Onderzoek

Netlinc: van genetwerkt leren tot een innovatief hbo

Miriam Cents-Boonstra, onderzoeker bij het Lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs, wil beter begrijpen wat we verstaan onder het innovatief vermogen van een hogeschool. Vanuit Saxion is ze aangehaakt bij een samenwerkingsproject dat wordt gefinancierd door Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). In hoeverre bepaalt het leren in netwerken hoe innovatief we zijn in het hbo? En hoe hangt die innovatiekracht samen met de grote maatschappelijke transities van onze tijd? We praten erover aan het begin van een vierjarig traject.

Het lijkt een logisch gegeven dat het innovatief vermogen van een hoger onderwijsinstelling onlosmakelijk is verbonden met de docenten, studenten en onderzoekers die er werken. Maar om te weten hoe innovatief vermogen functioneert en hoe je er invloed op kunt uitoefenen, moet je eerst weten wat het ís. Precies die vraag staat centraal in de eerste fase van het NRO-onderzoeksproject Netlinc. Het is een vraag die goed past bij Saxion-onderzoeker Miriam Cents-Boonstra.

Definitiekwestie

Om toch al een poging te doen als het gaat over de definitiekwestie: hoe breed moeten we innovatief vermogen eigenlijk zien? “Het gaat echt om het innovatief vermogen van de hele hoger onderwijsinstelling,” zegt Miriam. “Dus niet alleen het onderzoek. We zouden dat bijvoorbeeld per instelling kunnen bekijken. Op dit moment zijn we in het eerste werkpakket bezig met een literatuurstudie. Waarbij we ook kijken wat het innovatief vermogen bevordert of belemmert.”

Het innovatief vermogen gaat over de mate waarin een hoger onderwijsinstelling enerzijds in staat is om in te spelen op veranderingen – zowel in- als extern – en anderzijds ook veranderingen kan initiëren.

Lydia Schaap, onderzoeker lectoraat Organiseren van Verandering in Onderwijs (Hogeschool Utrecht)

Lydia Schaap, onderzoeker bij het lectoraat Organiseren van Verandering in Onderwijs (Hogeschool Utrecht), is als expert op het gebied van innovatief vermogen betrokken bij Netlinc. Als we haar later over de definitiekwestie benaderen vertelt ze: “Het innovatief vermogen gaat over de mate waarin een hoger onderwijsinstelling enerzijds in staat is om in te spelen op veranderingen – zowel in- als extern – en anderzijds ook veranderingen kan initiëren. Om zo aan de organisatiedoelen te voldoen. Hiervoor dient kennis gecreëerd en gebruikt te worden, moeten grenzen worden overbrugd en netwerken binnen en tussen organisaties worden gecreëerd.”

Als voorbeeld noemt Lydia een hoger onderwijsinstelling die iets wil doen aan het lerarentekort. Ze vervolgt: “Dit kan een hogeschool niet alleen. Ze zal in netwerken met allerlei externe partijen kennis moeten gaan creëren over de oplossing van het vraagstuk of delen daarvan. Ze zal aanpassingen moeten doen in het eigen onderwijs en onderzoek, maar ook in de bedrijfsvoering.”

Onderwijsinnovatie

Terug naar de interviewtafel. Voordat we gaan aftasten hoe we de maatschappelijke relevantie van Netlinc kunnen omschrijven, willen we eerst weten hoe Miriam Cents-Boonstra zelf bij het onderzoek betrokken is geraakt. Miriam: “Mijn eigen, intrinsieke motivatie komt vanuit mijn achtergrond als onderwijskundige. Ik heb veel curriculumtrajecten begeleid en vaak hetzelfde zien gebeuren. Zonder dat die trajecten veel veranderden. Waarom is het dan zo moeilijk om onderwijsinnovatie goed door te voeren, op zo’n manier dat die innovatie ook standhoudt?”

De intrinsieke motivatie van Miriam sluit aan bij de thema’s die binnen Netlinc centraal staan. “Vanuit het Lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs werk ik twee dagen per week aan onderzoek bij de Onderwijsinnovatie Hub,” vertelt ze, “en vanuit daar hebben we de aanvraag gedaan om als consortiumpartner van Netlinc mee te mogen doen. De opdracht vanuit het lectoraat is ook om te kijken wat goed werkt op het gebied van onderwijsinnovatie, en wat eventueel binnen Saxion kan worden geïmplementeerd.”

De positieve impact van netwerkleren in combinatie met innovatief vermogen is zichtbaar op verschillende niveaus in hoger onderwijsorganisaties én daarbuiten.

Femke Nijland, onderzoeker en universitair docent (Open Universiteit)

Leren in netwerken

Naast innovatief vermogen, draait het binnen Netlinc om ‘genetwerkt leren’. Wederom een breed begrip, waarbij bijvoorbeeld kan worden gedacht aan projecten en maatschappelijke vraagstukken die worden behandeld in learning communities. Als het gaat over genetwerkt leren, raadt Miriam ons aan om zeker ook contact op te nemen met onderzoeker en universitair docent Femke Nijland, die vanuit de Open Universiteit bij Netlinc is betrokken. Als we haar later vragen om haar licht te laten schijnen over voorgenoemde term, reageert ze: “De positieve impact van netwerkleren in combinatie met innovatief vermogen is zichtbaar op verschillende niveaus in hoger onderwijsorganisaties én daarbuiten.”

In dit verband noemt Femke het opleveren van nieuwe kennisproducten. Waarbij ze denkt aan AI-richtlijnen of duurzaamheidsperspectieven. Het zijn voorbeelden die in het onderwijs kunnen leiden tot het ontstaan van nieuwe opleidingen of hybride leeromgevingen, maar daarbuiten ook tot concrete veranderingen in de regio. “Bijvoorbeeld in Heerlen,” zegt Femke, “waar het hoger onderwijs, de gemeente en andere organisaties met verschillende interventies de sociaaleconomische positie van stadsbewoners verbeteren.”

Als je je bewuster bent van welke krachten er zijn betrokken bij het innovatief vermogen van jouw instelling, dan kun je daar weer invloed op uitoefenen. Zodat je bijvoorbeeld makkelijker kunt samenwerken rondom urgente thema’s.

Miriam Cents-Boonstra, onderzoeker Lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs

Praktijkcasus

Wanneer het onderzoeksteam van Netlinc klaar is met de literatuurstudie van werkpakket één, volgen werkpakketten waarin grotere netwerken op netwerk- en organisatieniveau worden bekeken. “Wat zijn dan de condities die binnen die netwerken een stimulerend dan wel belemmerend effect hebben?” vraagt Miriam zich hardop af. “We gaan de literatuur dan dus toetsen in grote praktijkcasussen.”

Om bij de praktijk te blijven: hoe gaat het innovatief vermogen van een hoger onderwijsinstelling uiteindelijk in positieve zin de samenleving raken? “Als je je bewuster bent van welke krachten er zijn betrokken bij het innovatief vermogen van jouw instelling,” zegt Miriam, “dan kun je daar weer invloed op uitoefenen. Zodat je bijvoorbeeld makkelijker kunt samenwerken rondom urgente thema’s. Dan krijg je kennis ook sneller bij de juiste personen, en doe je echt als volwaardige partner mee bij het oppakken van een vraagstuk. De ervaring leert dat het soms nog te gefragmenteerd gaat; dan komt de kennis van mensen in het ene netwerk niet bij de mensen in het andere netwerk, of soms zelfs niet eens bij de collega die naast je zit.”

Concrete impact

Om de impact van het innovatief vermogen van een hoger onderwijsinstelling concreter te maken, zullen in het tweede werkpakket van Netlinc drie cases onder de loep worden genomen. Als we Miriam naar die cases vragen, noemt ze de programma’s VERLICHTWorkplace Vitality Hub en Netwerk Brede Vaardigheden.

De cases blijken uiteenlopende thema’s te behandelen, maar de gemene deler bestaat uit intensieve samenwerkingen tussen de betrokkenen. Door die samenwerkingen kan er kennis worden opgedaan vanuit verschillende invalshoeken. Zo gaat VERLICHT over Heerlen-Noord, ‘een groot gebied met complexe problematiek, en veel stakeholders en actoren die de komende decennia allemaal aan de slag gaan met interventies om specifieke verbeteringen te realiseren.’ Alleen al het feit dat mensen in Heerlen-Noord een zes jaar lagere levensverwachting hebben dan mensen in andere delen van de stad, maakt duidelijk dat de aanleiding voor VERLICHT urgent is. De Open Universiteit heeft als betrokken hoger onderwijsinstelling een systeem van monitoring opgezet voor VERLICHT. Om zo onder andere te kijken in welke combinaties diverse initiatieven het best werken.

Vitale medewerkers en brede vaardigheden

Het onderzoeks- en innovatieprogramma Workplace Vitality Hub behandelt een nog breder thema, en heeft zich tot doel gesteld ‘om een positief keerpunt te bewerkstelligen in de vitaliteit van de werkende mens.’ Hierbij werken de betrokken onderwijsinstellingen intensief met het bedrijfsleven samen. Een van de vijf onderzoekslijnen van Workplace Vitality Hub is mentale gezondheid; binnen deze lijn wordt onder andere gekeken naar de bewustwording over stress in teamverband. ‘Stress-gegevens’ worden bijvoorbeeld verzameld met behulp van smart watches om de polsen van medewerkers. Uiteindelijk kunnen de betrokken gedragswetenschappers alle verzamelde data weer vertalen naar concrete tools voor werkgevers.

Binnen het Netwerk Brede Vaardigheden is Saxion een van de betrokken hoger onderwijsinstellingen. Een belangrijk doel van dit netwerk is om ‘het hoger onderwijs nog beter te kunnen laten inspelen op de veranderende eisen die aan afgestudeerden en ervaren professionals worden gesteld.’ Hierbij wordt gewerkt aan het verstevigen van passende onderwijsconcepten, met aandacht voor zowel vakkennis als de benodigde brede vaardigheden.

Succes in de regio

Het is duidelijk dat de onderzoekers van Netlinc het belang van genetwerkt leren op steeds meer plekken terugzien. Bij de Onderwijsinnovatie Hub ziet Miriam dat genetwerkt leren óók waardevol kan zijn wanneer je te maken hebt met uiteenlopende groepen en karakters. Ze vertelt: “Vanuit mijn werk bij de hub merk ik dat learning communities een belangrijk middel vormen om samen met de regio en meerdere partners aan vraagstukken te werken. De vraag hoe je daarbij omgaat met individuele talenten van mensen is belangrijk. In de basis moet je eerst een soort veilige plek met elkaar creëren. Een plek waar je kan aangeven wat jou drijft. Toch zie ik in projecten met hele verschillende groepen dat het telkens weer lukt.”

Als het lukt, wat lukt er dan? Simpel gezegd zou dat ook een centrale vraag voor Netlinc kunnen zijn. Alsof eerst moet worden ontdekt uit welke onderdelen ‘de innovatiemachine’ precies bestaat. Het blijkt niet eens zo’n gek idee te zijn. Miriam vertelt dat er binnen Netlinc inmiddels zes condities zijn gevonden die je zou kunnen zien als machineonderdelen. De onderdelen, zoals leiderschap en organisatiecultuur, zullen uiteindelijk samen bepalen hoe soepel de innovatiemachine gaat lopen.

Ik denk dat het mooi is dat we niet alleen vanuit de eigen instelling werken, want álle instellingen kampen toch vaak met dezelfde vraagstukken.

Miriam Cents-Boonstra

Krimp

Aan het eind van ons gesprek, blikken we nog eenmaal vooruit op de mogelijke impact die Netlinc in de toekomst kan hebben. Bijvoorbeeld als het gaat over de verwachte krimp bij hogescholen in de regio. “Daarbij gaat het erom hoe je naar jouw eigen innovatief vermogen kijkt,” zegt Miriam. “Wij gaan in ieder geval op zoek naar manieren waarop we straks goed voorbereid kunnen zijn, bijvoorbeeld in onze onderwijsconcepten.”

Tot slot: hoe is het gesteld met het innovatief vermogen van Miriam zelf? “Ik wil gewoon altijd snappen hoe het zit,” zegt ze. “Vaak zie ik dingen gebeuren waarbij ik denk: hoe zou je het nou anders kunnen doen? Die nieuwsgierigheid kan ik hier heel goed in kwijt. Ik denk dat het mooi is dat we niet alleen vanuit de eigen instelling werken, want álle instellingen kampen toch vaak met dezelfde vraagstukken. Als je vraagt wat Saxion gaat terugzien van het project, dan hoop ik dat we beter leren omgaan met netwerken. Hoe richt je learning communities in? Hoe zorg je dat kennis op de juiste plekken komt?  Zodat de onderdelen van dat mechanisme echt goed gaan samenwerken.”

Fotografie: Thomas Busschers

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Corporate

Ruim 1 miljoen euro voor drie SPRONG-onderzoeksprojecten

22 november 2024
Onderzoek

Energy Flexibility Lab geopend: meer inzicht in ons energiegedrag

20 november 2024
Bruisend Living Lab brengt wijkbewoners Hengelo in beweging - Foto (v.l.n.r.): Lysbeth de Vries van het ROC van Twente, Arie Fröberg van Wijkracht en Marsha Bisschop van hogeschool Saxion Onderzoek

Bruisend Living Lab brengt wijkbewoners Hengelo in beweging