Alumnus Jip kenter deelt haar ervaring over de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie

Waarom heb je gekozen voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie (ROP)?

“Toen ik jong was, zei ik altijd dat ik architect wilde worden, omdat ik van mooie gebouwen hield. Maar op de middelbare school ontdekte ik al snel dat natuurkunde daar een grote rol in speelde, en dat was niet echt mijn sterkste kant. Daarom heb ik die droom toen maar laten varen.

Na de middelbare school begon ik met Toegepaste Fotografie aan de Fotovakschool in Apeldoorn. Maar de manier van lesgeven paste niet bij me, dus ben ik daar al snel mee gestopt. Ik had goede verhalen gehoord over Saxion, dus ben ik naar open dagen gegaan om te kijken welke opleiding bij me paste. Uiteindelijk koos ik voor Bestuurskunde, omdat je in het eerste jaar met verschillende opleidingen samen start, en zo eerst alles kunt 'proeven'. Al snel merkte ik dat Bestuurskunde te theoretisch voor mij was, en Stedenbouwkundig Ontwerpen trok me minder door het creatieve aspect. Ruimtelijke Ordening en Planologie bleek voor mij de perfecte tussenweg: een combinatie van theorie en praktijk, waarbij ik kon nadenken over de inrichting van steden en gebieden.”

Wat vond je het leukste aan je studie?

“Wat ik het leukste vond, waren de StadsLAB-projecten. In het begin waren ze nog heel theoretisch, maar later werden ze steeds concreter en praktijkgerichter. Bij StadsLAB werkten we aan plannen die echt uitgevoerd werden, en dat maakte het extra interessant. Ook de samenwerking met studenten van andere richtingen, zoals Stedenbouwkundig Ontwerpen, Klimaat en Management en Bestuurskunde, was heel waardevol. Het gaf echt een goed gevoel als de opdrachtgever tevreden was met ons werk.”

 

Wat maakt de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie volgens jou uniek?

“Wat ik echt als meerwaarde zag, was het eerste jaar. Je start met verschillende disciplines samen, waardoor je meteen een bredere basis krijgt. Dit helpt mij nu enorm in mijn werk, omdat ik vaak samenwerk met stedenbouwkundigen, bestuurskundigen en klimaatspecialisten. Ik kan dan makkelijk meepraten en begrijp waar ze mee bezig zijn. Daarnaast vond ik StadsLAB erg waardevol, omdat je daar je eigen opdrachten kunt kiezen en praktijkervaring opdoet. Het themavak ‘Smart Cities’ in het vierde jaar was ook een fijne afwisseling van de meer traditionele vakken.”

Hoe was het studentenleven in Deventer?

“In 2019 ben ik op kamers gegaan in Deventer. Het was fijn om zelfstandig te zijn, maar een paar maanden later brak corona uit en ben ik weer terug naar huis gegaan. Desondanks heb ik het studentenleven in Deventer als heel leuk ervaren. Ik zat bij een studievereniging en ging regelmatig met klasgenoten naar het terras. Deventer is misschien geen grote stad zoals Amsterdam, maar het is wel heel gezellig en je kunt er prima uitgaan. Het is ook een veilige stad, wat ik prettig vond. Je ziet veel jonge mensen in het centrum, wat zorgt voor een fijne sfeer.”

Hoe ben je bij je huidige werk terechtgekomen?

“In mijn derde jaar deed ik mijn stage bij een commercieel adviesbureau, Lycens, in Oldenzaal. Ik vond het interessant om de combinatie van commercie en maatschappij te zien. Maar voor mijn afstuderen wilde ik juist bij een gemeente werken, omdat ik het maatschappelijke aspect beter wilde leren kennen. De gemeente Enschede was toen een logische keuze. In mijn vierde jaar koos ik voor het vak ‘Smart Cities’, dat zich richt op technologie en stedelijke ontwikkeling. Voor mijn afstuderen heb ik het onderwerp ‘Digital Twin’ gekozen, een digitale weergave van de stad. Hiervoor solliciteerde ik bij de gemeente Enschede en werd aangenomen voor een afstudeerplek. Tijdens mijn afstuderen leerde ik de organisatie goed kennen en bouwde ik een netwerk op. Na mijn afstuderen vroeg ik of er een mogelijkheid was om te blijven, en gelukkig was dat het geval! Nu werk ik als beleidsadviseur Stedelijke Ontwikkeling en ben ik ook onderdeel van het team Landelijk Gebied.”

Wat neem je mee uit je studie in je huidige baan?

“Naast vakinhoudelijke kennis, heb ik tijdens mijn studie veel praktische vaardigheden geleerd, zoals samenwerken en omgaan met verschillende soorten mensen. In een grote organisatie is dat essentieel. Ook heb ik veel geleerd over beleidsontwikkeling, gebiedsontwikkeling en het werken met verschillende belanghebbenden, zoals bewoners en provincies. Dat komt in mijn huidige werk heel goed van pas.”

Wat vind je het leukste aan je werk?

“Mijn adviserende rol vind ik het leukste. Het is fijn als mensen mijn mening waarderen en ik weet inmiddels goed waar ik over praat en wat de gemeente belangrijk vindt. In het begin moest ik daar wel in groeien, maar nu heb ik er veel vertrouwen in. Daarnaast werk ik met fijne collega’s en is de werksfeer erg prettig. Ook de flexibiliteit in mijn werk vind ik fijn: ik kan thuiswerken, maar kom graag naar kantoor vanwege de collegialiteit.”

Heb je nog tips voor studiekiezers en afgestudeerden?

“Voor studiekiezers: meld je vooral aan voor een meeloopdag! Ik heb zelf meeloopdagen begeleid en ik merk dat het studenten echt helpt om een goed beeld te krijgen van de opleiding. Je leert hoe het lesprogramma eruitziet, krijgt een indruk van hoe het er tijdens de opleiding aan toe gaat, en het is fijn om de sfeer van het gebouw te proeven.

Voor net afgestudeerden: geef jezelf drie jaar de tijd om alles te leren in een nieuwe baan. In het begin verwachtte ik te veel van mezelf, maar het is helemaal oké om fouten te maken en veel vragen te stellen. Bij de gemeente Enschede kreeg ik bijvoorbeeld hulp om mijn talenten in kaart te brengen via een TMA-analyse. Hierdoor leerde ik waar mijn sterke en zwakke punten liggen en hoe ik die kan benutten in mijn werk. Mijn advies is: gun jezelf de tijd, durf fouten te maken en stel jezelf nieuwsgierig op.”