Technologie helpt verpleegkundigen bij herkennen palliatieve fase
Hoe kunnen zorgverleners worden ondersteund bij het herkennen van de palliatieve fase door middel van machine learning? Deze vraag stond centraal in het project ‘Technologie markeert de palliatieve fase’ (TELEMAP). Doel van TELEMAP is het verbeteren van de kwaliteit van de palliatieve zorg voor mensen met COPD en hartfalen. Tijdens het eindsymposium met alle samenwerkingspartners werden de uitkomsten van het project gedeeld. De reacties van de betrokken partijen zijn enthousiast. ‘’Uiteindelijk kunnen we hiermee betere zorg verlenen aan onze cliënten.’’
‘’Het is voor zorgverleners in de eerstelijnszorg belangrijk om tijdig de palliatieve fase te herkennen. Maar dat is niet eenvoudig bij cliënten die een chronische aandoening hebben, zoals COPD of hartfalen’’, leggen de onderzoekers van Saxion en de HAN uit. Myrna Pelgrum-Keurhorst, associate lector Gepersonaliseerde zorg bij het Saxion-lectoraat Smart Health, Evi Swinkels, docent, onderzoeker en promovenda aan de HAN, en Betsie van Gaal, senior onderzoeker bij het HAN-lectoraat Technologie voor Gezondheid en hoofddocent Verpleegkunde, werkten samen met collega’s aan het onderzoek TELEMAP. ‘’COPD en hartfalen kenmerken zich door een langzame achteruitgang van de chronische ziekte met een grillig verloop, door periodes van ernstige verslechtering door infecties. Het moment van overlijden is vaak onverwacht.’’
Het doel van het project was daarom om de signalering van de palliatieve fase bij de zorg voor kwetsbare mensen te verbeteren. In samenwerking met verpleegkundigen van de zorgorganisaties ZorgAccent en ZZG zorggroep ontwierpen Ecare en Saxion op basis van machine learning een algoritme. Dit wordt geïntegreerd in het elektronisch zorgdossier van de zorgorganisaties en geeft verpleegkundigen een signaal bij de aanvang van de palliatieve fase van patiënten.
Signaalfunctie in zorgdossier
In twee jaar tijd is gewerkt aan de ontwikkeling van de technologische toepassing, gebruikmakend van de beschikbare literatuur, kwalitatieve data van eindgebruikers, zorgverleners, zorgvragers en hun naasten. TELEMAP maakt voor het signaleren van de palliatieve fase gebruik van grote hoeveelheden bestaande data die al zijn vastgelegd in het elektronisch zorgdossier. De onderzoekers vertellen: ‘’Doordat het een geïntegreerde signaalfunctie is, kost het de zorgverleners geen extra werk of registratielast. Het algoritme ondersteunt verpleegkundigen en verzorgenden in het goed signaleren en tijdig markeren van de palliatieve fase. Daardoor kan op tijd passende zorg worden geboden.’’
Bij TELEMAP was het startpunt het verpleegkundig proces voor cliënten met COPD of hartfalen. Het doel was om technologie beter te laten aansluiten op de zorgbehoefte.
Samenwerking verpleegkundigen
Verpleegkundigen zijn nadrukkelijk betrokken bij het project, via bijvoorbeeld focusgroepen, werksessies, interviews en groepsgesprekken. Zij hebben meegeholpen bij het verzamelen van de kenmerken van de palliatieve fase en zo bijgedragen aan de opbouw van het algoritme. Myrna Pelgrum-Keurhorst: ‘’Verpleegkundigen bezoeken patiënten thuis vanuit hun wijkverpleegkundige rol. Zij zien deze patiënten vaak al een langere tijd en kennen hen daardoor goed. Dat is waardevol. Tegelijkertijd kunnen ze daardoor soms minder goed herkennen wanneer de palliatieve fase is ingegaan en is de werkdruk hoog.’’
Marlon van der Stelt, wijkverpleegkundige bij ZorgAccent heeft met plezier bijgedragen aan het onderzoek: ‘’Dit project heeft zeker een meerwaarde voor de zorg. Ook door palliatieve zorg meer aandacht te geven. Het draagt uiteindelijk bij aan goede zorg voor de cliënt. Ik hoop dat zorgverleners hierdoor eerder het gesprek met de cliënt aangaan over de palliatieve fase. Deze ondersteuning kan een mooie toevoeging zijn voor ons en voor de zorg.’’
Technologie aansluiten op de praktijk
Ook Evi Swinkels van de HAN is blij met de samenwerking met het werkveld. ‘’De betrokken zorgprofessionals van GGZ zorggroep en ZorgAccent hebben enthousiast meegewerkt en zien de meerwaarde van het project. Deze samenwerking is belangrijk; wij kunnen de kennis van de verpleegkundigen en andere zorgprofessionals meenemen en goed aansluiten op de praktijk. Daarnaast is de samenwerking belangrijk voor de daadwerkelijke implementatie van deze technologie in de zorg.’’
De ontwikkelde technologie is nadrukkelijk een ondersteunend hulpmiddel voor de verpleegkundigen in de wijk. Betsie van Gaal legt uit: ‘’Dit onderzoek kan helpen om cliënten passende zorg te bieden. Het ondersteunende hulpmiddel gebruikt alle gegevens in het dossier en draagt zo op een overstijgende manier bij aan goede zorg’’. Myrna Pelgrum-Keurhorst vult aan: ‘’Vaak is de implementatie van technologie binnen de zorg en het werk van zorgprofessionals een zoektocht of kan het voelen als een vervanging van bepaalde zorg. Bij TELEMAP was het startpunt daarom het verpleegkundig proces voor cliënten met COPD of hartfalen. Het doel was om technologie beter te laten aansluiten op de zorgbehoefte. Technologie moet namelijk echt goed aansluiten en begrepen worden om het te kunnen toepassen in de praktijk. Dit past goed bij de speerpunten van onze samenwerkende lectoraten van de HAN en Saxion.’’
Dit project heeft zeker een meerwaarde voor de zorg. Ook door palliatieve zorg meer aandacht te geven. Het draagt uiteindelijk bij aan goede zorg voor de cliënt.
Input voor algoritme
Deze technologische AI-toepassing is best complex, blijkt tijdens het symposium. Het markeren van de palliatieve fase is namelijk niet alleen gebaseerd op objectieve verandering, zoals verandering van gewicht, energie of kortademigheid. Ook sociale parameters spelen een rol, zoals het verkleinen van de sociale kring, het ervaren van meer angst of wanneer iemand het huis weinig uitkomt. De onderzoekers: ‘’Dat is de reden dat dit samen met zorgverleners uit de praktijk moest worden ontwikkeld. Zij hebben de input gegeven voor de zaken die het algoritme moet meenemen rondom het achteruitgaan van een patiënt en de medische gesteldheid.’’
Karin Koetje, wijkverpleegkundige, en Jannet Harbers, verpleegkundige in de wijk, en beiden kennisdragers palliatieve zorg bij ZorgAccent, zien TELEMAP als een goede ontwikkeling. ‘’Palliatieve zorg is vaak een ‘ondergeschoven kindje’’’, leggen zij uit. Mensen hebben vaak niet door dat een palliatieve fase is ingegaan en welke zorg daarbij komt kijken. Dankzij deze toepassing kunnen we eerder gesprekken voeren met cliënten, de huisarts en andere zorgprofessionals, over passende ondersteuning. Dit helpt ons daardoor breed om de palliatieve zorg te verbeteren. Daar heeft de cliënt uiteindelijk baat bij.’’
Eindsymposium
Inmiddels wordt het eerste model getest in de praktijk. Hiervoor wordt binnen zes teams wijkverpleging data verzameld. Deze haalbaarheidsstudie onderzoekt de gebruikerservaringen en beïnvloedende factoren in de dagelijkse praktijk. In de komende weken worden de laatste onderzoeks-data opgehaald bij de deelnemende teams wijkverpleging van ZorgAccent en ZZG zorggroep. Aanpassingen zullen worden doorgevoerd op advies van de zorgprofessionals. Deze informatie moet de basis vormen voor het uitbreiden van het onderzoek, zodat het model ook in andere teams wijkverpleging kan worden ingezet.
Vorige week werd het project afgesloten met een symposium voor alle samenwerkingspartners. Betsie van Gaal: ‘’Uit de eerste tests in de praktijk, samen met zorgprofessionals, blijkt dat het model nog niet helemaal optimaal werkt. Er zijn aanpassingen nodig, waarna we het kunnen integreren in het elektronisch zorgdossier en verder kunnen uitbouwen. Maar we zitten zeker op de goede weg.’’
Het team zorgprofessionals van ZorgAccent is enthousiast. ‘’Het biedt een nuttig hulpmiddel, dat in de testfase goed lijkt te werken. Wij signaleren zelf natuurlijk ook zaken, en blijven nadrukkelijk goed nadenken over waarom we een melding van de tool krijgen. ZorgAccent breed zijn we hier erg mee geholpen.’’
Vervolgonderzoek
Myrna Pelgrum-Keurhorst: ‘’Met dit project is waardevol werk geleverd. De praktijkpartners ZorgAccent en ZZG zorggroep zijn enthousiast en gemotiveerd om ook aan een vervolg mee te werken. Dat is veelzeggend voor wat het in de praktijk heeft opgeleverd.’’
Er is inmiddels een aanvraag ingediend voor vervolgonderzoek. Zowel de onderzoekers als verpleegkundigen hopen op vervolgonderzoek en continuering van het project. Verpleegkundigen Karin, Marlon en Jannet: ‘’Met onze kennis over palliatieve zorg kunnen we bijdragen aan het onderzoek; het was leuk om onze input te kunnen leveren. Daardoor wordt er naar ons geluisterd als deskundigen in de praktijk. De tool is nog niet af maar we willen hier graag mee verder, dus we hopen zeker op een vervolg.’’
Meer informatie?
Kijk hier voor meer informatie over het project:
Binnen TELEMAP werd door het lectoraat Smart Health (penvoerder) samengewerkt met de Saxion lectoraten Ambient Intelligence en Technology, Health & Care, met het lectoraat Technologie voor Gezondheid van HAN University of Applied Sciences (HAN), ZorgAccent, ZZG zorggroep en Ecare. Daarnaast was er afstemming met het Longfond, Tactus, V&VN en IKNL.
Het twee jaar durende onderzoek werd mogelijk dankzij een RAAK-publiek subsidie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk (NWO).
Foto: Betsie van Gaal, Myrna Pelgrum-Keurhorst en Evi Swinkels (v.l.n.r.)