Onderzoek

Sandra van Hogen-Koster over Positieve Gezondheid: ‘je eigen veerkracht’

Jos Eertink Leestijd Minuten

Een bredere kijk op gezondheid: dat is wat Sandra van Hogen-Koster, lector Positieve Gezondheid, leefstijl en leiderschap, ons als samenleving gunt. Met preventie als belangrijk middel om te zorgen dat mensen in de toekomst minder gezondheidsproblemen ontwikkelen. We ontdekken wat er allemaal van invloed is op een gezonde leefstijl, en hoe lastig het soms kan zijn om iemand daarmee te helpen: “Preventie is echt iets van de lange adem.”

Wat kan ik allemaal nog wél? Machteld Huber, grondlegger van het gedachtegoed over Positieve Gezondheid, stelde zichzelf die vraag nadat ze viermaal was getroffen door een ingrijpende ziekte. Als huisarts en later als onderzoeker, had ze behoefte aan een bredere kijk op gezondheid; aan meer zingeving en aandacht voor mogelijkheden, in plaats van een focus op ziekte en beperkingen. Lector Sandra van Hogen-Koster omarmt het gedachtegoed van Huber. “Je eigen veerkracht,” vult ze aan, “en de eigen regie om richting een betere gezondheid te gaan. Dat zou je allebei ook veel meer aan moeten wakkeren. Deels liggen de sleutels daarvoor bij mensen zelf.”

Over die sleutels gaan we het vandaag met Sandra hebben. Over het onderzoek dat ze doet bij het lectoraat Smart Health en Medisch Spectrum Twente (MST), hoe noodzakelijk het is voor de politiek en de maatschappij om een bredere kijk op gezondheid te hebben, en over mensen die zichzelf verbaasden met sleutels die ze al lang in handen bleken te hebben.

Definitiekwestie

Maar eerst hebben we het over een definitiekwestie. Kijken instanties die zich richten op gezondheid al in bredere zin naar ons welbevinden? De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt volgens een definitie uit 1948: ‘Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekten of gebreken.’ Het is een definitie die meer aanhaalt dan alleen het begrip ziekte, maar tegelijkertijd toch mensen uitsluit. “Als je bijvoorbeeld kijkt naar patiënten met een chronische ziekte,” zegt Sandra, “dan zijn die volgens de definitie van de WHO eigenlijk nooit gezond. Terwijl zo iemand zich wel gezond kan voelen. Iemand die een aandoening heeft, kan dat op een gegeven moment accepteren en daarmee leren leven.”

...we moeten veel meer ‘aan de voorkant’ bezig zijn, juist om later problemen te voorkomen. Dat is iets wat nog te weinig in beleidsplannen terechtkomt.

Lector Sandra van Hogen-Koster

Hoewel het concept van Positieve Gezondheid steeds meer opduikt in rapporten en in de media, is er volgens Sandra zeker nog werk aan de winkel. “We denken toch snel vanuit de ziekte,” zegt ze. “Dus we hebben daar echt nog wel een weg in te gaan, om die omslag te maken richting gezondheid.” Kijkend naar Nederland, zie je bijvoorbeeld dat de bewezen effecten van preventie worden erkend, maar dat de gelden die daarvoor beschikbaar zijn afnemen. De vraag rijst hoe dat soort tegenstellingen kunnen ontstaan? “Preventie is echt iets van de lange adem,” zegt Sandra. “Op het moment dat jij iets met je leefstijl gaat doen, dan zie je niet altijd direct een effect. Vaak richten plannen zich op de korte termijn; preventie levert ook niet direct geld op. Maar we moeten veel meer ‘aan de voorkant’ bezig zijn, juist om later problemen te voorkomen. Dat is iets wat nog te weinig in beleidsplannen terechtkomt.”

Positieve Gezondheid in de praktijk

Hoe breng je Positieve Gezondheid dan in de praktijk? Sandra: “Sommige specialisten in ziekenhuizen houden zich daar zeker al mee bezig, maar er zijn er ook een aantal die zeggen: ik vind dat op zich wel belangrijk, maar ik heb maar tien minuten de tijd voor een consult. En ik moet ook gewoon doen wat ik moet doen.” Het is een voorbeeld dat aangeeft hoe groot de druk op de zorgprofessionals van tegenwoordig is; zo groot dat er vanuit hun perspectief soms überhaupt geen ruimte is voor iets anders dan ‘de reguliere medische handelingen’. “Gelukkig zie je nu wel dat er een andere tendens is onder artsen,” zeg Sandra. “Die gaan bijvoorbeeld leefstijlgeneeskunde doen. Maar naar mijn idee zouden leefstijl en preventie gewoon vaste onderdelen van een opleiding moeten zijn, los van welk vak je uiteindelijk precies gaat uitoefenen.”

Het is soms niet eens zo moeilijk om een ongezonde leefstijl bij iemand te herkennen. “Maar er zit vaak een heel verhaal áchter een ongezonde leefstijl,” zegt Sandra. “Een specialist kan daarover niet zomaar uitgebreid in gesprek gaan. Gelukkig is er dan zoiets als een Gezondheidsplein of een Leefstijlportaal.”

Achter het dossier

In september 2022 werd bij het MST een nieuw Leefstijlportaal gerealiseerd, in samenwerking met Sportaal. “Het is een plek vlak bij de hoofdingang van het ziekenhuis,” vertelt Sandra, “waar verpleegkundigen en beweegmakelaars van Sportaal te vinden zijn. Die verpleegkundigen zijn opgeleid in Positieve Gezondheid en leefstijl. Zij kijken echt naar de mens achter de patiënt. Ze hebben geen toegang tot een patiëntendossier, maar stellen gelijk vragen als: hoe gaat het met u? Wat is voor u belangrijk? Vaak verwijzen ze mensen dan weer door, bijvoorbeeld naar een wijkinitiatief voor lichaamsbeweging. Het lastige is: mensen kunnen daar zelf gewoon naartoe gaan, maar vaak hebben ze eerst een zetje nodig.”

Je kunt misschien wel een gezonde maaltijd bereiden voor niet al te veel geld, maar daar moet je best creatief voor zijn. Als je andere problemen aan je hoofd hebt, dan ben je sneller geneigd om voor de ongezondere kant te gaan.

Sandra van Hogen-Koster

Een wijkinitiatief is ‘slechts’ een voorbeeld van iets wat aan de basis van gedragsverandering kan staan. In alle gevallen is het op de eerste plaats belangrijk om gericht door te verwijzen, maar op de tweede plaats ook om de vinger aan de pols te houden. “Toevallig had ik gisteren een afspraak met een internist die ook is opgeleid tot leefstijlspecialist,” vertelt Sandra. “Die zei: het is aan de ene kant mooi dat je mensen helemaal blanco kunt zien, zonder dossier. Maar op het moment dat je duurzame gedragsverandering zou willen, dan moet je bij een volgend consult wel kunnen kijken naar de voortgang. Zodat je bijvoorbeeld kunt vragen: u zou aan de slag gaan met uw voeding, hoe gaat het daar nu mee? Dat cirkeltje is nog niet helemaal rond.”

Armoede en suikertaks

Naast beweging zijn er nog tal van andere zaken die invloed hebben op iemands gezondheid. Het ligt misschien iets minder voor de hand, maar ook armoede kan een oorzaak voor gezondheidsklachten zijn. Immers: armoede zorgt vaak voor veel stress, maar ook voor minder ruimte om bezig te zijn met iets als je eigen leefstijl. “Of denk aan de plek waar iemand woont,” vult Sandra aan. “Heb je zicht op groen of niet? Maar erg bepalend is toch wel iemands portemonnee. Als je kijkt naar producten in de supermarkt… Je kunt misschien wel een gezonde maaltijd bereiden voor niet al te veel geld, maar daar moet je best creatief voor zijn. Als je andere problemen aan je hoofd hebt, dan ben je sneller geneigd om voor de ongezondere kant te gaan.”

Zit de gemiddelde Nederlander eigenlijk aan ‘de gezondere kant’? In het Nationaal Preventieakkoord is onder andere een ambitie opgenomen om het aantal volwassen mensen met overgewicht in ons land te laten afnemen van 50% naar 38% in 2040. Een mooie ambitie, waarvoor we helaas niet op schema liggen. Zou de politiek dan niet meer moeten doen om doelstellingen voor een gezondere bevolking te halen? En zo ja, wat dan precies? “Er is een discussie geweest over de suikertaks,” zegt Sandra. “Persoonlijk denk ik dat zoiets wel zou kunnen werken. Als je terugdenkt aan de periode dat de energieprijzen hartstikke hoog waren: toen zag je dat mensen daar ook veel bewuster mee bezig waren en de verwarming omlaag draaiden. Dus op het moment dat je aan iemands portemonnee komt, dan is dat blijkbaar toch een trigger om gedrag te veranderen.”

...het gaat ook over kwetsbaarheid. Daarbij denk ik onder andere aan sociale media. Mensen laten altijd maar de mooie dingen zien, maar dat is een glimp van wat er werkelijk speelt.

Sandra van Hogen-Koster

Vroeg beginnen

Wat volgens Sandra nog beter is dan pogingen om het gedrag van volwassenen te veranderen, is om al tijdens iemands kinderjaren aandacht te besteden aan leefstijl en preventie. Sandra: “Als je ongezond gedrag niet aanleert, hoef je het later ook niet af te leren.” Het klinkt misschien als een open deur, maar dat is het niet; zo behoort ‘een gezonde leefstijl’ nog lang niet altijd tot de standaard lesstof op basisscholen. Veel van wat we met Sandra bespreken gaat over toegankelijkheid en beschikbaarheid. Heb je de mogelijkheid om te sporten? Weet je hoe je de juiste hulp voor jouw situatie kunt vinden? “En het gaat ook over kwetsbaarheid,” zegt Sandra, wijzend op de grote uitdagingen op het gebied van studentenwelzijn. “Daarbij denk ik onder andere aan sociale media. Mensen laten altijd maar de mooie dingen zien, maar dat is een glimp van wat er werkelijk speelt.”

Overgewicht en armoede. Zorgdruk en deuken in ons welzijn. Je zou bijna moedeloos worden van al die uitdagingen voor ons algehele welbevinden, maar Sandra blijft – passend bij Hubers gedachtegoed – positief ingesteld. Tegelijkertijd kijkt ze met een realistische blik naar de praktijk. “Als we niks aanpassen,” zegt ze, “dan is het op een gegeven moment gewoon onhoudbaar. Dan kun je uiteindelijk niet meer naar de huisarts, want die is dan niet meer voor iedereen beschikbaar. We moeten veel meer met elkaar kijken hoe we die problemen samen kunnen aanpakken. En dan kán het niet anders dan dat je daarbij ook preventie meeneemt.”

Om positief af te sluiten: als we het hebben over bewustwording op het vlak van leefstijl, moet Sandra denken aan een veelzeggend voorbeeld. Ze vertelt over een meneer die al twintig jaar lang in het ziekenhuis kwam met suikerziekte en andere gezondheidsproblemen; ooit was hij doorverwezen door een internist die hem had verteld dat hij te zwaar was. Toen die meneer een keer samen met zijn vrouw naar het Leefstijlportaal kwam, vroeg de verpleegkundige hem wat hij daar kwam doen. Hij vertelde haar dat hij moest afvallen, waarna de verpleegkundige hem vroeg of hij dat zelf ook echt wilde. Wat bleek? Afvallen zag de man niet per se als een noodzaak; het ontbrak hem aan motivatie. Maar wat hij wel graag wilde, was zijn dochter vaker zien. De fietstocht die hij vroeger aflegde om haar te bezoeken, behoorde al jaren niet meer tot zijn vaste gewoonten. Vanwege familieomstandigheden. Verborgen leed. “Ik kom hier gewoon al twintig jaar,” zei de man tegen de verpleegkundige, “en jij legt al na vijf minuten de vinger op de zere plek.”

Fotografie: Thomas Busschers

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Binnenkijken bij... Health & Wellbeing lab Onderzoek

Binnenkijken bij... Health & Wellbeing lab

26 november 2024
Corporate

Ruim 1 miljoen euro voor drie SPRONG-onderzoeksprojecten

22 november 2024
Onderzoek

Energy Flexibility Lab geopend: meer inzicht in ons energiegedrag