemand’, zei hij na even na te denken. ‘Dus wat denk je dat je vrouw denkt als jij een ochtend geen koffie op bed brengt? Denk je dat ze er erg over inzit dat ze één ochtend geen koffie op bed krijgt of denk je dat ze je dankbaar is dat je dat iedere dag voor haar doet?’ Hij was toen twee minuten stil, de tranen sprongen hem in zijn ogen en vervolgens zei hij: 'Ik ben best een goede echtgenoot, of niet?’ Dat was voor mij een heel bijzonder gesprek, wat mij zeker even bij zal blijven.”
Wat zou je mee willen geven aan studenten voordat ze op zoek gaan naar een baan?
“Het is heel cliché, maar doe wat je leuk lijkt. Als jij hebt gestudeerd voor chemie, maar je wilt het liefst in een kledingwinkel staan, ga in die kledingwinkel staan. Ik heb zelf een baan gehad waarbij ik 40 uur per week met lood in mijn schoenen naar mijn werk ging: dat is het niet waard. Doe iets wat je leuk vindt, dat is veel belangrijker dan dat geld wat binnenkomt, geloof me. Dat geld is natuurlijk wel nodig, maar het is echt niet het belangrijkste. Wees ook niet bang om fouten te maken. Fouten maken bestaat niet, alleen als je er niet van leert. Je kunt dingen bijna niet in één keer goed doen, ook je carrière niet. Dus probeer juist zo veel mogelijk fouten te maken, maar leer er wel van.”