Onderzoek

Human Behaviour Lab geopend: ‘speeltuin voor technologie’

Jos Eertink Leestijd Minuten

Hoe kan technologie ons helpen? Het is een veelomvattende vraag, die zo op de muur van het Human Behaviour Lab geschreven kan worden. In het lab, dat dinsdag 24 september officieel is geopend bij Saxion Deventer, kunnen studenten, docenten, onderzoekers en ondernemers hun innovatieve ideeën met elkaar delen. Bijvoorbeeld om te leren, of om te werken aan oplossingen voor de zorgtransitie. Lab-beheerder Casper de Jong: “Zie het als een professionele speeltuin … een plek waar je kan experimenteren met technologie.”

Voor ons gesprek zitten we met maar liefst drie betrokkenen aan tafel: een beheerder, een projectleider en een onderzoeker. “Ik ben een van de lab-beheerders,” zegt docent-onderzoeker Casper de Jong. “Wij zijn verantwoordelijk voor de inrichting van het lab, zowel gelet op de technische als op de inhoudelijke kant. Samen hebben we bepaald welke materialen er moeten komen. Ook laten we docenten anticiperen op het lab, zodat ze gebruik gaan maken van de aanwezige technologie. We zoeken de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven." 

Projectleider Trea van der Vecht werkt intensief met Casper samen bij de vormgeving van het lab, dat zich voor 60% richt op onderwijs in relatie tot technologie; de overige pijlers van het lab worden gevormd door onderzoek en vraagstukken vanuit het bedrijfsleven. “Het initiatief kwam vanuit het economisch domein,” vertelt Trea. “Daar spelen veel maatschappelijke vraagstukken waarbij het lab van dienst kan zijn.” Niek Zuidhof is de onderzoeker van het drietal. Vanaf het moment dat de eerste plannen voor het lab ontstonden, is hij betrokken vanuit de onderzoekslijn Mensgerichte technologie. “Ik houd het contact met mijn collega’s warm,” zegt hij. “Om onderzoek goed aan het lab te kunnen koppelen.”
 

We moeten elkaar weten te vinden en versterken.

Projectleider Trea van der Vecht over het Human Behaviour Lab

Verbindende factor

Het Human Behaviour Lab moet een verbindende rol gaan spelen bij maatschappelijke transities. “We moeten elkaar weten te vinden en versterken,” zegt Trea. “Dat is iets wat je nu ook al ziet gebeuren. Bijvoorbeeld bij de samenwerking tussen de academies Bestuur, Recht en Ruimte, Gezondheidszorg en Smart Cities; we willen de versterking van dat soort cross-overs bevorderen.”

Niek knikt instemmend. “Met name vanuit het zwaartepunt Sociale en economische innovatiemethoden,” zegt hij. “De Key enabling methodologies. In dat kader hebben we een project waarin we een chatbot ontwikkelen voor de zorg. Er is een groep Smart Solutions-studenten die daar nu mee aan de slag gaat. Om te kijken hoe we meerwaarde met zo’n technologie kunnen creëren. Maar ook om te kijken of zoiets opgeschaald kan worden, en of het economisch gezien realiseerbaar is.”

Lab-beheerder Casper de Jong, omringd door de technologie van het Human Behaviour Lab.

Doorlopende lijn

Casper moet denken aan een ander project, waarin een chatbot en een schoolvak centraal stonden. Het betreffende schoolvak werd bekeken door een innovatieve bril, en werd vervolgens samen met een aantal docenten opnieuw vormgegeven. “Die chatbot is een soort van jonge woudlopers-handboek geworden,” zegt Casper. “Met alle kennis die over het vak gaat. Bij de ontwikkeling hebben we veelvuldig gebruik gemaakt van generatieve AI-systemen en informatie die we zelf hebben aangedragen. Op basis daarvan wordt nu hulp op maat geboden. De chatbot neemt het werk van de studenten echt niet over, maar stuurt hen in het maken van een beter ‘product’. Zodat ze boven zichzelf kunnen uitstijgen.”

De twee chatbot-projecten geven volgens Casper aan dat er sprake is van “een doorlopende lijn.” In het Human Behaviour Lab worden verschillende partijen door elkaar geïnspireerd; de kennis die daarbij wordt opgedaan, gaat dankzij de vele samenwerkingen niet verloren.

We bieden een plek waar je kan experimenteren met technologie. Om die technologie vervolgens te omarmen, af te wijzen of er neutraal tegenover te staan.

Casper de Jong

Bottum up

Een ander kenmerk van het lab, is volgens Trea de manier waarop er bottom up wordt gewerkt. Ze geeft als voorbeeld dat bij de inrichting van het lab studenten betrokken zijn geweest. Trea: “We hebben hen gevraagd hoe een inspirerende omgeving er in hun ogen uit zou moeten zien. Studenten van Interior Design hebben toen een voorstel gemaakt, en op basis daarvan hebben we samen met de Facilitaire Serviceorganisatie en Saxion Business Support de ruimte ingericht. Wat ik echt leuk vind, is dat we daarbij op een duurzame manier gebruik hebben gemaakt van materialen. Onze Second life-meubels hebben we zo een tweede leven gegeven. Daarnaast hebben we een werkgroep waarin iedere academie vertegenwoordigd is.”

Hoe kunnen we het eigentijds ingerichte lab op dit moment dan het best omschrijven? “Zie het als een professionele speeltuin,” zegt Casper. “We bieden een plek waar je kan experimenteren met technologie. Om die technologie vervolgens te omarmen, af te wijzen of er neutraal tegenover te staan. Als grote organisatie wil je vaak op een solide manier veranderen. Maar voor testcases heb je snellere verandering nodig. Snelle producten, in een ruimte die dynamisch is."

Voorbeelden van producten waarmee getest kan worden zijn verschillende ‘nieuwe’ VR- en AR-systemen. Zoals de XREAL Air 2 Ultra, een geavanceerd type AR-bril. “Zoiets kunnen we redelijk snel realiseren,” vervolgt Casper. “Met nieuwe technologie is het vaak zo: je test het vandaag, morgen is het achterhaald en tegen de tijd dat je het dan geïmplementeerd hebt, heb je eigenlijk niet meer wat je wilt. Daar willen wij vanuit het lab op inspelen, in combinatie met het bedrijfsleven. We willen zorgen dat het bedrijfsleven bij ons kan langskomen met hun vragen vanuit de praktijk.”

Uiteindelijk zouden studenten structureel onderwijs moeten krijgen in relatie tot technologie.

Trea van der Vecht

Lessen uit de praktijk

De vragen die vanuit de praktijk bij het lab komen, moeten uiteindelijk weer leiden tot antwoorden voor diezelfde praktijk. “Wat we vooral doen,” zegt Niek, “is de effecten van technologie onderzoeken. Daar kan ook uitkomen dat iets ongewenst is. Of we zien bijvoorbeeld iets dat door de maatschappij als ongewenst wordt ervaren, maar dat in de juiste praktijk misschien wel een gewénst effect kan hebben.”

Hoewel onderzoek en vragen vanuit het bedrijfsleven belangrijk zijn, benadrukt Trea dat het vooral ook om onderwijs draait in het Human Behaviour Lab. “Wat heeft de student nou eigenlijk nodig?” vraagt ze zich af. “Daarnaast merken we dat we docenten in dit innovatie-traject wanneer gewenst moeten ondersteunen of scholen. Zodat het gebruik van het lab goed geborgd kan worden in het onderwijs. Het streven is dat volgend jaar mei elke academie twee lessen in het lab aanbiedt. Uiteindelijk zouden studenten structureel onderwijs moeten krijgen in relatie tot technologie. Daar komt heel veel bij kijken.”

We werken nu met acht bedrijven aan de inzet van augmented reality ... We kunnen de nieuwste soorten technologie, die voor het onderwijs heel relevant zijn, dan aanschaffen via het lab.

Onderzoeker Niek Zuidhof

Van proeverij tot augmented reality

Trea, Casper en Niek spreken veel mensen die enthousiast zijn over het lab, maar ze ontmoeten ook mensen die zich wat terughoudender opstellen. Vooral voor die laatste groep worden zogenaamde ‘proeverijen’ georganiseerd. “Om docenten en onderzoekers te werven en te betrekken,” verduidelijkt Trea.

Tegelijkertijd wordt er binnen het lab dus al volop aan projecten gewerkt. “We hebben een RAAK-mkb-project dat twee jaar loopt,” vertelt Niek. “Daarbij zit je vast aan gelden die zijn gealloceerd voor bepaalde technologie. We werken nu met acht bedrijven aan de inzet van augmented reality. Daarbij gaat het om brillen die iets kunnen projecteren, bijvoorbeeld om uitzendkrachten on the job te kunnen instrueren. We kunnen de nieuwste soorten technologie, die voor het onderwijs heel relevant zijn, dan aanschaffen via het lab. Tegelijkertijd kun je die brillen meteen inzetten in het augmented reality-project.”

Brede ontmoetingsplaats

Passen al die projecten en apparaten wel in één lab? Trea geeft aan dat we het Human Behaviour Lab breder moeten zien dan alleen de fysieke ruimte in Deventer. Het gedachtegoed van het lab verspreidt zich volgens haar als een olievlek door Oost-Nederland. Casper vult gelijk aan met een mooi voorbeeld. “Artificial Intelligence in het mkb is een project vanuit TechOost waar ik zelf vanuit TechYourFuture bij betrokken ben. In dat project ga ik bijvoorbeeld een keer of zeven met een installateur meelopen, om kennis te destilleren die daarna in een AI-systeem kan worden gezet. Zodat we daarmee een soort van alwetende installateur kunnen creëren.”

Een alwetende installateur. Een chirurg die samen met een robot operaties uitvoert. Het lijken vaak vergezichten, maar in het Human Behaviour Lab wordt die toekomstige praktijk letterlijk dichterbij gebracht. Trea, Casper en Niek willen gaan voor een ruimte met een open karakter. Een ontmoetingsplaats. Niek, hardop filosoferend: “Een ruimte waarin studenten, docenten en onderzoekers samen aan hun ideeën werken. Een lab waar het licht brandt en de deur altijd open is.”

Fotografie en video: Thomas Busschers

Lab bezoeken?

Het Human Behaviour Lab, te vinden in ruimte A3.10 bij Saxion Deventer, zorgt op de volgende dagen voor 'een vrije inloop met begeleiding':

9 okt 2024
23 okt 2024
6 nov 2024
20 nov 2024
4 dec 2024
15 jan 2025
29 jan 2025
12 feb 2025
26 feb 2025
12 mrt 2025
26 mrt 2025
9 apr 2025
23 apr 2025
7 mei 2025
21 mei 2025
4 jun 2025
18 jun 2025
2 jul 2025
16 jul 2025
30 jul 2025

Jos Eertink

Als redacteur probeert Jos alles wat complex is toegankelijk te maken. Buiten werktijd houdt hij zich het liefst bezig met poëzie en schilderkunst. Hij was de achtste stadsdichter van Enschede, maar rijmt alleen als het moet.

Gerelateerde artikelen

Onderwijs

Steeds dichter bij de nieuwe Joint Master’s Degree GRACE

26 november 2024
Corporate

Ruim 1 miljoen euro voor drie SPRONG-onderzoeksprojecten

22 november 2024
Onderzoek

Energy Flexibility Lab geopend: meer inzicht in ons energiegedrag