TPAC-lab Saxion viert 10-jarig bestaan met forse uitbreiding: ‘We zijn uniek voor Nederland’
Dubbel feest deze week voor lector Ferrie van Hattum en zijn collega’s van het Thermoplastic Composites Application Center (TPAC). Op 7 december heropent het Saxion-lab met een forse uitbreiding van de faciliteiten. Daarbij bestaat het TPAC ook nog eens tien jaar. Een periode waarin enorme stappen zijn gezet op het gebied van lichtgewicht construeren. Ferrie van Hattum is trots: “Misschien nog wel het meest op onze laagdrempelige manier van samenwerken met bedrijven,” vertelt hij.
Toegankelijk mag het TPAC beslist genoemd worden. Bedrijven uit de regio, met een ontwikkel-wens op het gebied van het lichtgewicht construeren van materialen kloppen niet vergeefs aan bij Saxion. “Je kunt ons beschouwen als de Research & Development-afdeling voor het midden- en kleinbedrijf uit de maakindustrie,” licht Ferrie van Hattum toe. Zelf werd hij tien jaar geleden aangesteld als lector Lichtgewicht Construeren om het TPAC op te zetten. En zoals de wereld om ons heen niet stilstaat, ontwikkelde het lab zich ook. Met succes. Van technologie-gedreven projecten naar vraag-gestuurd werken, luisterend naar de behoefte van het bedrijfsleven. Van het gebruik van olie, recyclaat naar een plek waar straks bio-based composieten worden ontwikkeld. Composieten die hun weg vinden in veiligheidsschoenen, autoportieren, kinderzitjes en vliegtuigdelen.
Van fundamenteel naar praktijkgericht onderzoek
Want dat is waar het TPAC zich met zijn onderzoeksprojecten op richt. “Er was destijds al een samenwerkingsvorm op het gebied van composiet, het TPRC,” blikt Ferrie terug. In het ThermoPlastic composites Research Center, waarin de Universiteit Twente samenwerkte met partners als Boeing, Fokker en Ten Cate, stond vooral fundamenteel onderzoek rond high end materialen centraal. “Op een gegeven moment werd de vraag prangend: ‘Oké, maar wat doen we nu voor het regionale mkb?’ En om die reden raakte Saxion betrokken: men zag daar zoveel potentie en kansen. Vergeet niet dat veel van onze afstudeerders in de technische hoek van het mkb werken en dat ruim 80 procent hier in de regio zit. Zelf woonde en werkte ik in die tijd nog in Portugal. Ik reageerde op de vacature van lector Lichtgewicht Construeren, waarin heel duidelijk die opdracht besloten zat, om het TPAC op te zetten. Niet alleen voor het mkb in de regio, maar ook met nationale en internationale ambities.”
In het begin was er nog nauwelijks kennis over wat wij konden betekenen voor bedrijven. Het begrip ‘composiet materialen’ stond zó ver van iedereen af. Mensen hadden geen idee.
De boer op
En zo kwam het TPAC er. In de afgelopen tien jaar maakte het centrum op verschillende manieren een interessante ontwikkeling door. Ten eerste qua bekendheid. “In het begin was er nog nauwelijks kennis over wat wij konden betekenen voor bedrijven. Het begrip ‘composiet materialen’ stond zó ver van iedereen af. Mensen hadden geen idee. Maar omdát we al dat netwerk van bedrijven hadden, konden we zelf de boer op, door te zeggen: ‘Joh, vanuit onze technologie kunnen we dít voor jou betekenen, als het gaat om jouw kunststoffen- en metaaltoepassingen.’ Dus echt vanuit die technology push, vanuit onszelf.” Interessant genoeg kantelde die werkwijze in de loop der jaren compleet. Bedrijven weten het TPAC inmiddels heel goed te vinden, concludeert Ferrie. “Juist omdat we zo lekker pragmatisch zijn. Vergeet niet dat bedrijven in het mkb zich vaak geen eigen R&D-afdeling kunnen veroorloven om zelfstandig innovatief onderzoek te doen. Zeker als de uitkomsten onzeker zijn.”
Klimaatdoelstellingen
De tweede grote ontwikkeling die het TPAC de afgelopen tien jaar doormaakte, werd sterk ingegeven door de steeds urgenter wordende klimaatproblematiek, ziet Ferrie. “Toen we in 2013 startten, had niemand het nog over de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050. Mensen maakten zich wel zorgen, maar de politiek moest eerst in beweging komen en het bedrijfsleven begint nu ook echt die urgentie te voelen. Je ziet dat recycling en duurzaamheid overal bovenaan de agenda staan. Bedrijven vragen zich dan ook af hoe vies hun processen zijn: kunnen ze olie-gebaseerde materialen straks vervangen door recyclaat? En hoe lang duurt het om dat alles straks volledig te verruilen voor bio-materialen?” Het zorgt ervoor dat bedrijven volop aankloppen bij Saxion. Hun vragen vinden gehoor. Met vooruitziende blik sorteerde het TPAC hier jaren geleden al op voor: de recycling-poot van het centrum werd stevig uitgebreid.
Uniek voor Nederland
Recenter was ‘uitbreiding’ de afgelopen maanden opnieuw het sleutelwoord bij het TPAC. Dit najaar werd keihard gewerkt aan het ‘machinepark’ van het lab, op weg naar de feestelijke heropening deze week. “Het voelt een beetje als een verjaardag,” aldus Ferrie. “Ons vorige feestje was in 2018, toen we ons destijds nieuwe lab in gebruik namen. Kers op de taart was een unieke spuitgiet-pers: een grote machine waarmee je composieten kunt maken.” Er is veel gebeurd de afgelopen jaren. Vroeger werkte het TPAC veel met (zelfontwikkelde) prototypes, om te bewijzen dat bepaalde processen konden werken: “Denk aan een 3D-printer om, al dan niet vezelversterkte kunststoffen mee te printen die qua stijfheid en sterkte richting hout en aluminium gingen. Voorheen was dat een in elkaar geknutseld prototype, maar tegenwoordig hebben we daar een volwaardige machine voor waarin onze ontwikkelde technologie verwerkt is.”
Experimenteren
In het nieuwe lab is het nu mogelijk, op kleine, maar industriële schaal de volledige productiecyclus te doorlopen: van materiaal tot halffabricaat, tot het verwerken, en daarna weer recyclen én tenslotte ook nog eens het karakteriseren en doorrekenen van het materiaal. De nieuwe machines hebben die lijn compleet gemaakt. “Veel Nederlandse bedrijven zijn actief in één van die tussenstappen. Dus als ze bijvoorbeeld willen experimenteren met het maken van een auto-onderdeel, waarvoor je dus ook de andere stappen nodig hebt, dan kunnen ze dat bij ons doen. Wij ondersteunen dat hele proces. Dit lab is uniek voor Nederland.”
Vertrouwen
Dat roept de vraag op of een dergelijk lab tien of zelfs vijftien jaar geleden denkbaar was geweest. Of was Nederland er nog niet klaar voor? “Alles is denkbaar, maar we kunnen beter zeggen dat de tijd er misschien nog niet rijp voor was. Je ziet vaak dat er in één keer grote labs opgetuigd worden, met de zak geld die dan beschikbaar is. Pas daarna begint het denkproces over duurzame projecten met bedrijven, en hoe de onderliggende, structurele financiering rond te krijgen. Die fout hebben wij bewust nooit gemaakt. We zijn stukje bij beetje gaan bouwen. Zowel aan ons machinepark, als aan een goede samenwerking met het bedrijfsleven. Dat konden we niet doen zonder het vertrouwen dat we kregen van Saxion: het College van Bestuur en de directie van onze academie LED (Life Science, Engineering and Design, red.). Hierdoor werden langetermijninvesteringen mogelijk en inmiddels dragen we zelf zorg voor de financiering van ons lab.” Zo maakte het TPAC tien stabiele jaren van groei door. Een groei die parallel liep met de vlucht die ook het onderzoek in het hbo doormaakte. Ferrie noemt het de derde belangrijke ontwikkeling die van invloed was op de ontwikkeling van het lab.
We zijn stukje bij beetje gaan bouwen. Zowel aan ons machinepark, als aan een goede samenwerking met het bedrijfsleven. Dat konden we niet doen zonder het vertrouwen dat we kregen van Saxion.
Suiker, mais, vlas, hennep
Inmiddels is het TPAC met de nieuwe uitbreiding klaar voor de toekomst. Hoe ziet die toekomst er uit voor het onderzoeksgebied van lichtgewicht construeren? “Die zal voor een belangrijk deel in dienst staan van de klimaatambities richting 2030 en 2050. We zien de beweging van op olie gebaseerde composieten naar recyclaat voor de eerste periode, richting 2030. De volgende slag is die van recyclaat naar bio-materialen, op weg naar 2050.” En daarbij gaat het niet alleen om biobased, maar ook om biodegradable materialen, legt Ferrie uit. Toch blijft er één aspect altijd hetzelfde. De processen áchter het maken van composieten veranderen niet. Of het nu gaat om olie (‘gerecyclede dinosaurussen’ zoals Ferrie ze noemt), shampooflessen (recyclaten) of op bijvoorbeeld suiker- of mais-gebaseerde kunststoffen (biobased). “Aan het eind van de rit moet alles 100% circulair zijn. Dat kan ook met natuurvezels als vlas of hennep, maar zelfs ook met een niet-biologisch materiaal. Als de kringloop maar blijft kloppen.”
Nationale erkenning
Inmiddels is er ook erkenning op nationaal niveau: “Het is een blijk van waardering dat we een significante rol spelen in nationale onderzoeksprogramma’s, zoals die van het Nationaal Groeifonds. Daarin werken we zij aan zij met alle types kleine en grote bedrijven en instellingen op het gebied van thermoplastisch composiet. Dat konden we tien jaar geleden nog niet zeggen. Ik denk dat dat echt een verworvenheid is van de manier waarop we gestaag aan het TPAC gebouwd hebben.” Is dat waar de grootste trots zit? “Die zit ‘m in onze laagdrempeligheid voor bedrijven. Dat we echt ons best doen om onze regionale en nationale industrie te helpen. Het TPAC staat. We kunnen de komende tien jaar vooruit en daarbij écht die rol van praktijkgericht onderzoek blijven vervullen. Dit verhaal klopt gewoon. Dat zeg ik met de hand op m’n hart.”
Fotografie en videografie: Thomas Busschers