Theo de Bruijn (fotografie: Thomas Busschers)
Onderzoek

Theo de Bruijn over 20 jaar onderzoek bij Saxion: ‘Ik geloof sterk in de wisselwerking tussen onderzoek en onderwijs’

Anne Hurenkamp
Anne Hurenkamp Leestijd Minuten

In dit jubileumjaar spreken we regelmatig medewerkers over Saxion en de afgelopen 25 jaar. Met Theo de Bruijn, lector Duurzame Leefomgeving, staan we stil bij de ontwikkeling van het onderzoek bij onze hogeschool. Twintig jaar geleden startte Theo als één van de eerste lectoren bij Saxion. Hoe kijkt hij terug, hoe kwam het onderzoek op stoom en waar staat hij inmiddels zelf?

Hij werkte destijds bij de Universiteit Twente, waar hij promoveerde en later onderzoek deed op het gebied van milieu en duurzaamheid, vertelt Theo de Bruijn. “Hoewel dat interessant was, verschoof mijn interesse van wetenschappelijk naar praktijkgericht onderzoek. Ik miste iets, wilde me sterker bezighouden met vragen uit de maatschappij. En met wat onderzoeksresultaten voor die praktijk konden betekenen.” In 2002 zag Theo dat Saxion op zoek was naar een lector. Hij besloot te solliciteren, werd op 1 januari 2003 aangesteld als lector Duurzame Leefomgeving en is dat vandaag nog steeds. Wel met een klein verschil dat zijn lectoraat anderhalf jaar geleden samen met het lectoraat Bodem & Ondergrond verder ging. “We zijn nu het lectoraat Sustainable Areas and Soil Transitions. Eigenlijk is de cirkel weer rond, want destijds zat ‘bodem’ ook al in ons lectoraat, voordat het onderzoek rond dat thema een aantal jaren apart verder ging.”

Handjevol lectoren

Wie lang meeloopt, zoals Theo, ziet dat sommige veranderingen uiteindelijk weer terugkomen bij de oorspronkelijke situatie. Het wil overigens niet zeggen dat het onderzoek bij Saxion nog lijkt op hoe het er in 2003 aan toeging. Want hoe was dat destijds? “Ik vond Saxion in 2003 meer een school voor hoger onderwijs dan een university of applied sciences. We waren nog maar met een handjevol lectoren. Ik denk nu bijvoorbeeld aan Frits Oosterveld voor Fysiotherapie & Gezondheid, aan Wim Gilijamse voor Duurzame Energievoorziening. Ook Karin van Beurden sloot zich al snel aan, met Product Design. Net als Wilbert Rodenhuis met het lectoraat Risicobeheersing. Er was nog weinig inhoudelijke samenhang tussen de lectoraten.” Zochten jullie dan geen onderling contact? “Natuurlijk probeerde je elkaar op inhoud te vinden, dat deed ik met het lectoraat Duurzame Energievoorziening, maar er waren nog weinig lectoraten, die bovendien inhoudelijk vaak ver uit elkaar lagen. Het was echt een andere tijd dan nu.”

Pionieren

Pionieren was het ook: “We moesten met elkaar deels ook nog uitvinden wat een lectoraat was.” Het op poten zetten van praktijkgericht onderzoek kostte die eerste jaren dan ook de nodige energie, vertelt Theo. Was er beleid om dat onderzoek aan te zwengelen? “Ik herinner me de subsidieregeling, de SKO-gelden (Stichting Kennisontwikkeling hbo, red.) waarmee hogescholen lectoraten op konden zetten. Binnen Saxion konden opleidingen een voorstel indienen dat ze een lector wilden. Voor ons lectoraat kwam die aanvraag uit de opleiding Milieukunde.” Het markeerde de start van het lectoraat Duurzame Leefomgeving.

Natuurlijk probeerde je elkaar op inhoud te vinden, dat deed ik met het lectoraat Duurzame Energievoorziening, maar er waren nog weinig lectoraten, die bovendien inhoudelijk vaak ver uit elkaar lagen. Het was echt een andere tijd dan nu.

Theo de Bruijn (fotografie: Thomas Busschers)
Theo de Bruijn, lector Duurzame Leefomgeving, blikt terug op 20 jaar onderzoek bij Saxion

Duurzaamheid

Al bleef de naam bijna twintig jaar hetzelfde, het lectoraat verschoot regelmatig van kleur, zoals Theo het omschrijft: “In het begin richtten onze onderzoeksprojecten zich sterk op milieu en op participatie. Zo deden we bewonersonderzoek naar de beleving van allerlei milieumaatregelen in huis of in de directe woonomgeving. Bijvoorbeeld bij mensen die inmiddels tien jaar een duurzame koopwoning bezaten. Waar liepen zij tegenaan? Echt op microniveau. De focus verschoof steeds meer naar duurzaamheid. Er kwamen namelijk veel fundamentelere vragen: hoe bereiken we nu echt die maatschappelijke transitie naar duurzaamheid? Het zijn nu vragen op macroniveau. Het gaat inmiddels om inzicht in complexe maatschappelijke belangen. Ik vind het ook logisch dat je als lectoraat meebeweegt. Je moet midden in de maatschappij staan, je bezighouden met wat er speelt. Verandering is onlosmakelijk verbonden met een lectoraat. Je haalt nieuwe onderzoeksvragen op, past je programma aan. Ik vind het trouwens ook essentieel voor mezelf als mens. Om plezier en uitdaging te houden in het werk.”

Kenniscentra

In de loop der jaren werd het technische karakter van het onderzoek steeds belangrijker. Ook vanuit Saxion, vertelt Theo. Zo verhuisde het lectoraat uiteindelijk naar de academie Business, Building & Technology, om dichter bij de opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek terecht te komen. Niet alleen het lectoraat van Theo verschoof, ook in bredere zin kwamen er veranderingen. “Ik ben het jaartal kwijt, maar ergens besloot Saxion om de lectoraten te bundelen in een aantal kenniscentra. Vijf of zes zijn het er geweest. Dit gebeurde om gezamenlijk beter stappen te kunnen zetten. De centra kwamen verder van het onderwijs af te staan. Ze hebben een aantal jaren bestaan, maar de constructie werd uiteindelijk toch weer afgeschaft. Op een aantal plekken was er minder synergie dan gehoopt.”

Theo de Bruijn (fotografie: Thomas Busschers)

Theo de Bruijn: "Verandering is onlosmakelijk verbonden met een lectoraat. Je haalt nieuwe onderzoeksvragen op, past je programma aan. Ik vind het trouwens ook essentieel voor mezelf als mens. Om plezier en uitdaging te houden in het werk."

Verbinding met het onderwijs

Het zorgde voor een nieuwe fase voor het onderzoek bij Saxion, waarin de lectoraten weer moesten indalen in de academies, zoals dat destijds genoemd werd, vertelt Theo. “Men wilde onderzoek en onderwijs weer sterker verbinden. Zelf geloof ik ook sterk in die verbinding, de wisselwerking tussen beide. Je kunt de kwaliteit en het succes van een lectoraat wat mij betreft afmeten aan de bijdrage die het kan leveren aan de kwaliteit van de opleidingen. Wij verzorgen geen onderwijs, maar via ons onderzoek dragen we wel bij aan de kwaliteit ervan. Bij ons draaien studenten dan ook volop mee in onderzoeksprojecten. Net als op vele plekken in andere lectoraten.”

Relatief jong

De kenniscentra zijn er niet meer, maar sinds enkele jaren hanteert Saxion onderzoeks-zwaartepunten. “Dat vind ik begrijpelijk en goed. Dat je als hogeschool kiest op welke punten je je wilt focussen. Zo kunnen onze lectoraten, nog steeds sterk verankerd in academies, toch op inhoud weer hun krachten bundelen. Onderzoek in hogescholen is natuurlijk nog steeds relatief jong, zeker in vergelijking met het onderzoek aan universiteiten. Maar het heeft een aantal belangrijke fasen doorlopen. Ook in de relatie met regionale partners. Vroeger was het niet vanzelfsprekend dat ze voor onderzoek met een hogeschool in zee gingen. We zien nu dat bedrijven op een natuurlijke, vanzelfsprekende manier naar Saxion kijken, ons weten te vinden. Daar hebben we twintig jaar aan gebouwd. Het is een grote verworvenheid.”

Van regionaal tot internationaal

Het spectrum van projecten is breed geworden de afgelopen jaren. Van kleine projecten met het mkb in de regio tot grootschalig internationaal onderzoek. Om op beide terreinen een voorbeeld te noemen, haalt Theo de samenwerking aan met regionale zorginstelling Aveleijn. “We doen daar, met studententeams, projecten rond afvalmanagement en hittestress op de terreinen van de instelling. Hierin zijn we echt een regionale kennispartner. We brengen studenten in aanraking met actuele vraagstukken, waarmee ze dicht bij huis in interdisciplinaire projectgroepen aan de slag kunnen. Doordat we als lectoraat zo’n project adopteren, zorgen we voor inhoudelijke borging. We reiken de instelling oplossingen aan waar ze mee verder kunnen.” Een tweede project, dat juist op internationaal niveau plaatsvindt, is het Horizon2020-project CityLoops. “Ik kijk met trots naar hoe we daarin met Europese partners kennis ontwikkelen over circulariteit in de fysieke openbare ruimte. En hoe we dat onder andere in Apeldoorn handen en voeten helpen geven. Deze onderzoeken, van klein naar groot, laten de breedte en het belang van Saxion-onderzoek zien. En de waarde die het heeft voor de praktijk.”

We zien nu dat bedrijven op een natuurlijke, vanzelfsprekende manier naar Saxion kijken, ons weten te vinden. Daar hebben we twintig jaar aan gebouwd. Het is een grote verworvenheid.

Theo de Bruijn (fotografie: Thomas Busschers)
Theo de Bruijn, lector Duurzame Leefomgeving, blikt terug op 20 jaar onderzoek bij Saxion

Talenten

Wat blijft bij van twintig jaar onderzoek doen bij Saxion? “Dat is veel. Ik ben niet alleen trots op de kleine en grote projecten waarvan ik net een voorbeeld gaf, maar ook op de mensen met wie ik mocht en mag werken. Zo zag ik een onderzoeker uit ons lectoraat het pad van promotie bewandelen en uiteindelijk zelf lector worden. Je ziet studenten en docent-onderzoekers groeien, stappen zetten, loopt daarin soms een stukje met ze mee. Het is mooi om te zien dat mensen op plekken komen waar ze met hun talenten tot hun recht komen. Daarnaast vind ik het mooi en belangrijk dat ik met ons onderzoek kan bijdragen aan de verduurzaming van Nederland. Op allerlei niveaus heeft het werk me de afgelopen twintig jaar zo veel voldoening gegeven.”

Kennisbasis

Vindt hij dat het hbo-onderzoek tot wasdom is gekomen? “Er is nog steeds genoeg werk te verrichten, maar onze kracht is dat wij praktijkkennis ontwikkelen én studenten afleveren die aan de slág gaan. Wat daarbij beter kan, is het benutten van onze kennisbasis. Soms realiseren studenten zich nog onvoldoende dat die er is. Wanneer je als nieuwe professional de wereld wilt veranderen, dan kun je de mogelijke oplossingen die je ziet ook echt staven met de kennis die al beschikbaar is. Er sneller mee op vlieghoogte komen. En het geeft je de inhoudelijke borging van waar je mee bezig bent. We kunnen daarin nog mooie inhoudelijke vervolgstappen zetten, wat mij betreft. We zijn nog lang niet klaar.”

Fotografie: Thomas Busschers

Theo de Bruijn 3.jpg

Dr. ir. Theo de Bruijn is bestuurskundige. Hij is gespecialiseerd in samenwerkingsprocessen tussen publieke, semi-publieke en private organisaties, vooral op het gebied van stedelijke ontwikkeling en duurzaamheid. Theo studeerde Techniek en Maatschappij aan de Technische Universiteit Eindhoven en promoveerde in 1996 op een onderzoek naar sturing in complexe netwerken (Bestuurskunde, Universiteit Twente). Vanaf 2014 is Theo de Bruijn tevens partner bij IAA Architecten.

Anne Hurenkamp

Anne Hurenkamp

Anne Hurenkamp is redacteur bij de Dienst Marketing en Communicatie van Saxion. Schrijven maakt haar gelukkig. Vooral als het om een persoonlijk portret of over onderzoek gaat. Als lezer, luisteraar, schrijver en podcaster gaat Anne ook graag op zoek naar mooie verhalen uit de geschiedenis van de popmuziek. In haar vrije tijd is ze bovendien boekenliefhebber en Beatlesblogger.

Gerelateerde artikelen

Corporate

Ruim 1 miljoen euro voor drie SPRONG-onderzoeksprojecten

22 november 2024
Onderzoek

Energy Flexibility Lab geopend: meer inzicht in ons energiegedrag

20 november 2024
Corporate

Een boom vol symboliek: Rob vertelt het verhaal achter de 'Netwerkboom'