Renze werd docent: ‘Ik neem mijn kunstenaarschap mee, Saxion in’
Renze Koenes is al ruim twintig jaar een creatieve duizendpoot binnen Saxion. Destijds startte hij bij de particuliere opleiding Saxion Next, die daarna -als de Jan des Bouvrie Academie- integraal onderdeel werd van onze hogeschool. “Ik voel me altijd eerst een kunstenaar en dan docent of onderwijsprofessional. Ik neem mijn kunstenaarschap mee, Saxion in,” vertelt Renze. Hoe vindt hij het om bij de Saxion-opleiding Interior Design te werken? En wat spreekt hem zo ontzettend aan in het contact met zijn studenten?
Renze startte destijds als docent tekenen en creativiteitsontwikkeling, vertelt hij. “Dat ben ik nog steeds, noem het maar ‘creatief docent’. Maar ik ben niet meer de enige die dat vak geeft. Onze opleiding Interior Design groeit behoorlijk. Ik geef nog echt tekenles, met de hand. Niet digitaal. Digitaal tekenen is in het vakgebied van interieurontwerp het softwarematig visualiseren van je ontwerpen. Dat vak wordt door andere docenten gegeven.”
Van de zijlijn naar het klaslokaal
Hij heeft de Jan des Bouvrie-academie enorm zien groeien en veranderen, vertelt Renze. Eerst vanaf de zijlijn. Als afgestudeerd kunstenaar, aan de Kunstacademie in Kampen (nu: Artez) verzorgde hij illustratiewerk voor organisaties als Natuurmonumenten en de Vogelbescherming. Daarnaast was hij beeldend kunstenaar. “Mijn vrouw werkte destijds bij Saxion Next en ik raakte steeds meer betrokken bij haar werk. Zo ging ik wel eens met haar mee, bijvoorbeeld naar de meubelbeurs in Keulen, of naar een introductiedag. Ik kwam vanzelf in contact met de opleiding, die op dat moment ging groeien. Van deeltijd naar voltijd. Van een particuliere naar een bekostigde opleiding, die integraal onderdeel werd van Saxion: de Jan des Bouvrie Academie. Op een gegeven moment kwam de vraag of ik lessen wilde verzorgen, voor de voltijdstudenten.”
Artistieke opleiding met aandacht voor ondernemen
Toch wel een stap, van kunstenaar en illustrator. Naar het onderwijs, naar het docentschap. Waarom wilde Renze bij Saxion aan de slag? “Ik vond het destijds wel bijzonder én eervol om bij een opleiding te werken die de naam droeg van een beroemde ontwerper. Jan des Bouvrie was natuurlijk dé interieurontwerper van Nederland. En ik vond het ook erg interessant dat het een artistieke opleiding was, waar het ondernemerschap een rol in het onderwijs speelde. Toen ik zelf van de Kunstacademie kwam, dacht ik: ‘Hoe doe ik dat eigenlijk, ondernemen? Hoe kom ik aan mijn klanten?’ Ik vind het daarom heel goed dat daar in deze opleiding ruimte voor is.”
Kunstenaar, illustrator en docent
Renze begon met een halve lesdag per week. Dat veranderde snel. Er kwamen meer uren bij, waardoor hij inmiddels een aanstelling van 0,7 heeft. Die combineert hij met zijn werkzaamheden buiten Saxion: “Ik ben nu kunstenaar, illustrator én docent. Ik voel me altijd eerst een kunstenaar en dan docent of onderwijsprofessional,” vertelt hij. “Ik neem mijn kunstenaarschap mee, Saxion in. Ook in de manier waarop ik kritisch blijf kijken naar mijn omgeving: kan ik dingen veranderen of verbeteren? Als je studenten opleidt tot toegepaste ontwerpers, ontstaat het gevaar dat ze hun eigenheid verliezen. Ze ontwerpen immers voor een klant. Ik zie het een beetje als mijn heilige taak om, samen met een aantal andere creatievelingen, die eigenheid te bewaken. Dat wil ik borgen in het onderwijsprogramma. We willen onze studenten helpen hun eigenheid te ontdekken.”
Perfectionisme bij studenten
Hoe vindt Renze het contact met de studenten? “Ik hou ongelofelijk van ze. Op de Kunstacademie in Kampen heb ik destijds een hele fijne, geborgen academietijd gehad. Daarin mocht ik worden wie ik wilde worden. Dat gevoel neem ik nog steeds mee in mijn werk als docent bij Saxion. Ik wil mijn, onze studenten ook die ruimte geven. Ik zie ze binnenkomen, zie dat ze allemaal graag willen leren. Ze merken ook dat het vak uitdagend is. Je neemt je eigen creativiteit mee, maar het is ook een hbo-opleiding waarin je heel zelfstandig werkt. Studenten moeten aan de slag met een vraag als: wat is kwaliteit van ontwerpen? Ze willen het heel graag goed doen. Een deel van hen worstelt met perfectionisme. Veel studenten zijn heel resultaatgericht. Alles moet direct goed zijn, terwijl wij juist hun proces zo belangrijk vinden. Dat is soms lastig voor ze. En om dát te begeleiden….ja, dat vind ik heel interessant.”
Zelfvertrouwen geven
Bij het tekenen, het visualiseren, probeert Renze zijn studenten zelfvertrouwen te geven, vertelt hij. Dat gaat veel verder dan het ontwikkelen van de tekenvaardigheid. Het gaat ook over het ontwikkelen van het onderzoekend vermogen. “Mijn mantra is: willen, kunnen, leren, halen. Het proces is het belangrijkst. Tijdens de training win je de wedstrijd. Bij de toets of het tentamen laat je zien dat je kunt.” Uit Renzes verhaal blijkt dat het echte ambacht van het tekenen dus nog wel degelijk een rol speelt in de opleiding. Dat tekenen zit vooral op de gedachte dat je je ideeën moet kunnen toevertrouwen aan het papier, legt hij uit. “Deze gedachte werd ook door Jan des Bouvrie erg belangrijk gevonden. Studenten hebben de vaardigheid nodig om tijdens een klantgesprek de eerste ideeën met beelden kracht bij te zetten. Ik zeg altijd: ‘Een idee start met een potlood en eindigt met een computer.’ Voor mij persoonlijk is tekenen m’n leven, een levensdoel zelfs. Voor onze studenten zetten wij tekenen in als middel. Ze komen straks terecht bij ontwerp- of architectenbureaus, bij topwoonwinkels met een ontwerpafdeling. Sommigen starten hun eigen bedrijf, of kiezen ervoor om door te stromen naar de master. Ze zijn heel succesvol in het beroepenveld. Dat blijkt uit onderzoek dat we een aantal jaren geleden hebben laten uitvoeren, maar ik zie dat ook met eigen ogen.”
Mijn mantra is: willen, kunnen, leren, halen. Het proces is het belangrijkst. Tijdens de training win je de wedstrijd. Bij de toets of het tentamen laat je zien dat je kunt.
Verzoeken en kansen
Hoe heeft Renze zichzelf de afgelopen jaren ontwikkeld in zijn werk? “Ik ben gestart als docent en geef nog steeds les. Maar ik heb ook veel andere dingen binnen de opleiding en academie gedaan. Nog steeds doe ik dat. Er komen veel verzoeken en kansen voorbij. Zo ben ik coördinator van de eerste module geweest, heb ik vijftien jaar voorlichting gegeven en in de opleidings- en curriculumcommissie gezeten. Ik ben nu voorzitter van de toelatingscommissie, zit in de academieraad en beheer de sociale media van onze opleiding. Ook heb ik een half jaar onderwijs mogen coördineren en dat onderwijs ook vormgegeven. Dat heb ik gedaan vanuit een vrije, licht onorthodoxe rol, om zo dicht mogelijk op de studenten te blijven werken.”
Grootste goed
Een ware duizendpoot dus. Niet alleen als het gaat om al die rollen binnen de opleiding, maar ook om de combinatie met het kunstenaarschap en zijn werk als illustrator. Inspireren die rollen elkaar? “Zeker. En dat moet ook. Zolang ik nog teken, en dat doe ik bijna dagelijks, ben ik ook geloofwaardig als docent. Als ik tegen mijn studenten zeg dat ze élke dag moeten tekenen, dan moet ik dat zelf ook waarmaken. Ik wil dat voorleven. En dat voorleven…voor mij is dat het ‘grootste goed’ van werken in het onderwijs. Het mooie van lesgeven in het hbo is: ik kon destijds gewoon starten als docent. Vanuit mijn eigen achtergrond. Zonder dat ik een docentenopleiding of bevoegdheid had. Eerst begin je en gaandeweg werk je aan je didactische vaardigheden, haal je de aantekeningen en de modules die je nodig hebt. Voor mij heeft dat heel goed gewerkt.”
Fotografie: Thomas Busschers